BRUINJA & VERESHCHAGIN & HET GRONINGER MUSEUM

Hieronder een gedicht dat ik schreef voor de opening van de huidige tentoonstelling 'Het onbekende Rusland' in het www.groningermuseum.nl. Het werd geïnspireerd door het schilderij 'De poorten van Timoer' van Vasili Vereshchagin (http://en.wikipedia.org/wiki/Vasily_Vereshchagin).

Op het schilderij zien we twee bewakers die voor de tombe van de wrede tiran Tamerlane, ook wel Timur, (1336-1405 - http://en.wikipedia.org/wiki/Timur) staan.

Het eerste deel van zijn naam zou schoonzoon betekenen, omdat hij getrouwd was met de kleindochter van Djengis Khan. Het laatste stuk 'lane' is een bijnaam en betekent 'manke'.

MANKE

mijn naam is schoonzoon
bijnaam manke

de ene vanwege de liefde
de andere opgelopen in de strijd

we stonden op een vlakte
waren met zestig man
iemand stak een stok in de grond
en wie het eerst bij de stok was
zou de leider zijn

ik ben mank
de manke schoonzoon

en wie niet vlug is moet slim zijn
mijn pet vloog door de lucht over de renners
en landde op de stok

mank

geen bloeddorstig leider
maar mank de manke schoonzoon
en god is mijn getuige

dat van alle oorlogen die ik gevoerd heb
ik nooit de agressor was
nee mijn vijanden hadden het aan zichzelf te danken
dat er van hun volk soms weinig meer overbleef
dan achtentwintig torens van vijftienhonderd afgehakte hoofden
zij waren de architecten van hun eigen
rampzalige lot

een enkeling was mij bijna te slim af
zoals de sultan

hij smeerde gif op de slagtanden van zijn olifanten
maar die giganten schrikken al van een minieme muis
en wegrennen is niet mijn sterkste kant
dus ik stak mijn kamelen in brand
en stuurde ze richting sultan

ik ben mank
de manke schoonzoon

was mank aan één been
maar ben het nu
aan mijn hele lichaam
waar het manke hoofd gelukkig
nog aan zit

in een ivoren kist lig ik
met aan de binnenkant de tekst dat wie de kist opent
een tiran ontketent veel wreder dan ik

ik ben geen bloeddorstig leider ik denk vooruit
twee jaar van tevoren plantte ik het gras voor de paarden

ik was mank

en twee dagen nadat een archeoloog het deksel
van mijn laatste verblijf lichtte
begon operatie barbarossa

ze hebben het geweten
de stam van de archeoloog

ze waren de architecten van hun eigen rampzalige lot
en hebben me opnieuw moeten begraven

mijn naam is mank
de manke schoonzoon

de ene naam kreeg ik uit liefde
de andere uit strijd