Gedichten uit Bang voor de bal (Cossee, 2007)
specialist op het gebied van kozijnen
het regent en de specialist op het gebied van kozijnen zegt
dat het aan het werk van zijn mannen niet kan liggen
ik zit aan tafel met mijn onderbuurman die na vijf jaar
heeft besloten over de watervlekken heen te verven
vroeger schreef ik gedichten over mijn vader en moeder
over opa's en oma's met een rustiek en pijnlijk verleden
nu luister ik naar mijn buurman
in uw huis zullen mensen wonen
die te lui zijn om op te staan
mensen die u niet kent
die werken en weer naar huis gaan
ze worden ouder
ze worden ronder
ze proberen de kilo's eraf te lopen
ze zwaaien een kind uit
en hangen voor het slapen gaan
hun kleren over de stoel
hun leven is een koelkast
waaruit je na een nacht zwaar drinken
een goedbelegde boterham
vandaan tovert
ik weet het
er liggen betekenissen op de loer
die dit gedicht kunnen bederven
ergens zingt iemand
kom niet samen
kom niet samen
drijf een wig
maar mijn vrouw houdt mijn week oude nichtje op haar schoot
en ik raak er niet op uitgekeken hoe goed het haar staat
we bespreken hoe het moet met de werkkamer
hoe en waar we zelf dan moeten gaan slapen
een zucht en het kind verdwijnt uit onze gedachten
we slaan een hoek om en zoeken een goed restaurant
stiekem terwijl we al lang over iets anders praten
kijk ik naar het kindje dat niet in haar armen ligt
het ademt en het beweegt
het is er bijna
© Tsead Bruinja
terug naar boven
cor
cor neemt een trekje van zijn sigaret
ik moet er langs
cor heeft een gat in zijn broekzak waar de hand van zijn vriendin doorheen past
hij heeft vijf schipperstruien vijf spijkerbroeken en een paar kisten
terwijl hij met zijn harige armen
de stinkende bakken bloemkool uit de koeling haalt
en ik de lege flessen inneem
vertelt hij over zijn vriendin
een echte drinker spoelt zijn flesjes niet om
terwijl cor vertelt over zijn vriendin
en hij bij elk detail zijn mouwen verder opstroopt
loopt het lauwe bier over mijn handen
mijn uniform in
terwijl cor vertelt over zijn vriendin
moet ik er langs vervloek ik de alcoholist aan het loket
de manager en zijn assistent
hij zaagt nu vast dikke bomen om in het noorden
ik zie hem lopen over de stammen die via de rivier naar de fabriek drijven
ik heb winkels afgezocht om mijn hoofd door zijn trui te kunnen steken
ik zou een gat in mijn broekzak willen scheuren
mijn vrouw lief willen aankijken
ik mag de tel niet kwijtraken
ik moet er langs
© Tsead Bruinja
terug naar boven
vier henry's
vier henry's liggen strak in het pak met hun buik
op een stoel door de lucht te zwemmen
de eerste kissinger brabbelt
een schutting bekladden of een eiland opblazen
ik neem liever een fout besluit dan dat ik
op de wijsheid wacht
er zoemt een mug rond het hoofd
van de tweede henry
die de natuurkundige feynman aanhaalt
waarom de natuur volgens wiskundige principes werkt
is een mysterie
vier keer gegniffel delen door één
en voegt toe
dat bedoel ik nou
de vier kissingers op hun stoelen knikken
en zwemmen door
het universum is een onmenselijk décor
waarin men een onmogelijk slachtoffer
kan zijn
keilt de derde de ruimte in
waarop vier kwispelende labradors op de mannen toe
komen lopen en hun de neuzen likken
dit is het teken meent de vierde
dus ze pakken hun vouwfietsen en rijden deze scène uit
om elk voor de lieve vrede hun eigen hachje
en hoezee hoezee
ons eeuwig brandende wereld te redden
© Tsead Bruinja
terug naar boven
herhaald verzoek
ik kijk om me heen
en er is niets nieuws niets ouds
dat ik open kan doen
jij klopt aan
en er zijn cafés er zijn boeken
die ik open kan doen
er zijn tafels
waar mensen aan zitten
misschien staat er in hun agenda
één verjaardag die het onthouden
waard is
en ik heb de meest waardeloze knieën
en ik vraag je
elke ochtend dat jij je ogen open doet
om de wereld nieuw te maken
vraag ik je weer
© Tsead Bruinja
terug naar boven
schuim
eerst het kleine flesje van het hotel dat in een streep onder water op de bodem ligt waar ze haar voet doorheen haalt om te kijken of het water niet te warm is een restje zeep dat we hebben meegenomen voor de zekerheid dan de bal badzout die ik over de rand rol die met een plons in het water valt en bruist kietelt kriebelt hoe ze lachend verdwijnt onder het schuim terwijl ik de camera haal en de handdoeken op de grond leg om het smeltende bellenpaleis op te vangen ik kom er bij ik kom er aan nog even en ik heb een baard een hoed en een snor van schuim het water stijgt de bergen storten langzaam in als ik uitstap en de badjas voor haar klaarleg op het wc-deksel hoeven we over trouwplannen niet meer te beginnen de cadeaus staan op tafel de koffie staat er naast
vreedzaam te dampen
© Tsead Bruinja
terug naar boven
gastspreker en voorzitter in de kantine
toen zij toegaven dat ze bang waren dat
als zij ons een vaste toelage zouden geven wij
niets meer aan ledenwerving zouden doen
omdat ze angstig worden van verenigingen
die zo slordig
die zo nutteloos onhandig
met hun bestand omgaan
gierden de zenuwen ons door de keel
ja steeg het schaamrood ons naar de kaken
en in mijn slapeloze nachten groeit zoiets al
snel uit tot een moeilijk toe te lichten punt
een zwierige hengelarm tijdens de vergadering
kon mijn gestotter daarom niet langer verdragen
al ben ik nieuw nou niet nieuw
maar een nieuw lid
toch wil ik mijn hart luchten
houdt u mijn tijd
in de gaten
zijn er voorwaarden
hoe kom je in aanmerking
hoe word ik toegelaten
bij hen
bij die
ziet u
wij worden niet alleen bij voortduring
gehinderd en dwars gezeten
door mensen van andere organisaties
maar ook en vooral
door onze eigen leden
© Tsead Bruinja
terug naar boven
koppelbaas
vader die niet goed kon melken stond vroeg op en droeg kalm
zijn arbeiders op wat te doen eindeloos was zijn vindingrijkheid zijn machine
kon tegelijk klappen en rooien totdat mijn tere en bleke zus
is na haar brandwonden rustiger geworden en het zou een gemiste kans zijn
de subtiele verschuivingen in haar karakter ongebruikt en onbenut te laten
men wil het pand tijdens de brand zien niet het krot erna
men weet de boodschap is een bouwval het nieuws vluchtig maar welk
dwaallicht schemert er nu door mijn grijze haar welke zoete onrust zoekt
naar die zachte tourette in mijn tong die gemene dans die haar
van me wegduwen zal hoe krijg je twee lelijke mensen bij elkaar
zodat je in een keuken kan gaan staan luisteren met een gezicht
als een versleten oude broek met een gezicht alsof je poepen moet
© Tsead Bruinja
terug naar boven
de wagen van de deen
voor hans wap
weet jij wie er vandaag onder de wagen
van de deen gaat liggen
onder de bedrijfswagen
wie er in de bedrijfswagen mag
de bootvluchteling
mag de bootvluchteling
in de bedrijfswagen
onder de wagen is het beschutter
daar houden die mensen van
je zult het zien
met de wagen van de deen
gaat heintje van hiernaast
de pui rammen van de bootvluchteling
had hij maar met zijn jatten
van de vrouw van de deen
af moeten blijven
maar met zijn nieuwe wagen
ja joh
je moeder en een halfnaakte bosuil
© Tsead Bruinja
terug naar boven
dienst
de ziekte van alzheimer heeft veel variaties
misschien wel net zoveel als de liefde
joop schafthuizen
ik laat mij graag de wet voorschrijven door een ander
zo draagt enzensberger me op lees geen odes mijn zoon
lees de dienstregelingen die zijn secuurder
dus begeef ik me naar het dichtstbijzijnde bushok
tien over half kwart voor en een op het hele uur
onder het bord wacht een reiziger op ontbinding
zijn mond praat niet langer met zijn ontruimde hoofd
wat daar nog woont heeft vertegenwoordiging nodig
de mannen zijn zomers vrolijk want vrouwen lopen
in minder kleren rond de reiziger onder het bord
klemt in zijn hand een envelop met naam en adres
tien over half kwart voor en een op het hele uur
het oude afschrift van de griffier brandt in zijn hand
in zijn hoofd stormt een zitting met gesloten deuren
wat daar nog woont heeft vertegenwoordiging nodig
nietig verklaard in wat hem rest van zijn kietelschil
zonder taal als vacht en reden is onrust een bittere pil
tien over half kwart voor en een op het hele uur
het voorschrift stond in de huis aan huis van deze streek
op een feestdag als deze lopen vrouwen in minder kleren
bijna vergeten dat er in zijn hoofd rood licht brandt
wat daar nog woont heeft vertegenwoordiging nodig
mijn mond verstaat niet langer mijn ontruimde hoofd
om tien over half kwart voor en een op het hele uur
ik laat mij graag de wet voorschrijven door een ander
wat hier nog woont heeft vertegenwoordiging nodig
© Tsead Bruinja
terug naar boven