NA HET FEEST
laat de wereld nu maar vloeibaar worden laat de
stemmen opkomen als ze slaapt
het glas is gebroken beschonken gaat het dromen te zee opent het water
is dronken
mijn lachen was hard te hard mijn draagkracht bracht traag ratelende
telefoons ten
gehore mijn spraak droop van wanden af en kietelde gastentenen kon het
ze niet
kwalijk nemen dat mijn gezicht me in de steek liet als ze me aankeken
schaamlachte
ik mij paars en moest alweer naar boven om iets anders aan te trekken
langs het ramen
lappen het stokstijf braken van dagen het vervormen van haar gezicht
in mijn gedachten
alsof ze niet meer van mij houdt als ik niet meer mag dadelijk vliegen
de verwijten
de tranen
en vaders bespringen paradepaardjes terwijl ze zich gewillig
laten bijschenken
ik draal ik
draaf naar beneden dacht ik het feest is af maar ik nog
midden in het gedruis
de fraaie wagens
praalden met inzittenden en ik wuif dag mensen dag
gasten iemand
nog wat mee van
overgebleven
eten ik had dat nog willen zeggen wentelen
met sterren
door in de spaak gereden
nachten had ik willen zeggen ik had willen
zeggen let niet
op mijn woorden laat tollen wat tussen
ons tot stilstand komt in bevroren
blikken en trek
dan je bek maar open ik zal me bij het gezegde
voegen en zacht aan je
haren trekken mijn vacht verkopen me op ons gesprek toe leggen met
een en al oor je de
rug toekeren
zodat je mijn kont kunt kussen en mijn paarden mennen