Ut ‘Het Fries een taal in de schaduw’
 
troch Rien van den Berg
 
De Friese poëtische traditie lijkt meer op de Nederlandse (dit slacht op in pasaazje oer de bondel fan Rodhan Al-Khalidi). Dat blijkt uit de gedichten van Albertina Soepboer en Tsead Bruinja. Soepboer heeft ook in de Nederlandse poëzie haar plaats al ingenomen. Haar bundel is hechter gecomponeerd dan die van Bruinja, die bovendien een paar zwakke momenten kent. Maar beide bundels zouden ook in een Nederlandse vertaling overtuigen.
Het zijn deze drie bundels (ek dy fan Al-Khalidi), eerder dan dat dikke standaardwerk (Fries Stamboek, 500 jaar proza uit Friesland gearstald troch Alpita de Jong), die duiden op de vitaliteit van de Friese cultuur en taal. Natuurlijk: van allen die in Friesland wonen, spreekt slechts de helft Fries. Fries is zelfs in eigen land een minderheidstaal.
Maar wie in de geschiedenis duikt, ziet dat het nooit anders geweest is. Vanaf de tijd dat de Franken in de achtste eeuw een einde maakten aan de Friese autonomie, raakte het Fries op de tweede plaats. Kerk en staat bezigden andere talen.
 
Het is pas van na de oorlog dat de provinciale stukken tweetalig verschijnen, en dat je voor de rechter in het Fries je verdediging mag voeren. Het Fries leeft al dertienhonderd jaar in de schaduw van meerderheidstalen. Zolang jonge Friezen als Soepboer en Bruinja hun taal op dit niveau kunnen laten zingen, zolang een asielzoeker als Al-Khalidi de ruimte vindt om – nota bene in het Nederlands – te wortelen in Friesland, hoeft het Fries zich weinig zorgen te maken. Kijk maar naar Bruinja, niet omdat dit gedicht een literair hoogtepunt in de bundel is, maar omdat het de voorwaarde schept voor nieuwe Friese poëzie:
 
ik leau yn ús taal
en dat dy feroarje moat
yn de minsken dy’t it tsjinhâlde
en de minsken dy’t it neat skille kin
 
myn Frysk is net geef
 
mar it is de taal dêr’t dit yn gebeurde
 
vert:
 
ik geloof in onze taal
en dat die veranderen moet
in de mensen die het tegenhouden
en de mensen die het niet schelen kan
 
mijn Fries is niet zuiver
 
maar het is de taal waar dit in gebeurde
 
 
út Het Nederlands Dagblad