koppelbaas

vader die niet goed kon melken stond vroeg op en droeg kalm
zijn arbeiders op wat te doen eindeloos was zijn vindingrijkheid zijn machine
kon tegelijk klappen en rooien totdat mijn tere en bleke zus
is na haar brandwonden rustiger geworden en het zou een gemiste kans zijn
de subtiele verschuivingen in haar karakter ongebruikt en onbenut te laten
men wil het pand tijdens de brand zien niet het krot erna

men weet de boodschap is een bouwval het nieuws vluchtig maar welk
dwaallicht schemert er nu door mijn grijze haar welke zoete onrust zoekt
naar die zachte tourette in mijn tong die gemene dans die haar
van me wegduwen zal hoe krijg je twee lelijke mensen bij elkaar
zodat je in een keuken kan gaan staan luisteren met een gezicht
als een versleten oude broek met een gezicht alsof je poepen moet



© Tsead Bruinja


terug naar boven






specialist op het gebied van kozijnen

het regent en de specialist op het gebied van kozijnen zegt
dat het aan het werk van zijn mannen niet kan liggen

ik zit aan tafel met mijn onderbuurman die na vijf jaar
heeft besloten over de watervlekken heen te verven

vroeger schreef ik gedichten over mijn vader en moeder
over opa's en oma's met een rustiek en pijnlijk verleden

nu luister ik naar mijn buurman

in uw huis zullen mensen wonen
die te lui zijn om op te staan

mensen die u niet kent
die werken en weer naar huis gaan

ze worden ouder
ze worden ronder

ze proberen de kilo's eraf te lopen

ze zwaaien een kind uit
en hangen voor het slapen gaan
hun kleren over de stoel

hun leven is een koelkast
waaruit je na een nacht zwaar drinken
een goed belegde boterham
vandaan tovert

ik weet het

er liggen betekenissen op de loer
die dit gedicht kunnen bederven

ergens zingt iemand

kom niet samen
kom niet samen

drijf een wig

maar mijn vrouw houdt mijn week oude nichtje op haar schoot
en ik raak er niet op uitgekeken hoe goed het haar staat

we bespreken hoe het moet met de werkkamer
hoe en waar we zelf dan moeten gaan slapen

een zucht en het kind verdwijnt uit onze gedachten
we slaan een hoek om en zoeken een goed restaurant

stiekem terwijl we al lang over iets anders praten
kijk ik naar het kindje dat niet in haar armen ligt

het ademt en het beweegt
het is er bijna


© Tsead Bruinja


terug naar boven


 

vier henry's

vier henry's liggen strak in het pak met hun buik
op een stoel door de lucht te zwemmen

de eerste kissinger brabbelt

een schutting bekladden of een eiland opblazen
ik neem liever een fout besluit
dan dat ik op de wijsheid wacht

er zoemt een mug rond het hoofd van de tweede henry
die de natuurkundige feynman aanhaalt

waarom de natuur volgens wiskundige principes werkt
is een mysterie

vier keer gegniffel delen door een

en voegt toe

dat bedoel ik nou

de vier kissingers op hun stoelen knikken
en zwemmen door

het universum is een onmenselijk décor
waarin men een onmogelijk slachtoffer kan zijn

keilt de derde de ruimte in

waarop vier kwispelende labradors op de mannen toe
komen lopen en hun de neuzen likken

dit is het teken meent de vierde

dus ze pakken hun vouwfietsen
om elk voor de lieve vrede hun eigen hachje
en hoezee hoezee

onze eeuwig brandende wereld te redden


© Tsead Bruinja


terug naar boven




een benauwde dag

de grond wordt op de aarde
gedrukt als een boodschap
op het hart

de lucht achter de bomen
loopt vast

wij schatten de afstand
en beginnen met rennen

wij schatten de afstand
en omhelzen elkaar

wij schatten de afstand
en blijven van elkaar af

de hand door het warme haar
van een man
van een kind

herfstzon door de takken

de wind

het mechaniek knarst

de lucht achter de bomen
loopt vast



© Tsead Bruinja


terug naar boven


 

schuim

eerst het kleine flesje van het hotel dat in een streep onder water op de bodem ligt waar ze haar voet doorheen haalt om te kijken of het water niet te warm is een restje zeep dat we hebben meegenomen voor de zekerheid dan de bal badzout die ik over de rand rol die met een plons in het water valt en bruist kietelt kriebelt hoe ze lachend verdwijnt onder het schuim terwijl ik de camera haal en de handdoeken op de grond leg om het smeltende bellenpaleis op te vangen ik kom er bij ik kom er aan nog even en ik heb een baard een hoed en een snor van schuim het water stijgt de bergen storten langzaam in als ik uitstap en de badjas voor haar klaarleg op het wc-deksel hoeven we over trouwplannen niet meer te beginnen de cadeaus staan op tafel de koffie staat er naast
vreedzaam te dampen

 

© Tsead Bruinja


terug naar boven

 




cor

cor neemt een trekje van zijn sigaret
ik moet er langs

cor heeft een gat in zijn broekzak waar de hand van zijn vriendin doorheen past
hij heeft vijf schipperstruien vijf spijkerbroeken en een paar kisten

terwijl hij met zijn harige armen
de stinkende bakken bloemkool uit de koeling haalt
en ik de lege flessen inneem
vertelt hij over zijn vriendin

een echte drinker spoelt zijn flesjes niet om

terwijl cor vertelt over zijn vriendin
en hij bij elk detail zijn mouwen verder opstroopt
loopt het lauwe bier over mijn handen
mijn uniform in

terwijl cor vertelt over zijn vriendin
moet ik er langs vervloek ik de alcoholist aan het loket
de manager en zijn assistent

hij zaagt nu vast dikke bomen om in het noorden
ik zie hem lopen over de stammen die via de rivier naar de fabriek drijven

ik heb winkels afgezocht om mijn hoofd door zijn trui te kunnen steken

ik zou een gat in mijn broekzak willen scheuren
mijn vrouw lief willen aankijken

ik mag de tel niet kwijtraken
ik moet er langs



© Tsead Bruinja


terug naar boven





herhaald verzoek

ik kijk om me heen
en er is niets nieuws niets ouds
dat ik open kan doen

jij klopt aan

en er zijn cafés er zijn boeken
die ik open kan doen

er zijn tafels
waar mensen aan zitten

misschien staat er in hun agenda
één verjaardag die het onthouden
waard is

en ik heb de meest waardeloze knieën

en ik vraag je

elke ochtend dat jij je ogen open doet
om de wereld nieuw te maken

vraag ik je weer


© Tsead Bruinja


terug naar boven