Gedichten uit Batterij (Contact, 2004)
vier en een half volt legotreintje
verdwijnt in de groene tunnel
van papier-maché
twee jongensbenen in de lange
blauwe broekspijpen
van een jeans
de moeder als man in uniform
de vader als vrouw thuis
wie speelt voor god
wie kiest het scharnier
hij trekt de stekker uit de houder
en legt zijn tong tegen de polen
vier en een half volt tong
trekt zich terug
in de mond van een tunnel
de tong als mond
praliné
© Tsead Bruinja
terug naar boven
sarah & veronica (kollum drachten en afrika)
de jongen van twaalf achter het klasraam weet hoe sarah krijst
sarah is veertig en kaal
sarah heeft een mes in de tas
krijst
sarah van de drie bulten bij het park
sarah heeft een mes in de tas
jakkert een brief op de post
brief uit de tas
krijst
in de studio wordt daar een beat ondergezet met veel galm op de snare
door een drummer die zich grasmaaiend naar het einde snuift
de lamp boven beiden en schijnt op het dorre gras
sarah
ijstaart in de piepschuim doos
en je tantes vieze poedel
de lekkere wijven van veronica
de vale reigers van veronica
een handvol rijst voor de girokinderen
en voor de vliegen op hun ogen
uit afrika
zien ze het niet geef hen dan
de lekkere wijven van veronica
de vale reigers van veronica
een
icoon
© Tsead Bruinja
terug naar boven
je koude handen om de voorraad
de wieg en het vuur
de wieg in brand
de brand in de wieg
de wiegende brand
de brand aan je kont
de bliksem in je bol
de lach aan je kont
het velours trainingspak is een aardappelschil die je in een keer uit moet kunnen krijgen
in een keer de helix dat truttige liedje van haar natte lijf
de vrachtwagen
tegen de garagedeur
van het magazijn
van de supermarkt
de vrachtwagen
in de winter
jij wilt dat baantje hè
jij wilt dat baantje
met uitzicht op de dampende pan rijst
buitengezet door de vriendelijkste chinezen
om af te koelen in die open deur
van dat restaurant
onmogelijk
de mussen vliegen af en aan
je koude handen om het ijzer
de containers met voorraad
zijn handen in de winter
de containers met lege flessen
misschien wordt het wel knokken
© Tsead Bruinja
terug naar boven
verborgen arbeidend
stuwende en gestadig is het eigen leven
verborgen arbeidend; totdat het diepst verlangen
tot rust wordt in het woord
Ida Gerhardt ‘Kosmos’
ik breng je naar het park
waar in de lente reigers
de lelijkste geluiden
waar takken na de winter
hun verborgen arbeid
naar buiten
waar ik een lome zon
en speelse honden
zocht
en de dunne nacht
het zou haar gaan spijten
ons fles en glazen bracht
ik breng je naar het park
waar ik kan het niet helpen
kaarsen
ik breng je
de winter stuurde me
met oog en vacht
ik breng je
maak je geen zorgen
in de lente maken reigers
de lelijkste geluiden
breng je nacht
© Tsead Bruinja
terug naar boven
portier
rook uit de jaren zeventig slaapt in zijn snor als woede op
kinderen in een rijdende ford escort waar vader het woord
zijn onbewezen ongelijk logeert
even kijken wie de lekkerste borsten heeft tijdens het college
even snoepen van de truitjes in de pauze
mijn mond is een klooster vol oeh`s en ah`s
maar ik laat mijn broek niet zakken
ik laat mijn kaak niet zakken
voor de docent
in zijn dorp vechten meerkoeten en eksters
aan zijn tak wipt een doezelende druif op en neer
ik wil een machtige sleutelbos als conciërge
ik wil een niet te beledigen behendigheid
met apparaten
en
tijdens het vele repareren
wil ik vaak niets liever dan hartelijk komen kijken
bij wie de heerlijkste borsten had
in mijn dorp vechten meerkoeten en kraaien
© Tsead Bruinja
terug naar boven
bedraad
voor Falco & Jeanny
adem in de morgen prikkelraad in mond vol slaap
laat het oor broeden op haar laatste warme handen
bloed zoekt nu nog even vingers niet
laat de klamme nacht onververst
sla krammen in de planken
bedraad de bedrand met zoete stekels
dat er een spoor van snoep zal zijn
waar zij haar benen licht
zeg gezicht wat lach je in de koelkast
mandje waar mijn mond lieve woordjes
in lekt zeg vergeef me voor wat
ik van je heb gegeten
wek haar niet
kijk naar buiten
zo hartstochtelijk bemind en beduveld
zo als een zielepietje uit het nest gekukeld
zo open en zonder wapen
zoek haar honger zoek iets glimmends en fels
zoek een kwijlende hond
om haar op een afstand te bewaken
maar wek haar niet
wek haar niet
ga naar buiten
© Tsead Bruinja
terug naar boven
adem
voor wie na dit lichaam
verschijnt en in zijn bed
klimt vannacht
kruip dicht tegen haar aan
kruip dicht tegen hem aan
houd jezelf vast en
luister naar je adem
loop desnoods naar het
koude raam en bevochtig
voor wat na dit lichaam
verdwijnt en geen meer
havent
ik dank je alvast
voor de weg die je was
en blaas
voor wie hier na
voor wat hier na komt
adem
© Tsead Bruinja
terug naar boven