Divers uit de Pers en van het internet 2011 'Reiniging spuit Voetleespad per abuis weg' - Corrie Verkerk, Parool 20-07-2011 2010 In moai ferskaat - Jacob Haagsma over mijn bijdrage aan de DVD/CD Dylan in het Fries, Leeuwarder Courant, 26-11-2010 2009 De Friese Toppers - Friesch Dagblad en de Leeuwarder Courant, september 2009 OVER HET FRIEZENBAL 10-03-2009 Friesland regeert in Paradiso - Richard van de Crommert, De Telegraaf, 13-03-2009 DICHTER DES VADERLANDSVERKIEZINGEN 'Brave respectabele dichters' - Ilja Pfeijffer Hoe word ik een beroemd schrijver (Arbeiderspers 2012) * Dichtbundel van Bruinja binnen 12 uur 1100 keer gedownload - Leeuwarder Courant, 20-12-2008 2008 'Zingende dichter' - Willem Thies op Poëzierapport, eind juni 2008 'Bezoeker legt dan geen 16,90 euro neer voor een bundel van Bruinja' - Menno Schenke, AD, 29-01-2008 Hartstocht, daar gaat het dus om - De Groene Amsterdammer, 28-11-2006 'Prijzen zijn mooi, vooral als je geen geld hebt' - Leeuwarder Courant, 30-11-2005 'Nog meer in vuur en vlam' - Hanne Suuter, Epibode, 27-11-20002 2001 'Fries dichter in Stad' - Loeks, juni 2000 Door Ilja Pfeijffer ...De vijf kandidaten die overbleven, waren allemaal brave respectabele dichters. Je kunt je er geen buil aan vallen. Hagar Peeters, Ramsey Nasr, Joke van Leeuwen, Tsead Bruinja, Erik Menkveld, stuk voor stuk lieve, nette, jonge mensen die fijne gedichten kunnen schrijven voor de mensen. Nasr had als stadsdichter van Antwerpen bewezen dat hij felle, vlijmscherpe, razendknappe gelegenheidsgedichten kan schrijven. Hij is net als Peeters en Van Leeuwen een groot performer die aanspreekt bij een groot publiek. Menkveld leek het allemaal niets te kunnen interesseren. En Bruinja leek te gaan winnen, omdat hij het slimste campagne voerde en omdat hij de officiële steun had van De Contrabas, de belangrijkste poëziesite van dat moment. Maar je kunt je toch in alle ernst afvragen waar het allemaal over 45 ging. Het was alsof je voor het Nederlands Elftal alleen maar spelers van Vitesse mocht selecteren. Waar waren de grote dichters van naam? Waar was iemand met het gezag en de allure van Komrij? Waarom stond Hans Verhagen niet op de lijst, de winnaar van de pc Hooftprijs, die al decennialang steengoede, geëngageerde gedichten schrijft? Waarom was H. H. Ter Balkt gepasseerd, die andere pc Hooftprijswinnaar die beter dan wie dan ook kan verwoorden dat alles in dit land naar de klote gaat? En als je per se een jonge dichter wilt, waarom neem je dan Erik Jan Harmens niet op in je shortlist? Hij heeft zo’n stevig en kritisch gedicht over Amsterdam geschreven dat hij het niet mocht voorlezen op de nieuwjaarsreceptie van de burgemeester. Zo’n Dichter des Vaderlands hebben we nodig. Of neem Joost Zwagerman, die met Roeshoofd hemelt heeft bewezen dat hij op duizelingwekkende wijze kan verwoorden wat er mis is in deze verbijsterende tijden. Het was een schertsvertoning. Het was een grap die uit de hand was gelopen. Dichters werden gekwetst en vernederd. De valse schijn werd opgehouden van een vrije keuze uit de vijf beste kandidaten. En iedereen nam het veel te serieus. De kandidaten moesten een programma hebben. Plannen voorleggen. Campagne voeren. Houd er toch mee op! De campagne ontaardde in een scheldpartij. ‘Het is ongelooflijk pijnlijk,’ zei Komrij, ‘om dichters over elkaar heen te laten buitelen, allerlei would-be-dichters het hoogste woord te laten voeren, mensen te vernederen en het nooit één keer over iemands gedichten te hebben. Het is gewoon een grote triomftocht van allerlei kleine keeltjes. Dichters zijn geen profeten, maar hier zijn het ook niet eens bandieten en schurken. Het zijn gewoon een handvol kleine boekhouders, krententellers en jaloerse schepsels die bijna nóg erger zijn dan de niet-dichtende mens. Als dat de poëziewereld is, moet de poëzie maar afgeschaft worden. Ik denk dat er van die honderd dichters die zich geroerd hebben hooguit twee of drie tussen zitten wier poëzie ook maar van enig belang is. Eigenlijk moet je zeggen: rot op, ga eens een gedicht schrijven, doe eens je best.’ Uiteindelijk werd eind januari 2009 bekendgemaakt dat de verkiezingen waren gewonnen door Ramsey Nasr, tot grote ver46 rassing van iedereen, niet in de laatste plaats van Tsead Bruinja, die zich zeker achtte van de overwinning. Soms kom je op grond van verkeerde argumenten tot de juiste conclusie. Soms leidt een ontoelaatbare procedure tot het gewenste resultaat. De verkiezingen van de derde Dichter des Vaderlands waren schandalig. Maar Ramsey Nasr is niet alleen een erg goed en interessant dichter, maar ook bij uitstek gekwalificeerd voor het ambt...
Bron: Hoe word ik een beroemd schrijver (Arbeiderspers, 2012)
'Neem die letters met je voeten mee' Foto door Dingena Mol Door Corrie Verkerk Een wereldpremière bij restaurant Open op het Westerdoksplein. Daar werd gisteren het eerste 'voetleespad' in gebruik genomen. Het woord staat niet in het woordenboek en van dit 'voetleespad' zal over drie maanden tot een half jaar niets over zijn. Dan moeten de op het Westerdoksplein geverfde gedichten door voetgangers, regen en wind zijn uitgewist. "Maar dan zijn die teksten misschien door jullie meegenomen en zullen ze eeuwig voortleven," zegt publiciste Eveline Brilleman bij de opening van het gedichtenpad. Poëzie in grote, witgekalkte letters, die met voeten getreden moet worden. Brilleman schreef twee jaar geleden een boekje over de buurt: Rondom het Westerdok. "Vroeger had je hier treinen. Die zijn verdwenen. Daarna kwamen de krakers in de douaneloodsen, maar die zijn ook al lang weer weg." En zo veranderde een eiland dat eigenlijk nooit een eiland was, maar wel een roemrijke geschiedenis kende. Het gedicht van Paul Rood herinnert aan die vervlogen tijden: 'De tijd schrijdt voort. / Waar eens op een stralende ochtend van een junidag in 1730 de geur van teer en touw, vis en vuil, de neusgaten vulde. / Waar eens, op een regenachtige oktobermiddag in 1903, schurende en schuivende treinwielen werden gehoord. / Daar bieden nu op een heldere voorjaarsmiddag in 2011 driedimensionale bakstenen de ogen rust. / De materie verandert, de tijd schrijdt voort.' Nu speelt een kind op de geschilderde straatkunst, zich niet bewust van wat dan ook. Een vrouw grijpt naar haar mobieltje en houdt even stil bij de letters onder haar voeten. En een oudere vrouw mijmert over vroeger, toen de buurt zo anders was. Er is nog geprotesteerd tegen de panden die nu op het plein staan, weet ze. Of de twee jonge bewoners die vanaf een balkon het poëzieritueel gadeslaan, daar nog van op de hoogte zijn? In elk geval applaudisseren ze spontaan na het voorlezen van één van de gedichten. Vorig jaar, tijdens een poëziemiddag in restaurant Open, kreeg het idee gestalte. Rood vond het jammer dat zo weinig poëzie in de openbare ruimte te lezen was. Brilleman: "Iets op gevels zetten? Daar moet je een vergunning voor hebben. En een gedicht op gevels projecteren is ook geen optie, want dat kost te veel geld." Maar met wat hulp van Open en het stadsdeel kon wel 'gespoten' worden. Nu is de kunst op de grond gekalkt. Met een enorme spuitbus. "Eigenlijk een soort slagroomspuit," zegt illustrator/typograaf en beeldend kunstenaar Symen Veenstra, alias Enkeling. "Zo'n apparaat waarmee normaal gesproken markeringen op de weg worden aangebracht." De hevige regen en storm gooiden donderdag bijna roet in het eten, maar gelukkig schijnt vandaag de zon. Vriendin Margje rekende, zette streepjes en telde de leegtes tussen de zinnen. Niets verscheen klakkeloos. Enkeling: "Het voelde alsof we wegwerkers waren die stiekem poëzie spoten." Het langste gedicht is zowel van voren als van achteren te lezen. De maker, Tsead Bruinja, draagt voor. Een flard: 'Brug. Plein. Trein. / Kom je thuis of kijk je rond. / Weet je waar je bent als je thuis bent. / Kom je alleen of staat er iemand naast je. / Sta je er alleen voor als je samen bent. / Gaat de trein of komt de trein. / Is er iemand aan boord die je misschien kent. / Waait de wind of draait de wind ( )' Een wandelaarster heeft het ritme van de poëzie helemaal 'onder de voeten'. "Het voelt alsof ik loop op de cadans van de tekst." De makers zijn er blij mee. "En dan is het nu tijd voor de bitterballen."
Bron: Het Parool, 16-7-2011
Reiniging spuit Voetleespad per abuis weg Door Corrie Verkerk AMSTERDAM Commotie rond het net geopende 'voetleespad' aan het Westerdoksplein. Medewerkers van restaurant Open sloegen gistermorgen alarm toen ze zagen hoe mannen van de stadsdeelreiniging korte metten maakten met het nieuwe poëziepad. Een deel van de gedichten, in grote witte letters op de stenen van het plein gekalkt, werd zonder pardon weggespoten. En dat terwijl het kunstpad vrijdag nog vol trots was gepresenteerd. Een 'wereldpremière', tot stand gekomen met hulp van Open en met een financiële bijdrage van 2500 euro van het stadsdeel. De route was, wisten ook de makers, geen lang leven beschoren. "Over drie maanden tot een halfjaar zouden de teksten weggesleten zijn," aldus Eveline Brilleman, één van de initiatiefnemers. Maar vier dagen? Dat was wel erg kort. Openeigenaar Gerry Mekes sprak de mannen van de reiniging aan en toonde hun de nodige papieren over het kunstproject. Niks illegaals aan. Mekes: "Het ziet er ook allesbehalve als graffiti uit. Ze trokken een beetje wit weg en zijn vertrokken." Bij het stadsdeel zat men gisteren enigszins met de kwestie in de maag. Hier was, aldus een woordvoerder, sprake van een duidelijk gevalletje van miscommunicatie. "Iemand uit de buurt had een klacht bij de reiniging ingediend. Kennelijk een poëziecriticus of iemand die het niet op prijs stelt, op die letters uit te kijken." Er wordt gepraat over een oplossing. De kunstenaars willen dat de poëzie gewoon terugkeert. Dichter Tsead Bruinja kan ondertussen wel lachen om het absurde van de situatie. "Maar het is natuurlijk niet leuk. Ik heb mijn gedicht speciaal hiervoor geschreven, heb er een stuk gevoel inzitten." Hij heeft nog geluk gehad. De schoonmakers staakten hun actie na een derde van zijn werk te hebben verwijderd. Dat van Paul Rood vol herinneringen aan de historie van het Westerdok was al, letterlijk, van de aardbodem verdwenen. Bruinja: "Als het terugkeert, kunnen we meteen een fout herstellen. Er stond driemensionaal in plaats van driedimensionaal." De woordvoerder van het stadsdeel ziet een zonnige zijde. "Kunst hoort prikkelend te zijn. Dat is op deze situatie zeker van toepassing."
Bron: Het Parool, 20-7-2011 Door Jacob Haagsma It is mei de ferskes fan Bob Dylan hast lykas mei de stikken fan jazzpianist Thelonious Monk. Spylje sokken it sels, dan klinke se hast útwrydsk en yn alle gefallen tige eigen en karakteristyk.
Pas yn de útfiering fan oaren docht bliken hoe, ja, universeel as se eins binne, hoe melodieus ek. Bron: Leeuwarder Courant, 26-11-2010
Door Rudi Wester Groot is het protest tegen de plannen van het nieuwe kabinet om 200 miljoen op de kunstsector te bezuinigen. En terecht. Inclusief het voorstel om het Muziekcentrum van de Omroep op te heffen (31 miljoen) en het btw-tarief op kunstaankopen en toegangskaartjes naar 19 procent te verhogen (opbrengst onduidelijk), wordt de culturele sector onevenredig hard getroffen met een bezuiniging van 40 à 50 procent. Waarom eigenlijk? Want buiten de kaalslag die in Nederland zal plaatsvinden, wordt ook een belangrijk exportproduct onderuit gehaald: de Nederlandse kunst en cultuur. Wat als in het buitenland geen tentoonstellingen van hedendaagse beeldende kunst, fotografie en design, geen optredens van musici, geen dans- of theatervoorstellingen, geen vertalingen van Nederlandse literatuur en geen films meer te bewonderen zijn? Dan derft de Nederlandse schatkist niet alleen miljoenen, maar loopt ook het imago van Nederland als een rijk geschakeerd cultureel land onherroepelijk schade op. Dat imago is te danken aan het noeste werken en inventieve ondernemen van honderden kunstenaars en de sector- en cultuurfondsen. Ik heb het tientallen jaren van dichtbij meegemaakt. Eerst als directeur van het Nederlands Literair Productie- en Vertalingenfonds. Dit fonds had tot taak vertalingen van Nederlandstalige en Friese literatuur in het buitenland te bevorderen. Het was in de tijd dat de Nederlander zei vooral geen Nederlandse literatuur te lezen, maar de voorkeur te geven aan Amerikaanse en Engelse schrijvers. Net als de nieuwe staatssecretaris van Cultuur, Halbe Zijlstra, die Robert Ludlum, Tolkien en James Clavell als favorieten heeft. Niets op tegen natuurlijk, maar ik kan hem aanraden om, naast Geert Mak, ook eens Arnon Grunberg, Hella Haasse, Kader Abdolah, Saskia Noort, Cees Nooteboom, de Friese dichters Tjebbe Hettinga en Tsead Bruinja, Anna Enquist en anderen te lezen, want die zijn in tientallen talen vertaald en de buitenlandse lezer lust er wel pap van... Bron: Opinie en Debat, Volkskrant, 29-10-2010
Door Jacob Haaqsma GRONINGEN - Rapper Typhoon (Glenn de Randamie) was twaalf toen hij zijn eerste tekst schreef, uit boosheid over racisme. Muzikant Spinvis (Erik de Jong) was even oud bij zijn eerste pennevrucht, over zijn dode kat. Beiden schreven toen nog in het Engels. Dat is in ieder geval veranderd. Het Gastschrijverschap aan de Rijksuniversiteit Groningen bestaat 25 jaar. Om dat te vieren is er dit seizoen niet zozeer één schrijver te gast, maar een heel genre, door de hoge cultuur vaak enigszins veronachtzaamd: pop, en poptekstschrijvers. De reeks wordt de komende weken voortgezet met onder anderen Freek de Jonge, Stel Bos Ellen ten Domme en Huub van der Lubbe. De aftrap van 'Bloedende ha, ten', zoals het programma gedoopt is, leverde een afgeladen aula in het Groninger Academiegebouw op: een bonte verzameling van reguliere studenten. oudere popliefhebbers. aansto, mend raptalent en een aardige vertegenwoordiging van de Leeuwarder Academie voor Popcultuur. Dicky Gilbers, ouddocent aldaar, zit in de selectiecommissie. Typhoon en Spinvis (Monkees en Gorilla, zijn mijn voorbeelden") worden geen van beiden graag herinnerd aan hun eerste schrijfsels, vertellen ze gespreksleider Leon Verdonschot. Ze hebben sindsdien hun eigen stem gezocht en gevonden. Het gebruik van het Nederlands speelde daarbij natuurlijk een grote rol, bij Spinvis geïnspireerd door punkbands uit zijn woonplaats Utrecht. Hij streeft ernaar om voorbij de anekdote te raken. Het verdriet om die kat is het verdriet van alle mensen", zegt hij, dat moet je duidelijk maken.- Ook Typhoon is erachter dat je niet eeuwig boos kunt blijven. Je moet het stileren, je moet ruimte in je tekst durven maken." Bij Spinvis komt dat vooral neer op _het weghalen van betekenis". Spinvis kreeg onlangs de Johnny van Doorn-prijs. De jury prees hem met de woorden Nimmer is een Nederlandse singer-songwriter dichterbij literatuur gekomen dan Spinvis." Goedbedoelde woorden, vindt hij, daar niet van. Maar daaruit zou blijken dat literatuur het hoogst haalbare is, hoger dan muziek. En zo zit het niet. Terwijl Typhoon over een jaar of tien wel een bundel met verzamelde rapteksten voor zich ziet, haalt Spinvis het niet in zijn hoofd. Het moet geluid worden, we zijn bezig met geluidskunst. Muziek 'ode hoogste muze, en wij schurken daar tegenaan. Omdat we met ons lichaam werken, onze stem. Daarom zijn wij hoger dan die schrijvertjes en poefen." Hij kreeg er luidkeels applaus voor, maar na afloop werden hij en Typhoon toch bedankt met een ouderwetse, papieren dichtbundel: Overwoekerd van Tsead Bruinja.
Bron: Leeuwarder Courant, mei 2010 & www.meinderttalma.nl door Meindert Talma Op bevrijdingsavond keek ik naar 'Benali in boeken', een boekenprogramma waarin de schrijver Abdelkader Benali op zoek gaat naar de literaire hartslag van zes Nederlandse en Vlaamse steden.DeAmsterdamseMarrokaan was in de Martinistad beland en vroeg zich hardop af: 'Groningen Hier hangt in het najaar de geur van suikerbieten. Al het literaire talent in deze stad stelt zich vroeg of laat de vraag: Moet ik gaan of moet ik blijven? Als je hier blijft moet je wel verdomd goed weten wat je hier houdt, zo ver weg van de literaire kerncentrales.' Sommige kijkende stadjers keken vreemd op, want de Groningse suikerfabriek is al ruim twee jaar gesloten. Benali had zeker een paar columns gelezen van Martin Bril die, als hij weer eens terug was in Groningen, altijd weer begon over die heerlijke, bitterzoete geur van suikerbieten in het najaar. Met Dirk vanWeelden, de vroegere Groningse schrijverskompaan van Martin Bril, ging Benali een stukje hardlopen langs de Amsterdamse Bosbaan. 'Om een échte schrijver te worden', hijgde Dirk, 'moest ik weg uit Groningen.' Abdelkader knikte begrijpend. Dirk en hij leken op elkaar. Beide lopers van marathons. Beide schrijvers van Amsterdamse, kosmopolitische meesterwerken. Beide presentatoren ook van een intellectueel televisieprogramma op de nationale televisie. Even later stond hij met Hobbyrocker Rense Sinkgraven bij een begraafplaats gelegen op een wierde te Wierum. Nadat Rense een tijdje gemijmerd had over het schitterende weidse Groningse landschap zei Benali opeens: 'Iemand vertelde me: Zij die blijven in Groningen die oefenen in sterven.' 'Wie zei dat dan?', reageerde Rense verontwaardigd. 'Ik vind dus niet dat je hier stagneert in Groningen. De grond onder jouw voeten, daar is toch niks mis mee? Heel veel mensen kijken helemaal niet meer. Die gaan maar weg, maar weten helemaal niets meer van hun eigen geboortegrond of waar ze leven. Ze zien niets. Juist dat oog voor details kan heel belangrijk zijn, ook voor de kunst, want dan zie je alles beter.' Benali knikte weer een keer, maar het was duidelijk dat de lage, gemoedelijke Groningse hartslag niet aan hem besteed was. Snel nam hij de trein terug naar Amsterdam. De volgende dag reisde ik zelf met de trein naar de hoofdstad, waar ik in het zaaltje achter poëziewinkel Perdu enkele nummers zou zingen op de presentatie van 'Overwoekerd', de nieuwe gedichtenbundel van Tsead Bruinja. Voor de presentatie begon,kwamenTsead en ik te spreken over het programma van Benali. Tsead vertelde dat hij het indertijd na negen jaar wel had gezien in Groningen. Na alles georganiseerd en gepromoot te hebben wat er maar te bedenken was aan Groningse literatuurfestiviteiten, wilde hij weg. Enkele heftige relaties met vrouwen uit het Groningse dichterscircuit maakten deze stap nog gemakkelijker, want Groningen is niet een heel grote stad en het is met dichters net zoals met Friezen om utens: ze zoeken elkaar altijd weer op. In 2003 verhuisde hij eerst naar Diemen, om al snel in Amsterdam te belanden, waar hem nog mooiere literaire festivals, jury's en happenings stonden te wachten. En zoals bekend bij de trouwe lezers van de cultuurpagina van deze krant heeft Tsead zich in dezen niet onbetuigd gelaten. En ik? Ik blijf lekker zitten in Groningen. Eerst nog in Zuidhorn, maar L. struint al maanden elke dag op Funda. nl naar een betaalbaar huis in de mooiste stad van Nederland. Bron: Leeuwarder Courant, mei 2010 & www.meinderttalma.nl
Tsead Bruinja naar Nicaragua De zesde editie staat in het teken van de Nicaraguaanse dichter en priester Azarías H. Pallais (1884-1956). Naast optredens in het Granada Poëzie Park dragen de dichters hun werk voor in kerken, politiebureaus, buurthuizen, scholen en universiteiten. De vertalingen en de vliegreis van Lampe en Bruinja worden gesubsidieerd door het nieuwe Nederlands Letterenfonds. Bron: Leeuwarder Courant, 08-02-2010 Bruinja, Seunnenga en Talma samen op tournee Leeuwarden - Dichter Tsead Bruinja en de muzikanten Meindert Talma en Jankobus Seunnenga werken aan een gezamenlijk muziekprogramma waarmee ze op trournee gaan door Fryslân. De mannen zullen ieder vanuit hun eigen invalshoek werken, maar ook samen uitvoeringen voor het voetlicht brengen. Dat heeft Jankobus Seunnenga gisteren bekendgemaakt. Bron: Friesch Dagblad, 19-09-2009 Friese Toppers op tournee Bron: Leeuwarder Courant, 18-09-2009 Witteman: De vorige keer moest je bij wijze van spreken nog met een tasje in je handen naar de boekhandelaar om te vragen: 'Willen jullie mijn boek niet in de etalage leggen?'
Wieringa: Er waren er 437 van Joe Speedboat in de Nederlandse boekwinkel te vinden, dat wil zeggen eenderde boek per boekhandel.
Witteman: En hoe heb je dat weten op te kalefateren, dat aantal?
Wieringa: ...dat is minder dan van een dichtbundel van Tsead Bruinja.
(Gegrinnik in de zaal)
Witteman: Nou noem je wel een naam.
Wieringa: Maar goed dat was een reusachtig bezwaar, terwijl de recensies fantastisch waren, was het ('Joe Speedboat') nergens te vinden.
Door Richard van de Crommert Daar waar het Boekenbal slechts toegang biedt aan de elite van de literaire wereld, mag elke liefhebber wel naar binnen bij het Bal der Geweigerden. Toch was dit jaar alles anders. Kaartjes waren er weliswaar voldoende, maar een vriendelijke doch dwingende uitsmijter joeg in eerste instantie alle bezoekers beslist weg. "Er melden zich nogal veel mensen aan de deur, maar die komen allemaal voor een groot hiphopfeest in de grote zaal", excuseerde hij zich. "Daar treedt Q-tip op." Voor wie nog nooit van hem gehoord heeft: het is de rapper die A Tribe Called Quest heeft opgericht en meegedaan heeft op platen van Janet Jackson en Deee Lite. Wie uiteindelijk binnenkwam op het Friezenbal, laafde zich in een gemoedelijk feestje. Sonnema-meisjes deelden mixdrankjes uit. Pas na half elf kwam het pure spul door. Niet elke aanwezige kon het kruidendrankje op waarde schatten. Dichter Anne Feddema liet zich ontvallen: "Op een avond als dit moet gedronken worden. Maar in plaats van Berenburg heb ik veel liever een koude Kriek van de tap. Maar daar heb ik hier in de stad nog geen adresje voor gevonden." Bovendien zei een andere bezoeker: "Weet je wel dat echte Friezen geen Sonnema drinken. Die vinden dat nep en drinken de Berenburg van Weduwe Joustra." Voor het programma in Paradiso werd de in Amsterdam wonende dichter Tsead Bruinja aangezocht, die zelf een vlammende voordracht uit eigen werk deed. Na elke lezing klonk er groot gejuich in de bovenzaal van Paradiso. Optredens waren er van troubadour Gurbe Douwstra en gitarist Piter Wilkens. En die laatste kreeg de voetjes van de vloer. Er werden zelfs collectief sprongetjes gemaakt. Een dame die we in de gaten moeten houden, is de net afgestudeerde Elske DeWal. Onlangs heeft ze een aanbieding gekregen bij platenmaatschappij Universal. Op het bal werd gefluisterd dat de singer-songwriter dezelfde potentie heeft als Nynke Laverman. Volgens zanger Syb van der Ploeg is de muzikante in elk geval het best bewaarde geheim van Friesland. Aan het eind van de avond werd Tsead Bruinja geëerd door de organisatie. "Hij had Dichter des Vaderlands moeten worden." Nu is de in Antwerpen wonende Ramsey Nasr het geworden. Waar dat aan ligt? "De Friese en Nederlandse literatuur leeft volledig naast elkaar heen", vertelt Smit. Niet eerlijk, vindt hij. "Nog nooit heeft een Fries de PC Hooftprijs gewonnen. Statistisch gezien zou dat toch één keer in de dertig jaar moeten gebeuren. Dan wordt het nu wel eens tijd." Maar daar waar in de Stadsschouwburg het officiële Boekenbal rond de klok van half twee 's nachts nog naar een hoogtepunt toewerkte, doofde langzaamaan het licht in de bovenzaal van Paradiso. Niet erg, volgens Prins. Hij toonde zich tevreden over de opkomst. "Het was een vrij jonge boel en niet slechts een bijeenkomst voor bejaarden", stelde hij aan het eind van de avond vast. Bron: DeTelegraag, 13-03-2009 Dynamisch Friezenbal in Paradiso Door Pieter de Groot Het begon vijf jaar geleden als het Bal der Geweigerden voor schrijvers die geen kaartje hadden voor het officiële boekenbal. Inmiddels is het alternatieve boekenbal een traditie. Gisteravond stond het in het teken van de Friese literatuur. Het begon vijf jaar geleden als het Bal der Geweigerden voor schrijvers die geen kaartje hadden voor het officiële boekenbal. Inmiddels is het alternatieve boekenbal een traditie. Gisteravond stond het in het teken van de Friese literatuur. AMSTERDAM - Terwijl de genodigden voor het officiële boekenbal voor de ingang van de Amsterdamse Stadsschouwburg gisteravond rond half negen geduldig wachtten tot ze naar binnen mochten, was het honderd meter verderop dringen geblazen bij poptempel Paradiso, waar het alternatieve boekenbal plaatsvond. Dit door de stichting Letter en Feest georganiseerde bal stond ditmaal in het teken van de Friese literatuur. Had de publiciteit dan toch haar werk gedaan? Maar schijn bedroog. Eenmaal binnen splitste het publiek zich op, want de Friese poëzie bleek stevige concurrentie te hebben van een hiphopconcert en een rockevenement. De kleine zaal liep niettemin vol. Volgens de organisatoren waren er 170 kaarten verkocht aan een zeer gemêleerd publiek, waaronder opvallend veel jongeren, veelal door hun Friese kennissen in Amsterdam meegetroond. Daar was kennelijk ook op gerekend, want zoals het een poptempel betaamt, werd men geacht te staan. In het achterste deel van de zaal, bij de bar, leek het de hele avond staande receptie, waar ononderbroken gepraat, gelachen en vooral gedronken werd. Berenburg-cola was dankzij een Friese sponsor het favoriete drankje. Presentator Marcel Verreck moest de zaal geregeld tot stilte manen als hij aandacht vroeg voor de optredende dichters en zangers. De dichter Tsead Bruinja vertaalde dat onmiddellijk in het Fries: ,,Hâld jim even de bek.'' Gurbe Douwstra, die het bal opende, was niet van het podium te slaan. ,,Nu ik hier in Paradiso staat, wil ik er ik even van genieten.'' Douwstra was evenals Elske DeWall en Piter Wilkens gevraagd vanwege de vertolking van Leonard Cohen , maar daarnaast putten ze royaal uit hun eigen repertoire. Elske DeWall, die zei dat ze uit ,,het kleine dorpje Veenwouden'' kwam - waarom maken Friezen zich zo klein in een grote stad? - verontschuldigde zich dat haar repertoire Engels is. ,,Dan kan iedereen het in elk geval verstaan.'' Dat verstaan van het Fries was voor de mensen geen probleem, de dichters Hidde Boersma, Anne Feddema, Cornelis van der Wal en Tsead Bruinja lazen hun poëzie meestal afwisselend in het Fries en Nederlands voor. Stuk voor stuk bespeelden ze de zaal met veel flair. Elk optreden werd dan ook op veel applaus onthaald. Het publiek was minder gezapig dan dat van het Frysk Boekefeest van een paar weken geleden. Dat bleek vooral aan het slot toen Pieter Wilkens de aanwezigen wist te verleiden tot het meedoen aan zijn eigen vogeltjesdans, die van de 'ljip'. Na afloop kreeg iedereen een gratis balboekje met in twee talen het werk van de optredende dichters om thuis na te genieten. Organisator Peter Smit was na afloop een tevreden man. Volgend jaar weer? Bron: De Leeuwarder Courant, 11-03-2009 P.s. de volgende dag stond de volgende ingezonden brief in de krant: Olimpsk Bron: De Leeuwarder Courant, 12-03-2009
Het bovenzaaltje in Paradiso met zwarte gordijnen houdt de boze buitenwereld buiten. Het alternatieve boekenbal, georganiseerd door de Stichting Letter & Feest, heeft besloten dat de Friese taal extra aandacht behoeft. De aanwezigen, van wie minder dan de helft de Friese taal machtig is, kijken amechtig naar een documentaire over het vinden van kievitseieren. Gelukkig is de documentaire ondertiteld. "Hoe is de worst?" vraagt de Master of Ceremony (M.o.C.), nadat meisjes met Sonnemaschorten zijn rondgegaan met leverworst. Er staat een plastic bakje mosterd op hun aluminium presenteerschalen, en elk plakje worst heeft een olijk vlaggetje van de firma Kroon. Twee discobollen hangen lusteloos aan het plafond. Hier gaat het natuurlijk om de Friese cultuur. Dichter Anne Feddema leest met opgestoken vinger voor uit eigen werk. Hij begint met een citaat van Rainer Maria Rilke. Aan de rest valt geen touw vast te knopen. Vervolgens staat Elske DeWall met haar gitaar op het podium. Wanneer zij het tweede nummer in het Engels zingt, begint de Friese goegemeente er keihard doorheen te leuteren. Een verdieping lager hebben de gasten van het Q-Tip-feestje hoorbaar meer pret. Dat Friezen stug zijn, zelfs na een flinke injectie met berenburg, is maar weer eens bevestigd. Adviesje: mocht dit nog een keer worden herhaald, haal dan Epke (Zonderland) en Sven (Kramer) van stal. Bron: Het Parool, 11-03-2009
Flierbedekking besykje ik my te herinnerjen wannear't ik foar it lêst yn Gaasterlân west haw. Ik moat trettjin jier werom yn 'e tiid: it petear foar de Blauwe Fedde mei myn âld-leraar Ingelsk en master-oersetter Klaas Bruinsma yn syn fakânsjehúske yn Aldemardum. By myn oankomst wiist ien fan de bibliotekaressen wêr't ik myn apparatuer delsette kin. De flierbedekking yn de bibleteek bestiet út tapyttegels mei dêrop hieltyd deselde ôfdrukte tekst. It is in gedicht dat begjint mei: 'O lân fan wâlden, ikkers, greiden, besletten tusken sé en mar. Fan alle lannen hjir op ierde hâld ik myn Gaesterlân foar kar.' De bibletekaresse sjocht my lêzen en seit: 'It Gaesterlânsk Liet fan Fedde Schurer. Soene jo dat ek spylje kinne?' 'Nee, dat liet is my ûnbekend.' 'Dat is spitich, oars koenen we allegear moai meisjonge no?' Dêr binne Tsead, lykas altyd mei milimetere hier en in grutte laits op syn antlit, en Arjen Terpstra, in rizige man mei in steil boskje griis hier, gouden horloazje en cowboylearzen. 'Dû bist hielendal klear foar it petear mei Terpstra sjoch ik', wiis ik nei it T-shirt fan Tsead mei dêrop in revolvergekke cowboy. 'Ja', laket Tsead, 'even sjen oft ik him wat moaie cowboy- en indianeferhalen ûntfytmanje kin.' Dat slagget Tsead tige bêst. Terpstra lit him sjen as in man fan dizze wrâld. Hy is adrem en komt mei moaie ferhalen oer syn omkes en syn frou: 'At ik wer ris in wyld plan ha om op in sylboat nei Kaap de Goede Hoop te farren om dat iene ûnbewenne eilân op te sykjen, skoddet myn frou de holle en seit dat ik dat allinne dwaan wol om letter op feestjes sizze te kinnen: Moatst sjen wat ik dien ha! Hat se tink ik wol gelyk oan.' Oer syn heit, de ferneamde skriuwer Piter Terpstra: 'Us heit en ik wienen dei en nacht ferskil. We ha inoar noait goed lein.' Terpstra, dy't twa kear yn syn libben yn Amearika wenne hat, lêst allinnich Amerikaanske skriuwers as John Steinbeck. De twa oare Fryske bestsellerskriuwers dy't Fryslân de lêste desennia kend hat, binne net oan Terpstra bestege: 'Fan Rink van der Velde ha'k noch noait in boek lêzen. Fan Hylke Speerstra ha'k allinne Heil om seil lêzen. De Oerpolder wie te dreech foar my, dat boek snapte ik leau ik net hielendal.' It foarlêzen is minder Terpstra syn ding: 'Ik ha in ferrekte hekel oan foarlêzen. Mar it moat mar. Myn bêrn sizze ek altyd dat ik foar gjin meter foarlêze kin.' It docht letter bliken dat Terpstra sân bêrn hat, wêrfan trije hiele jonge. Ut it troch Tsead útsochte fragmint út De hearen fan Fryslân (Fanwege de drokke saken hie Terpstra it net oan tiid hân om him ta te rieden. Hy hie sels noch twa kear op it punt stien om de bibleteektour mar hielendal ôf te blazen) blykt dat it wol wat tafalt mei Terpstra syn hekel oan it foarlêzen. Sommige wurden sprekt er út op syn Hollânsk. At syn mobile tillefoan ûnder it foarlêzen ôfgiet, seit er: 'Dat sil myn frou wêze. Dy wol altyd witte wêr't ik úthingje. Is miskien ek net sa nuver.' Nei Terpstra syn foardracht sjong ik in pear lieten en draacht Tsead gedichten foar. 'Hjir in gedicht dat ik foar myn frou skreaun ha', seit Tsead by syn lêste gedicht. 'Doe't ik har fiif jier lyn frege om mei my te trouwen krige se sa'n prachtige glâns yn har eagen. It is spitich dat ik har, no't we troud binne, net noch in kear in oansyk dwaan kin.' 'Wat no', laket Terpstra, dy't fjouwer kear troud is en fertroud mei alle geheimen fan it houlik, 'is de glâns fuort?!' As ik alles ynpakt ha foar de weromreis falt myn each noch ien kear op Schurers lofsang op Gaasterlân. Soene der ek gedichten bestean oer flierbedekking? Ik ha oait in skoftsje wat hân mei in frou dy't it it leafste die op har âlde flierbedekking. Oardel oere letter fyn ik op ynternet dit gedicht fan it dichtersduo Jeska Brander en Sandra Andela: 'Kus me, kus me toch! / Jouw liefde is zoeter dan zout / je geurt naar actionparfum / jongen uit Friesland / wat ben je toch mooi / zo mooi als de vloerbedekking uit het wiskundelokaal.'
Het alternatieve boekenbal, vijf jaar geleden voor het eerst gehouden als het Bal der Geweigerden, staat dit jaar in het teken van het Friese gedicht. In een bovenzaal van Paradiso klinken op 10 maart - dezelfde dag als het officiële boekenbal in de Stadsschouwburg - tijdens 'Het Friezenbal' de hele avond de klanken van Friese dichters en zangers. AMSTERDAM - Schrijver Peter Smit is een van de organisatoren van het alternatieve boekenbal. Hij zit tevens in het bestuur van de stichting P. C. Hooft-prijs. ,,In de statuten van de P. C. Hooftprijs staat dat de prijs naar een Nederlandse, maar ook naar een Friese schrijver kan gaan. Dat laatste is nog nooit gebeurd. Dat kan toeval zijn - er wonen 600.000 mensen in Friesland, een dertigste van de Nederlandse bevolking - maar het heeft misschien ook te maken met de onbekendheid van de Friese literatuur. Toen we ons afvroegen hoe we die Friese literatuur wat meer bekendheid kunnen geven, kwamen we op het idee van het Friezenbal.'' Het was niet alleen de P. C. Hooftprijs die Smits interesse voor de Friese literatuur wekte, dat deed eerder ook Feyo Schelto Sixma Baron van Heemstra (1916-1999), die hij leerde kennen tijdens vergaderingen van de Vereniging van Letterkundigen. Sixma van Heemstra schreef onder het pseudoniem Homme Eernstma twee romans: 'Leafdedea' in het Fries en 'Roman Hagois' in het Nederlands. De verhalen van de baron rond die beide boeken intrigeerden Smit. Zo vertelde Sixma van Heemstra Peter Smit dat zijn familie bijna alle exemplaren van 'Leafdedea' en 'Roman Hagois' heeft opgekocht. Diens vader was jarenlang particulier secretaris van koningin-moeder Emma en later van haar dochter koningin Wilhelmina. In 'Roman Hagois' - een chronique scandaleuze over het vooroorlogse Den Haag - doet de schrijver een greep in de hofgeheimen die de Sixma van Heemstra's als deel van een hun eigen familiegeheim waren gaan beschouwen. Meest opzienbare feit daaruit is dat kroonprins Willem III in 1842, tijdens een orgie met veel drank en blote vrouwen in Paleis Het Loo, zijn vader koning Willem II heeft doodgeschoten. Het schandaal werd onmiddellijk in de doofpot gestopt, maar bleef nog lang in de hogere kringen circuleren. Peter Smit: ,,Ik heb op internet bij antiquariaten op zoek gegaan naar de beide romans van Sixma van Heemstra, maar het wordt bijna nergens aangeboden. Terwijl ik - als ik mijn eigen naam in tik - heel veel meldingen krijg. Sixma van Heemstra vertelde mij ook dat hij bij de notaris heeft laten vastleggen dat iedereen die dat wil zijn boeken opnieuw mag uitgeven. Het leek mij een leuk idee om als alternatief boekengeschenk de beide boeken van Sixma van Heemstra in een band te presenteren.'' Dat laatst had te veel voeten in de aarde om op korte termijn uit te voeren. Daarom is besloten bij wijze van alternatief boekenweekgeschenk een tweetalig bundeltje te maken met gedichten van Tsead Bruinja, Anne Feddema, Hidde Boersma en Cornelis van der Wal. Die dichters lezen tijdens het Friezenbal ook voor uit eigen werk. Piter Wilkens, Elske DeWall en Gurbe Douwstra verzorgen elk een optreden van twintig tot dertig minuten. Het is overigens de tweede keer dat er een alternatief Fries boekenbal wordt gehouden. Vorig jaar hield een groepje schrijvers op de avond van het Boekefeest - het startsignaal van de Fryske Boekewike - uit onvrede het vermeende oubollige karakter van het programma een eigen feest. Het officiële feest was toen in het atrium van het Fries Natuurmuseum in Leeuwarden, het alternatieve, door dichter Eeltsje Hettinga en journaliste Marijke Roskam georganiseerde feest in de bovenzaal van café de Scamele Ruter. Bron: De Leeuwarder Courant, 18-02-2009
Bron: De Leeuwarder Courant, 17-02-2009 Door Hans Mellendijk Het was me 'n boezerig begin, dit jaor. Met zeer wisselende stemmingen. Eerst de uitbundigheid bij de inauguratie van Obama. Een euforie die tot m'n verjaardag daags erna en de viering daarvan in 't weekeinde tot en met de zondag duurde. Maar dan de terugslag. Eindelijk sloeg dan toch ook bij mij Blue Monday in als een bom. Wetenschappelijk gezien welliswaar een week te laat. Maar gelukkig hadden vrienden me becadeaud met prachtige muziek van Marianne Faithfull en Tom Waits. Easy come Easy Go en Orphans: Brawlers, Bawlers & Bastards drukten dra de depressie de kop in. Om daarna dubbel zo hard terug te keren toen ik op gedichtendag terugkeek naar de strijd om het Dichterschap des Vaderlands.
Door Chris Morgenstern Ik tracht op poetische wijze / dat wil zeggen / eenvouds verlichte waters / mijn collegadichters te vermorzelen (vrij naar Lucebert). Na het wekenlange mediacircus rondom de verkiezing van de Dichter des Vaderlands en daarna ook nog eens de Gedichtendag, valt het niet mee je een tijd voor te stellen waarin dichters in eenzame afzondering, hongerend, smachtend, op goddelijke inspiratie wachtten. Nee, daar redt een dichter het allang niet meer mee. Hij moet een plan ontvouwen tot verheffing van het poëzieschuwe volk. Hij moet bloggen. Hij moet gepeperde opiniestukken schrijven in landelijke dagbladen. Hij moet, liefst ludiek, met zijn kop op de buis en zijn stem op de golven. Hij moet stad en land afreizen om in alle vroegte op winderige treinstations zijn dichtregels uit te strooien over nietsvermoedende forenzen. Heeft de dichter nog wel tijd om te dichten? Op de verkiezing zelf, nu ruim een week geleden, valt ook nog wel het een en ander af te dingen. Ten eerste: waarom een gekozen dichter? Daarvoor is het ambt toch veel te deftig? Als er iets is waarvoor het koningshuis geschikt is, lijkt me, dan voor de benoeming ener Dichter des Vaderlands. Tweedens werd het aantal kandidaten door omroep NPS, de belangrijkste aanjager van het circus, opeens gehalveerd tot vijf, evenveel kandidaten in opperste consternatie achterlatend. Uiteindelijk zijn via internet twintigduizend stemmen uitgebracht. De winnaar, de in Antwerpen woonachtige Palestijns-Nederlandse voormalig acteur Ramsey Nasr, kreeg er zevenduizend. Zijn luidruchtigste tegenstrever Tsead Bruinja, kreeg er vierduizend. 'Ik denk', zei Bruinja na afloop, 'dat veel vrouwen hem een knappe man vinden.' Nu is Nasr een knappe man - een prettige omstandigheid, die zijn uitgever de Bezige Bij niet nalaat uit te buiten in paginagrote advertenties. Wie zou niet eens een beschuitje willen eten met een poëet à la Johnny Depp in de film Pirates of the Carribean? Maar Nasr is ook een betere dichter. Dankzij zijn niet voor de hand liggende afkomst en zijn vrij associërende, romantisch-postmoderne stijl, zou zijn poëzie, die tot 2012 volgens goed gebruik bij gelegenheden op de voorpagina van NRC Handelsblad verschijnt, vaderlandse poëzieliefhebbers nog wel eens kunnen verrassen. En niet alleen hen. Ik verheug me op zijn eerste vers op Wilders. Gelukkig hoeft het niet te rijmen. Bron: Financieel Dagblad, februari. 'Er was geen literaire stichting of hij zat in het bestuur' door Tommy Wieringa Lang geleden las ik wel eens voor in het Groningse café Koekoek. Aanvankelijk werden die avonden georganiseerd door Bart FM Droog, later kwam er een jongeman bij die zich steeds nadrukkelijker in beeld drong. De jongeman schreef zelf ook verzen. Ik vond er nooit wat aan, maar dat hoeft weinig te betekenen. Later verhuisde de jongeman naar Amsterdam, waar hij zich met dezelfde energie naar voren worstelde als destijds in Groningen. Er was geen literaire stichting of hij zat in het bestuur, er werd geen prijs uitgereikt of hij had zitting in de jury. Overal in beeld dat hoofd met oren. Hij werd de wethouder Hekking van de literatuur, zelfpromotie was geen middel maar een doel. Zou men de archeologie van dit literaire tijdvak bedrijven, dan zou men zich afvragen ‘wie zijn toch die mensen naast Tsead Bruinja?’
(Stemmen voor de nieuwe Dichter des Vaderlands kan vandaag nog. Het is nog niet te laat. Ga naar www.dichterdesvaderlands.nl en stem op een dichter.) Bron: De Pers, 27-01-2009.
Bekende en minder bekende Nederlanders kiezen hun persoonlijke motto, leefregel of ultiem inspirerende zin. 'Dit is de laatste zin van een couplet uit het lied 'How can you live in the north-east' van Paul Simon. Het hele couplet staat als motto in mijn laatste Nederlandstalige dichtbundel, 'Bang voor de bal'. Weak as the winter sun, we enter life on earth / names and religion comes just after date of birth / and everybody gets a tongue to speak / and everybody hears an inner voice / a day at the end of the week to wonder and rejoice. // If the answer is infinite light, why do we sleep in the dark? Het couplet begint liefdevol. We komen kwetsbaar ter wereld, 'zwak als de winterzon'. Daarna krijgen we meteen een naam opgeplakt, een geloof. Daar kan veel ellende uitkomen. De tekst herinnert ons eraan de menselijke kant te zien: 'Iedereen heeft een innerlijke stem, aan het eind van de week komen we samen om ons te verwonderen en het wonder te bezingen.' Uiteindelijk zijn we allemaal gelijk.De laatste zin - als het antwoord oneindig licht is, waarom slapen we dan in het donker? - is een negatieve constatering. Veel gelovigen zien een soort licht of hemel aan het einde, maar waarom is de aarde zo'n donkere plek? Mensen kunnen zo wreed zijn. Tong wat is je beroep? Dit gedicht gaat over wat we kunnen en moeten doen met onze stem. Tijdens de verkiezingsstrijd voor Dichter des Vaderlands heb ik veel campagne gevoerd, maar uiteindelijk draait het om het gedicht. Dat moet wat losmaken, mensen bijblijven. Soms komt na een optreden iemand naar me toe om te vertellen waar mijn gedicht hem aan deed denken. Vaak is het iets heel anders dan waar het over ging. Dat is mooi, dan heeft het gedicht iets gedaan. Door op te treden, ben ik een betere dichter geworden. Je hoort jezelf de tekst zeggen en je moet hem tegelijkertijd ervaren. De Amerikaanse dichter Walt Whitman schreef transcendentale poëzie, hij omarmde daarin vriend en vijand. Daar streef ik ook naar: dat mijn gedichten mij overstijgen, zodat ze voor meer mensen gelden dan mijzelf." Bron: Trouw, 25-01-2009 Filmpje gemaakt door Sito Wijngaarden voor het Friese Webzine Fynst
Woensdag 21 januari 2009 Kollum In het kader van de Nationale Voorleesdagen had de Professor Casimirschool in Kollum woensdag een prachtig programma voor de leerlingen van alle acht groepen. De school had als thema gedichten en taal gekozen met het oog op de verkiezing van de Dichter des Vaderlands. Naar aanleiding van deze verkiezing was Tsead Bruinja als kandidaat opvolger van de huidige Dichter des Vaderlands Driek van Wissen, te gast op de Kollumer basissschool. Tsead Bruinja is een oud leerling en men is daar best trots op. Hij is genomineerd voor de belangrijke post omdat hij alom erkenning verdient als pleitbezorger van de Friese en Nederlandse poëzie en is actief als podiumdichter en organisator van literaire evenementen. Ook andere dichters kwamen deze woensdag langs op de school. Groep 1 had als voorleesgast de heer Klaas van der Werf, predikant van de school en taaldocent aan de universiteit Groningen. Groep 2 kreeg bezoek van de Groninger dichter Bart F.M. Droog en groep 3 luisterde aandachtig naar de dichter Daniel Dee uit Rotterdam. De Irakese dichter Al-Swad vertelde over zijn werk in groep 4 terwijl groep 5 burgemeester Bearn Bilker als gast mocht ontvangen. Jelle Bangma, ook bekend als prozaschrijver en taaldeskundige bracht een bezoek aan groep 6 en groep 8 luisterde naar de verhalen van de schrijver en columnist Douwe Kootstra. Tsead Bruinja nam aan het begin de opening voor zijn rekening waarna hij groep 7 uitleg gaf over zijn gedichten en de kans om Dichter des Vaderlands te worden. Iedereen heeft bijzonder genoten, eerst van hun voorleesontbijtje en vervolgens van de wel heel speciale voorleesgasten. De Professor Casimirschool was bij monde van de directeur Anneke van Dellen, maar wat ingenomen met een serie van dergelijke belangrijke gasten en hun warme pleidooi voor dichten en taal. Zij riep Op om vooral te stemmen op Tsead Bruinja via www.dichterdesvaderlands.nl Bron: http://www.waldnet.nl/ (met foto's)
Vrijdag zijn de stembussen opengegaan voor de verkiezing van een nieuwe Dichter des Vaderlands. Tsead Bruinja is een van de grote kanshebbers. Afgelopen zaterdag was hij in Groningen voor de uitreiking van de Kees van der Hoef-prijs én om campagne te voeren. Door Joep van Ruiten Ook in 2009 wordt in het Groninger café Pauze het rookverbod zo nu en dan terzijde geschoven. Bijvoorbeeld tijdens de uitreiking van de Kees van der Hoef-prijs, een onderscheiding voor een persoon die zich bovenmatig heeft ingezet voor een bloeiend literair leven in de stad Groningen. De zenuwen lopen daarbij zo hoog op dat de uitbaatster weinig anders kan dan op zaterdagmiddag asbakken op tafel te zetten. Drie kandidaten zijn er dit jaar voor de prijs: Sieger MG, Roos Custers en Tsead Bruinja. De eerste - dichter, workshopspecialist en organisator van events - is om onduidelijke reden afwezig. De tweede, Custers, heeft zich de afgelopen jaren ontpopt als sleutelfiguur bij tijdschrift Tzum, festival Dichters in de Prinsentuin en uitgeverij kleine Uil. Maar de meeste aandacht gaat uit naar Bruinja. Dat heeft alles te maken met diens kandidatuur als Dichter des Vaderlands. Van de vijf dichters die eind januari Driek van Wissen willen opvolgen, pakt Bruinja de zaken het meest voortvarend aan. Hij beperkt zich niet tot het schrijven van een gedicht voor NRC/Handelsblad en het poseren voor een foto alleen, maar heeft als enige een compleet programma in elkaar gezet. Altijd handig als kiezers willen weten waarop ze stemmen. En het werkt. Voorzitter Rob Pronk, directeur van de bibliotheek in Groningen, heeft zaterdagmorgen in alle vroegte per computer zijn stem op kandidaat Bruinja uitgebracht. Mét motivatie, want zulke stemmen tellen dubbel. Pronk woont de uitreiking van de Van der Hoefprijs bij als voorzitter van stichting Letter en Stad, de organisatie die het winnende bedrag van 250 euro en een bos paling beschikbaar heeft gesteld. Groningen vaart wel bij kleinschaligheid. In die geest is het niet meer dan normaal dat Kasper Peters de uitslag van de prijs bekend maakt door op een gammele stoel te gaan staan. Peters, volgende maand verschijnt zijn dichtbundel 'Ik heb gehoopt zou worden' Kanaalkoorts, somt in hoog tempo de verdiensten van de laureaat op. Programmeur, organisator, grondlegger, bloemlezer, recensent, oprichter - een trits aan namen en titels komt voorbij. "En de winnaar is Tsead Bruinja." Kees van der Hoef, die al die tijd wat stilletjes op een strategische plek in het café heeft gezeten, veert prompt op. Vandaag is hij 74 jaar geworden, ook dat nog. De bekendste strofe uit zijn bescheiden literaire oeuvre luidt 'De kracht van de herhaling is gelijk aan een spastische paling'. In zijn korte toespraak duikt die paling inderdaad weer op. "Die van vorig jaar was erg droog." En dan tot de winnaar: "Tsead, ik heb stilletjes gehoopt dat jij het zou worden."Bruinja blikt in zijn dankwoord terug op zijn Groninger jaren. Voor hij naar Amsterdam verhuisde, legde hij in het Noorden het fundament voor zijn huidige bestaan als professioneel dichter en initiator van een enorme hoeveelheid literaire activiteiten. "Wat ik in Groningen heb kunnen doen, wil ik straks als Dichter des Vaderlands landelijk gaan doen", blikt hij vooruit. Om vervolgens de aanwezigen de hand te schudden en wat kaartjes uit te delen met een stemadvies: 'BruinJA!'. stilletjes dat jij het worden' stemmen Stemmen op de kandidaten voor de Dichter des Vaderlands kan tot en met 27 januari via www.dichterdesvaderlands. nl. Voor het verkiezingsprogramma van Tsead Bruinja zie www.tseadbruinja.nl. Morgen debatteren Driek van Wissen en directeur Bas Kwakman van Poetry International over de Dichter des Vaderlands in Sociëteit De Sleutel in Groningen. Aanvang 20.30 uur. Toegang gratis.
Bron: De Gelderlander, 03-01-2009
Door Sofie Cerutti De nieuwe Dichter des Vaderlands moet vier jaar lang de poëzie promoten en af en toe een gelegenheidsgedicht schrijven. Wie wordt het? Vanaf vandaag kan iedereen stemmen.
Vier jaar geleden ging het helemaal mis met de verkiezing van de Dichter des Vaderlands. Iedereen kon zich aanmelden, tenminste, iedereen die minstens twee bundels op zijn naam had. Degene die het best campagne voerde, won de titel, en dat werd de Groningse dichter Driek van Wissen. 'Sinterklaasdichter', riep Joost Zwagerman. 'Rijmelaar', vond Michaël Zeeman. En ze hadden gelijk, natuurlijk, net als boze lezers die dat elitair randstedelijk geleuter vonden. Verder lekten gegevens van de website uit, zodat duidelijk werd dat Elly de Waard op Elly de Waard had gestemd, de collega's van Ilja Pfeijffer op Ilja Pfeijffer en dat de meeste stemmen op Van Wissen uit Groningen kwamen. Moraal van het verhaal: degene die de meeste tijd en energie kan steken in het werven van stemmen, en de meeste vrienden en 'vrienden' via blogs, Hyves of LinkedIn weet te mobiliseren, wint de meest democratische aller verkiezingen: de internetverkiezing. Dit jaar doet de organisatie (Poetry International, NRC Handelsblad, de Koninklijke Bibliotheek, de NPS en De Poëzieclub) het anders. Een Commissie (bestaande uit de vroegere voorzitter van de Tweede Kamer Jeltje van Nieuwenhoven, hoogleraar Thomas Vaessens, dichter Hester Knibbe, directeur van Poetry International Bas Kwakman en NRC-criticus Arjen Fortuin) heeft een shortlist van vijf namen samengesteld. Erik Menkveld, Joke van Leeuwen, Ramsey Nasr, Hagar Peeters en Tsead Bruinja strijden om de titel. Wat moet een Dichter des Vaderlands kunnen en doen? Minstens twee bundels gepubliceerd hebben, een oeuvre hebben dat 'hoog in aanzien' staat, 'meer dan gemiddeld' bekend zijn bij het publiek; in de eerste plaats dichter zijn (en niet bijvoorbeeld columnist) en, last but not least, de functie serieus nemen. Verder moet de Dichter een aantal keer per jaar een gedicht in opdracht schrijven, 'bij een bijzondere gelegenheid', en een 'enthousiaste poëzieambassadeur' zijn. De functie serieus nemen, dat doen ze alle vijf wel. Maar hoe ze die zouden willen invullen verschilt sterk per dichter. Ramsey Nasr zou het in elk geval heel graag gaan doen. "In Nederland worstelen we met onze identiteit. Wie zijn we, waar komen we vandaan, wat verbindt ons? Dat lijkt me op dit moment een essentieel onderwerp voor een Dichter des Vaderlands." Als stadsdichter van Antwerpen schreef Nasr al tal van gedichten over maatschappelijke onderwerpen. Over kansarmoede bijvoorbeeld - het hier afgedrukte gedicht werd op de muur van de Sociale Dienst van Antwerpen afgebeeld, aan een groot plein met terrassen. "Op dat gedicht zijn zo veel reacties gekomen. Dan merk je dat je als dichter heel veel kunt betekenen. Je kunt mensen bereiken, mensen die normaal gesproken nooit poëzie lezen. Je kunt, in alle bescheidenheid, een zekere cohesie bewerkstelligen." Erik Menkveld lijkt op voorhand wat minder ambitieus. "Ik ben beschikbaar, maar ik heb van te voren geen plannen bekendgemaakt. Ik ga niet actief campagne voeren. Maar als ik onverhoopt gekozen wordt, ga ik mijn best doen. De poëzie promoten." Tsead Bruinja heeft wel allerlei plannen, mocht hij verkozen worden. "Er zou elke dag een gedicht in de krant moeten staan, van steeds een andere dichter. Er zijn zó veel goede dichters die zelden gelezen worden. Verder zou ik een toernee willen organiseren met een deels wisselende groep dichters. Langs theaters, scholen, bibliotheken. Er zijn veel meer mensen die van poëzie genieten dan je denkt. En ik zou de poëzie in streektalen en -dialecten willen promoten. Er zijn geweldige dichters in het Gronings, Fries of Limburgs die buiten een kleine kring zelden iemand leest." Ook Hagar Peeters wil de poëzie onder de mensen brengen en tot schrijven aanzetten. "Bijvoorbeeld met het project 'Zinloos gedicht'. Dat is een gedicht zonder zinnen, dat er nog niet is. Op een leeg vel papier waar dat als titel boven staat, kunnen mensen hun emoties of agressie kwijt. Er is veel agressie in Nederland. Mensen hebben daar langzamerhand genoeg van, maar weten niet altijd hoe ze dat kunnen stoppen. Aan poëzie kun je zien dat je ook anders met gevoelens van woede of onmacht om kunt gaan." Joke van Leeuwen wil als Dichter des Vaderlands "woorden vinden voor wat er in het land gebeurt. En van mijn positie gebruik maken om de poëzie te helpen promoten, voor groot en klein. Overigens zijn daar al aardig wat mensen en instanties heel goed mee bezig." Campagne voeren, daar hebben de meeste dichters een broertje dood aan. "De gedichten moeten voor zichzelf spreken" zegt zowel Erik Menkveld als Joke van Leeuwen. "Mensen moeten onze poëzie maar lezen, en dan een keuze maken." Ook Peeters gaat "niet echt" campagne voeren. "Maar ik zou het wel heel stoer vinden als ik het werd."Bruinja is de enige die serieus werk maakt van een campagne. Hij heeft er zelfs een reis naar Zuid-Afrika voor afgezegd. "Zo officieel is dat niet hoor. Gewoon, via mijn website. En mijn vrouw heeft posters gemaakt." Ramsey Nasr gaat zeker geen campagne voeren. Maar verhuizen wil hij wel, als het nodig is. "Áls ik gekozen word, overweeg ik zeker terug te keren van België naar Nederland."
LEEUWARDEN - De nieuwe bundel 'Angel' van de Fries-Nederlandse dichter Tsead Bruinja is meer dan 1100 keer gedownload. Het is voor het eerst dat een prominent dichter in Nederland deze stap zette. 'Angel', met Friese gedichten en Nederlandse vertalingen, was donderdagmiddag en -avond gratis verkrijgbaar via internet. De in Amsterdam woonachtige Bruinja heeft zich voor de download- actie laten inspireren door popgroepen als Radiohead, Coldplay en Marillion die eerder via hun site werk gratis beschikbaar stelden. De veertig pagina's tellende bundel is door uitgeverij Bornmeer ook uitgegeven in de vorm van een betaalde krant. Bruinja staat op de shortlist voor de verkiezing van de Dichter des Vaderlands. Andere kandidaten zijn Joke van Leeuwen, Erik Menkveld, Ramsey Nasr en Hagar Peeters. Vanaf 2 januari kan het publiek kiezen. De winnaar wordt op 28 januari bekend gemaakt. Bron: Leeuwarder Courant, 20-12-2008
Iedereen mag schrijven wat hij wil, en hoe, en waar. En het gedicht nog publiceren ook, op internet of via een van de vele zelfhulp-uitgeverijen die de bundel drukken zodra iemand 'm wil kopen. En dat drukwerk ziet er nog goed uit ook. Maar de beperking blijft lokken. Die schept een uitdaging die sommige dichters trekt. Daaruit is 'de 160' ontstaan. De 160 - het is een dichtvorm waarbij elk gedicht bestaat uit precies 160 tekens, inclusief spaties: de maximale lengte van één sms'je. De 160 is een 21ste eeuwse haiku die overal en altijd op een mobiele telefoon kan worden geschreven. Wie heeft er ooit nog pen en papier bij zich? Een 160 kan gaan over liefde, dood, eenzaamheid en mobiele telefonie - eigenlijk alle thema's waarover poëzie kan gaan. Sinds enkele jaren werden duizenden 160's geschreven en op de website www.precies160.nl achtergelaten. Natuurlijk zitten er veel slechte bij: de site staat open voor iedereen. Maar elke week zijn er wel een paar aardige inzendingen, geschreven door puzzelaars, scholieren, psychiatrisch verpleegkundigen met nachtdienst en of aanstormende talenten. En soms verschijnt er een heel goede. De 160 heeft al ruim twee jaar een vaste plaats in NRC's ochtendkrant nrc.next. Vandaag in deze avondkrant: twintig voorbeelden van 160's die de afgelopen tijd zijn ingezonden via de website. Van bekende en onbekende dichters. (Hieronder de 160 van Tsead Bruinja) ik heb m'n brievenbus dichtgeplakt
amsterdam Kandidaat Dichter des Vaderlands Tsead Bruinja biedt zijn nieuwe dichtbundel Angel aan als gratis download via internet. Het is voor het eerst dat een prominent dichter in Nederland deze stap zet. Angel wordt aangeboden met poëzie en paginagroot werk van zes beeldende kunstenaars. De in Amsterdam woonachtige Bruinja heeft zich voor de download-actie laten inspiremeeste ren door popgroepen als Radiohead, Coldplay en Marillion die eerder via internet werk gratis beschikbaar stelden. De veertig pagina's tellende bundel wordt later door uitgeverij Bornmeer uitgegeven in de vorm van een betaalde krant. "Ik wil kijken of ik zo meer lezers kan bereiken", zegt de dichter. "De poëzie in deze bundel handelt over schuld en woede, universele thema's. Woede als wraak, maar ook woede die in de genen zit, woede van voor de geboorte. Ik wil dat zoveel mogelijk mensen daar kennis van nemen. Downloaden is dan een goed middel." Vrees dat men vervolgens niet meer de echte bundel koopt, heeft hij niet. "De krant heeft een vriendelijke prijs. Alleen al om de beeldende kunst zullen de liefhebbers hem niet laten liggen. Er staat werk in van mensen als Roos Custers en Hans Wap, normaal moet je daar flink meer voor betalen." Het afgelopen jaar is het internetaanbod van betaalde dichtbundels fors toegenomen. Voor zover bekend is Bruinja de eerste prominente dichter in Nederland die met een gratis download komt. Van zijn hand werden eerder losse gedichten via internet aangeboden en gesproken gedichten als mp3 verspreid. Daarnaast is hij actief op You- Tube, Hyves en Facebook. Bruinja zelf downloadt regelmatig via internet, zowel poëzie als muziek. "Wat illegaal downloaden betreft ben ik geen haar beter dan de muziekliefhebbers. Het meeste 'kwaad' heb ik een flinke poos geleden gedaan. Nu betaal ik regelmatig voor downloads, ik kan de bonnetjes laten zien." Angel is slechts voor beperkte tijd gratis binnen te halen: alleen donderdag van 12.00 tot 24.00 als pdf-bestand via www.decontrabas.com. Papieradvies voor de printer: zo groot mogelijk en zo dik mogelijk. "Inkt op 'best quality' en even laten drogen als je een inkt-jet gebruikt." (DvhN) Bron: Dagblad van het het Noorden, 16-12-2008 Bruinja gratis op internet Bruinja, kandidaat om Dichter des Vaderlands te worden, heeft zich voor de download-actie laten inspireren door popgroepen als Radiohead en Coldplay, die eerder via internet werk gratis beschikbaar stelden. De bundel wordt later door uitgeverij Bornmeer uitgegeven in de vorm van een betaalde krant. "Ik wil kijken of ik zo meer lezers kan bereiken," zegt de Friese dichter. "De poëzie in deze bundel handelt over schuld en woede, over universele thema's. Woede als wraak, maar ook woede die in de genen zit, woede van voor de geboorte. Ik wil dat zo veel mogelijk mensen daar kennis van nemen." Angel is slechts voor beperkte tijd gratis binnen te halen: alleen donderdag van 12.00 tot 24.00 uur als pdf-bestand op de site www.decontrabas.com. Papieradvies voor de printer: zo groot mogelijk en zo dik mogelijk. Bron: Parool, 16-12-2008 Gratis download dichter AMSTERDAM - Kandidaat Dichter des Vaderlands Tsead Bruinja biedt zijn nieuwe dichtbundel Angel aan als gratis download via internet. Het is voor het eerst dat een prominente dichter in Nederland deze stap zet. Ik wil kijken of ik zo meer lezers kan bereiken", zegt de dichter. De poëzie in deze bundel handelt over schuld en woede, universele thema's. Woede als wraak, maar ook woede die in de genen zit, woede van voor de geboorte. Ik wil dat zoveel mogelijk mensen daar kennis van nemen. Downloaden is dan een goed middel." Angel is slechts beperkte tijd gratis binnen te halen: alleen donderdag van 12.00 tot 24.00 als pdf-bestand via www.decontrabas.com. Bron: Limburgs Dagblad, 16-12-2008 Gratis download dichter AMSTERDAM - Kandidaat Dichter des Vaderlands Tsead Bruinja biedt zijn nieuwe dichtbundel Angel aan als gratis download via internet. Het is voor het eerst dat een prominente dichter in Nederland deze stap zet. Ik wil kijken of ik zo meer lezers kan bereiken", zegt de dichter. De poëzie in deze bundel handelt over schuld en woede, universele thema's. Woede als wraak, maar ook woede die in de genen zit, woede van voor de geboorte. Ik wil dat zoveel mogelijk mensen daar kennis van nemen. Downloaden is dan een goed middel." Angel is slechts beperkte tijd gratis binnen te halen: alleen donderdag van 12.00 tot 24.00 als pdf-bestand via www.decontrabas.com. Bron: Dagblad de Limburger, 16-12-2008
Bron: Friesch Dagblad, 15-12-2008
AMSTERDAM - Eén van de dichters Tsead Bruinja, Erik Menkveld, Hagar Peeters, Joke van Leeuwen en Ramsey Nasr wordt de nieuwe Dichter des Vaderlands. De vijf zijn geselecteerd uit een lijst van tien kandidaten die eerder werden voorgedragen door een commissie onder leiding van voormalig Tweede Kamervoorzitter Jeltje van Nieuwenhoven. Tot de afvallers behoren Ilja Leonard Pfeijffer, Maria van Daalen, Ruben van Gogh, Ingmar Heytze en Marjoleine de Vos. Op 28 januari wordt de nieuwe Nederlandse Dichter des Vaderlands bekendgemaakt; hij of zij volgt Driek van Wissen op. Bron: Het Parool, 15-12-2008
groningen Tsead Bruinja is doorgedrongen tot de shortlist voor de verkiezing van een nieuwe Dichter des Vaderlands (DiDeVa). Dat melden diverse bronnen. Bruinja, jarenlang woonachtig in Groningen, moet met Erik Menkveld, Ramsey Nasr, Hagar Peeters en Joke van Leeuwen uitmaken wie Driek van Wissen mag opvolgen. Bron: Dagblad van het Noorden, 13-12-2008
Tsead Bruinja op shortlist Dichter des Vaderlands AMSTERDAM - De Friese dichter Tsead Bruinja staat op de shortlist voor de verkiezing van de Dichter des Vaderlands. De andere dichters die genomineerd zijn om Driek van Wissen op te volgen, zijn Joke van Leeuwen, Erik Menkveld, Ramsey Nasr en Hagar Peeters. Vanaf 2 januari kan het publiek kiezen. De winnaar wordt op 28 januari bekend gemaakt. De longlist bestond verder uit Maria van Daalen, Ruben van Gogh, Ingmar Heytze, Ilja Pfeijffer en Marjoleine de Vos. Bron: Leeuwarder Courant, 13-12-2008
(Over de bloemlezingen Het goud op de weg en de Spiegel van de Friese poëzie) ...1993 is te zien als het jaar waarin Kalma s oude adagium Fryslân en de Wrâld dan eindelijk bewaarheid werd: toen bracht Tsjêbbe Hettinga op de Frankfurter Buchmesse zijn publiek in een roes met zijn uit het hoofd voorgedragen indrukwekkende epische gedichten, in slepend en golvend Fries. De bijna blinde bard geldt inmiddels als een veelgevraagd dichter op internationale poëziefestivals.Wat daarna gebeurde is wel omschreven als de renaissance van de Friese poëzie. Die koppige provincie die in een eeuwige strijd gewikkeld leek met haar taal en identiteit blijkt te barsten van het poëtisch talent. Dat talent wortelt weliswaar in de traditie, maar worstelt daar niet langer mee. Zie bijvoorbeeld hoe vrolijk Anne Feddema de wereldcultuur naar Friesland brengt in De alde Lyszt fytst: Grimelgrammeltsje Kûperoaze/ De âlde Liszt fytst/ Op syn gromatyske âld fyts/ Oer syn eigen âlde Lisztantlit (Spikkelspetterje couperose/ De oude Liszt fietst/ Op zijn chromatische oude fiets/ Over zijn eigen oude Lisztgelaat ).Het zijn dichters ook die hun eigen werk vertalen, of naar gelang in het Fries of in het Nederlands schrijven. Tweetalige dichters als Tsead Bruinja of Albertina Soepboer problematiseren hun Friese afkomst en taal niet zozeer, maar maken daar gebruik van. Bruinja s Friese werk is misschien mede dankzij het zangerige Fries lyrischer dan zijn Nederlandse. De landschappen die Soepboer schept, vinden hun oorsprong in die vlakke provincie, met zijn weidse luchten, en overstijgen die. Interessante nieuwkomer is ook Elmar Kuiper, wiens scenische poëzie en hoekig absurdisme invloeden uit film en beeldende kunst verraden. En Friese namen blijven dankbaar poëtisch materiaal, zie Hidde Boersma: Er moet een Doede komen/ die gewoon een visje eet/ zonder gevoel of gedoe .Sinds de vorige Spiegel is een generatie opgestaan die onvergelijkbare poëzie schrijft; is de emancipatie van de Friese poëzie dan voltooid? Tsead Bruinja liet, samen met Hein-Jaap Hilarides, het brede spectrum dat deze dichters bestrijken al zien in de bundeling Droom in blauwe regenjas (2004). Het boeiende van de recente bloemlezingen is dat die jonge dichters context krijgen. Bron: De Groene Amsterdammer, 12-12-2008
Bron: De Volkskrant, 12-12-2008
Vijf namen op shortlist Dichter des Vaderlands Amsterdam, 12 dec. - De vijf dichters die nog in de race zijn voor de verkiezing van Dichter des Vaderlands zijn Tsead Bruinja, Joke van Leeuwen, Erik Menkveld, Ramsey Nasr en Hagar Peeters. Vanaf 2 januari kan het publiek uit deze vijf de nieuwe Dichter des Vaderlands kiezen op de website dichterdesvaderlands.nl. De dichters zijn voorgedragen door een commissie onder voorzitterschap van Jeltje van Nieuwenhoven. Op 2 januari worden ze uitgebreid voorgesteld in het Cultureel Supplement. Vandaag verscheen de namen echter al op de website van dichter Erik Jan Harmens. De naam van de derde Dichter des Vaderlands wordt op 28 januari bekend gemaakt tijdens een televisie-uitzending van de NPS. Bron: NRC, 12-12-2008
LEEUWARDEN - De nieuwe bundel van de Fries-Nederlandse dichter Tsead Bruinja verschijnt als krant. 'Angel' bevat Friese gedichten met Nederlandse vertaling. Bruinja brengt ze niet in boekvorm uit, maar als een krantje, vormgegeven door Gert Jan Slagter. Zes beeldend kunstenaars hebben er illustraties voor gemaakt: Mowaffk Al- Sawad, Roos Custers, Anne Feddema, Joep van der Made, Ramon Verberne en Hans Wap. De tabloid telt veertig pagina's. De inhoud zal bovendien gratis te downloaden zijn op donderdag 18 december tussen 12 en 24 uur op www.decontrabas.com, kondigt de in Amsterdam wonende dichter aan.
* Bundel dichter Tsead Bruinja gratis op internet
De zwarte lettertjes die de tekst op het omslag sieren zijn op de blauwe ondergrond slecht leesbaar en dus nauwelijks een aanbeveling het boek aan te schaffen, maar wie het omslag verwijdert, heeft niet alleen een kloek, maar ook een chique boek in handen, een luxe aanwinst op de plank met bloemlezingen... ... Maar de overige 45 nieuw opgenomen gedichten zijn alle afkomstig van dichters wier talent pas na 1994 tot wasdom kwam, in totaal 21 dichters, oftewel bijna 20 procent van het totaal. Albertina Soepboer is koploper met 8 geselecteerde gedichten, op afstand gevolgd door Tsead Bruinja, Elmar Kuiper, Jabik Veenbaas en Abe de Vries met elk 4. Anne Feddema en Arjan Hut kregen er elk 3, Aggie van der Meer en Janneke Spoelstra 2. Daarnaast is van 12 'nieuwkomers' in de literaire arena 1 vers(je) opgenomen. Het is hun van harte gegund, daar niet van, toch is de Spiegel daardoor topzwaar geworden. Bron: Leeuwarder Courant, 21-11-2008
Amsterdam - Foar de fjirde kear sûnt 2001 waard sneon yn it Amsterdamse debatsintrum De Rode Hoed de saneamde Dag van de Friese literatuur hâlden. It tema wie 'Dichten in twee talen'; - tafallich of net - , in ferwizing nei it sintrale barren fan dizze dei, de útrikking fan de twadde Spiegel van de Friese poëzie. Arjan Hut, Albertina Soepboer en de mooglike nije Dichter des Vaderlands Tsead Bruinja droegen as jongere, min ofte mear arrivearre skriuwers foar út resint en minder resint wurk, sawol yn it Frysk as yn it Nederlânsk. Yn it neifolgjende tafelpetear mei deifoarsitster Karen Bies fertelden de dichters oer har posysje oangeande twataligens. Opfallend wie de posysje fan it Frysk as taal mei mear klankidioom en bettere ritmes. Dêr foaroer stie lykwols it meagere poëzyklimaat yn Fryslân. Sa neamden Bruinja en Soepboer it tekoart oan goede kritisi en it brek oan inisjativen(...) Bron: Friesch Dagblad, 17-11-2008
AMSTERDAM - Friese schrijvers sluiten zich niet meer op in hun eigen taal. Zij publiceren steeds vaker in het Nederlands en treden overal in het land op. Voorbeelden zijn Tsead Bruinja, Arjan Hut en Albertina Soepboer. In cultureel centrum De Rode Hoed in Amsterdam namen zij zaterdag deel aan de vierde Dag van de Friese literatuur , die aan het thema tweetaligheid was gewijd en waarop een kleine 150 belangstellenden waren afgekomen, voor het merendeel Friezen. Hierin zou je het bewijs kunnen zien van de stelling die Albertina Soepboer poneerde: de Friese en Nederlandse literatuur zijn twee aparte, gesloten werelden. Daarmee bedoelde zij in haar geval dat haar Nederlandstalig werk in Friesland nauwelijks aandacht krijgt, je hoeft er in Tresoar de recensies maar op na te slaan. Voor Soepboer maakt het geen verschil, in welke taal ze schrijft. Arjan Hut worstelt meer met het Nederlands, het Fries is hem vertrouwder. Bruinja, in zijn voordracht een uitgesproken performer, speelt met klank en ritme, in het Fries kan hij woorden fijn "aan elkaar smeren". Om van de pen, en hun optredens, te kunnen leven, is het Friese taalgebied te klein en moeten ze ook in het Nederlands aan de slag. Soepboer beklaagde zich over de armzalige Friese poëziekritiek. Bovendien ontbreekt het volgens haar in Friesland aan een goede infrastructuur, die met name jongeren in staat stelt zich te ontplooien. Bruinja is genomineerd als Dichter des Vaderlands. Mocht hij worden gekozen, dan wil hij een theatertoer door Nederland organiseren, waarvoor hij dan ook Friestalige dichters zal uitnodigen. Ondanks het gesomber over de toekomst van het Fries neemt hun aantal snel toe, zoals blijkt uit de nieuwe, geactualiseerde editie van de Spiegel van de Friese poëzie... Bron: Leeuwarder Courant, 17-11-2008
Fjirtjin jier nei de earste 'Spiegel van de Friese poëzie' is moarn, op de 'Dag van de Friese literatuur' yn Amsterdam, de presintaasje fan de nije ferzje. Net allinne is it wurk fan de jongste generaasje Fryske dichters dêryn opnommen, ek de kar fan it âldere wurk pakt hjir en dêr oars út... ...Obe Postma is weromgien fan fjirtjin nei tolve gedichten, dat dy stekt no justjes minder fier boppe de oaren út. Terjochte, fynt Boorsma. ,,Mar it wie wol hiel dreech om út te meitsjen hokker gedichten derút moasten. Dat ha wy mei in bloedend hert dien.'' Nei Obe Postma nimme Jan Wybenga en Harmen Wind mei elk acht gedichten in dield twadde plak yn, folge troch Tsjêbbe Hettinga mei sân. Dat Wind der folle better fanôf komt as de earste kear komt domwei om't er de ôfrûne fjirtjin jier tige produktyf west hat. Oanfierder fan de jongste generaasje is Albertina Soepboer mei acht gedichten, folge troch Tsead Bruinja en Elmar Kuiper mei elk fiif fersen. Wa't spitigernôch ûntbrekt is Eeltsje Hettinga. Pier Boorsma: ,,Hy is ien fan 'e bêste dichters fan dit momint, fan him hiene wy sa seis of sân gedichten útsocht. Mar der foel mei him net te praten. Sa woe er syn eigen gedichten útsykje. Dat kin fansels net.'' Bron: Leeuwarder Courant, 14-11-2008
leiding van Jeltje van Nieuwenhoven bekendgemaakt. Op 2 januari onthult de commissie op welke vijf van de tien dichters daarna door het publiek gestemd kan worden. De nieuwe Dichter des Vaderlands wordt vervolgens 28 januari aangesteld tijdens een live televisieprogramma. Bij het zoeken naar de opvolger van Van Wissen wordt, zoals eerder gemeld, een nieuwe procedure gevolgd. Opmerkelijk is dat de commisie die nu tien dichters bereid heeft gevonden de komende weken 'goed wil nadenken' welke vijf straks doorgaan naar een eindronde. Verder is het bekritiseerde campagne-voeren niet volledig uitgebannen: wie de meeste stemmen van het publiek verzamelt wordt uiteindelijk Dichter des Vaderlands. Bron: Dagblad van het Noorden, 03-11-2008
Een commissie onder leiding van voormalig Tweede Kamer-voorzitter Jeltje van Nieuwenhoven heeft de voorselectie gemaakt. De commissie acht de genomineerden een "goede en brede vertegenwoordiging van de actuele Nederlandse poëzie". Het is de eerste keer dat er een voorselectie is. Tot nu toe werd de Dichter des Vaderlands, een initiatief uit 2000 van Stichting Poetry International, NRC Handelsblad en de NPS, gekozen via een openbare procedure op het internet. Bij de vorige verkiezingen, in 2005, won sneldichter Driek van Wissen, na een intensieve campagne. Volgens Bas Kwakman, directeur van Poetry en lid van de commissie, blijkt uit de lijst dat de commissie "niet voor elitair gaat" en dat "de stem van het publiek nog steeds doorslaggevend is". "De nieuwe procedure moet ertoe leiden dat er minder campagne wordt gevoerd", zegt Kwakman. "Dat lijkt me democratischer aangezien niet elke dichter daartoe de mogelijkheid heeft." ** Commissie nomineert tien dichters;
Poëzie Longlist voor functie Dichter des Vaderlands; stemming volgt januari 2009 Tien Nederlandse dichters zijn geselecteerd voor de verkiezing tot Dichter des Vaderlands: Ingmar Heytze, Ilja Leonard Pfeijffer, Tsead Bruinja, Erik Menkveld, Marjoleine de Vos, Hagar Peeters, Ruben van Gogh, Joke van Leeuwen, Ramsey Nasr en Maria van Daalen. Deze longlist van tien wordt nog teruggebracht tot een shortlist van vijf, waaruit het publiek in januari mag kiezen. Een commissie onder leiding van voormalig Tweede Kamervoorzitter Jeltje van Nieuwenhoven heeft de voorselectie gemaakt. De commissie acht de genomineerden een "goede en brede vertegenwoordiging van de actuele Nederlandse poëzie". Het is de eerste keer dat er een een voorselectie is. Tot nu toe werd de Dichter des Vaderlands, een initiatief uit 2000 van Stichting Poetry International, NRC Handelsblad en de NPS, gekozen via een openbare procedure op internet. Bij de vorige verkiezingen, in 2005, won Driek van Wissen. Hij voerde destijds een actieve campagne voor zichzelf. Zo liet hij een postzegel ontwerpen en deelde hij pennen uit met een gedichtje. Van Wissen denkt dat de organisatie nu hoopt op een "elitairdere dichter". Hij zegt dat zijn werk in sommige poëziekringen wordt beschouwd als "sinterklaasgedichten". Volgens Bas Kwakman, directeur van Poetry International en lid van de commissie die de longlist opstelde, blijkt uit de lijst kandidaten dat de commissie "niet voor elitair gaat" en dat "de stem van het publiek nog steeds doorslaggevend is. De nieuwe procedure moet ertoe leiden dat er minder campagne wordt gevoerd", zegt Kwakman. "Dat lijkt me democratischer aangezien niet elke dichter daartoe de mogelijkheid heeft." De organisatie heeft de eisen voor kandidaten aangescherpt. Die moeten ten minste twee bundels hebben gepubliceerd bij een landelijk bekende uitgeverij. Het is de bedoeling dat deze dichter, van wie het oeuvre hoog in aanzien moet staan en bekend moet zijn bij een breed publiek, de komende vier jaar optreedt als ambassadeur van de poëzie. De eerste Dichter des Vaderlands, Gerrit Komrij, werkte mee aan de oprichting van de Poëzieclub, met een eigen tijdschrift. Van de Dichter des Vaderlands wordt verder verwacht dat hij een rol speelt tijdens de Gedichtendag die Poetry International organiseert. Wanneer en waarover hij een gedicht schrijft, mag hij zelf bepalen. Wel is het de bedoeling dat hij zo'n vier keer per jaar een gedicht schrijft over een nationale of internationale gebeurtenis van belang. Deze gedichten zullen worden gepubliceerd in NRC Handelsblad. De longlistcommissie bestaat naast Jeltje van Nieuwenhoven en Bas Kwakman uit Thomas Vaessens (literatuurwetenschapper), Hester Knibbe (dichter) en Arjen Fortuin (redacteur NRC Handelsblad). Zij zullen op 2 januari een shortlist publiceren van de vijf kandidaten waaruit het publiek mag kiezen. "Ingezonden brieven in de krant of reacties via internet zijn zeer welkom", zegt Kwakman. "Wij hopen dat er een levendige discussie op gang komt." NRC Handelsblad presenteert 2 januari het werk van de kandidaten. Vanaf dan kan er op www.dichterdesvaderlands.nl gestemd worden. Lezers van NRC Handelsblad kunnen ook stemmenmet een coupon uit de krant van 2 januari. Op 28 januari wordt in het rechtstreekse televisieprogramma De Avond van de Poëzie de naam van de nieuwe Dichter des Vaderlands bekendgemaakt. Bron: NRC, 31-10-2008
Fragment uit recensie van bundel Hans van Willigenburg door Willem Thies op Poëzierapport ...(Sta mij hier een uitweiding toe, een nuance: het anekdotische gedicht kán in Nederland ook rekenen op instemming, en zelfs bejubeling. Zo opent Varkensroze ansichten van Mustafa Stitou, in 2003 terecht met de VSB-poëzieprijs bekroond, met een aantal typisch anekdotische gedichten, waarvan de bouwsteen eerder de zin dan de regel vormt. De bundel eindigt overigens met meer ‘poëtische’, bezwerende gedichten als ‘Niet samen scheiden we licht en donker’ en ‘Affirmaties’, waarin hoofdletters en interpunctie ontbreken. En zelfs een alom gewaardeerd ‘zingend’ dichter als Tsead Bruinja – voor wie duidelijk de regel, en niet de zin, als bouwsteen van zijn poëzie fungeert, en die categorisch weigert hoofdletters en interpunctie te gebruiken – laat vanaf zijn bundel Batterij meer en meer het anekdotische element in zijn gedichten toe. Kortom: het anekdotische wordt door dichters niet principieel uitgebannen, en door lezers en critici niet principieel afgekeurd. Ik wil hier enkel een tendens constateren, en daarbij chargeer ik.)... Bron: http://poezierapport.blogspot.com/ EEN BIJZONDERE ONTMOETING - over de expositie van Herman van Veen en Tsead Bruinja
June 01st, 2008 | Category: Nieuws
Gedichten van Tsead Bruinja en schilderijen van Herman van Veen! Een combinatie die prachtige beeldtaal voortbrengt. Beiden proberen op authentieke wijze het leven te vangen. En, zoals Herman van Veen het zegt: “Het leven proberen te vangen er van uitgaande dat het onmogelijk is. Maar je probeert het. Net als wanneer je sneeuw probeert te bewaren.” Ik realiseer maar me weer eens hoe krachtig woorden en beelden kunnen werken. Mijn wens om met mensen aan hun levensprocessen te ‘werken’ in woord en beeld (kunstzinnig coachen) wordt nog eens versterkt. Wat is dit mooi… (hier staat op het blog het affiche) Een tipje van de sluier: hoe’t de wyn oer har lea hinne hoe de wind over haar lichaam heen (deel uit: gersfamke/grasmeisje) Bron: http://www.comhla.nl/
LEEUWARDEN - Cabaretier, zanger en liedjesschrijver Herman van Veen heeft veertien schilderijen gemaakt bij even zoveel gedichten van Tsead Bruinja. De doeken en de gedichten - in het Fries en het Nederlands, uit Bruinja's tweetalige bloemlezing 'De geboorte van het zwarte paard'- worden van 1 tot en met 15 juni tentoongesteld in het atrium van Natuurmuseum Fryslân in Leeuwarden. Het contact tussen Van Veen en Bruinja is gelegd door de Leeuwarder therapeut Jeroen Stek. Die had als freelancer een interview met Herman van Veen. De artiest liet hem weten dat hij een bewonderaar is van een Friese dichter ,,met zo'n mooie Marokkaanse naam, Tse-ad Bruinjá'' en vroeg Stek of hij bij gelegenheid eens wilde polsen of Bruinja iets voor samenwerking zou voelen. Bruinja was meteen enthousiast en selecteerde veertien gedichten, die naar Van Veen werden gemaild. De dichter is een Van Veen-liefhebber en is vereerd dat de artiest zijn poëzie kiest. ,,Syn skilderwurk is frij abstrakt, mei grutte kleurflakken. Dêr hâld ik wol fan. Nijsgjirrich fyn ik foaral wat de skilderijen mei de gedichten dogge en oarsom.'' Bron: Leeuwarder Courant, 17-05-2008 'Bezoeker legt dan geen 16,90 euro neer voor een bundel van Bruinja' Kort interview met Eva Cossee op de Landelijke Gedichtendag 2008 door Menno Schenke ...,,We drukken van een dichtbundel gemiddeld 1000 tot 1500 exemplaren,'' zegt Eva Cossee, uitgever van de poëzie van Mark Boog, die in 2006 de VSB Poëzieprijs won. ,,Bij andere uitgeverijen bedraagt de oplage van een dichtbundel vaak maar zes- tot zevenhonderd boeken.'' Bron: Ad, 29-01-2008 Herman van Veen speelt Obergumer kerkje stil Poëzie sluit de echte wereld even buiten Fragment interview met Ingmar Heytze door Thomas van den Bergh voor Elsevier naar aanleiding van de 27e Nacht van de Poëzie te Utrecht Bron: Elsevier, 31-03-2007 Video - Omrop Fryslânn Parijs - maart 2007 - Optreden met Soepboer, Hettinga en van Keulen op het Institut Néerlandais
Brêgeman wordt garde-pont Parijs - Dichter Tsead Bruinja las gisteren in het Institut Nérlandais in Parijs zijn Friese gedichten voor, terwijl achter hem op een scherm de Franse vertaling door Kim Andringa verscheen. OP het moment van de foto was hij bezig met zijn gedicht 'Brêgeman'- in het Frans 'Garde-pont' 'Kom heit byn my de houtsjes ûnder / ik haw de krappe jongeslearskes hast oan'. Naast Bruinja traden ook Albertina Soepboer, Tsjêbbe Hettinga en Jaap van Keulen op, tijdens een avond die 'Frisia cantat' was gedoopt. De avond was er een in een reeks om te vieren dat het instituut vijftig jaar bestaat. Bron: Leeuwarder Courant, 16-03-2007 Friese dichters op Parijse poëzieavond Bron: Leeuwarder Courant Friese dichters dragen poëzie voor in Parijs Leeuwarden - De Friese dichters Tsjebbe Hettinga, Albertina Soepboer en Tsead Bruinja zijn volgende week te gast bij het Institut Néerlandais in Parijs. Het drietal draagt voor uit eigen werk op Frisia Cantat (Fryslân zingt), een literaire en muzikale avond dat geheel in het teken staat van de Friese taal. De gedichten die de Friezen voordragen zullen ook in het Frans worden voorgelezen. Tijdens Frisia Cantat, op 15 maart, wordt ook de film van Pieter Verhoeff getoond die hij maakte van Tsjebbe Hettinga. Het festival wordt ingeleid door Reinier Salverda, directeur van de Fryske Akademy. VAN HET VERLOREN MOEDERLAND / DE MOEDER DE TAAL uit Aantekeningen bij de poëtica van Abe de Vries door Rieuwert Krol Het doel van elke vorm van commentaar op kunst zou moeten zijn om de kunst, en zo onze eigen ervaring, echter, directer te maken, niet mínder echt. Susan Sontag, Tegen interpretatie. Deze houding ten opzichte van de taal is volgens mij cruciaal voor deze poëzie. Die houding is verbonden met de tweetaligheid van dichters. Bij andere jonge Friese dichters als Bruinja en Soepboer is dit ook het geval. De taal is verbonden met een landschap en in dat landschap groeiden ze op. Vaak trokken ze weg uit dat landschap en dus ook uit de taal. Dan gaat beppe
Onder de Gordel (Collumn geschreven naar aanleiding van de presentatie van Receptie van Vrouwkje Tuinman) http://poezie.startpagina.nl Olie, fruit, noten en dichters Poëzie in trein in Eindhoven door Daphne Broers EINDHOVEN - Donderdagmiddag, 12.13 uur, Station Eindhoven. Op perron vijf rolt de intercity naar Amsterdam binnen. Een man met grijswit wapperend haar en een net zo hard wapperende regenjas stapt uit en steekt een sigaret aan. Het is Simon Vinkenoog, dichter. Terwijl de trein van Amsterdam naar Eindhoven en weer terug rijdt, dragen de vijf dichters in een speciale coupé voor uit eigen en andermans werk. Vanwege het Gedichtendagthema van dit jaar, ’Stilte’, hoor je hun stemmen door een uitgedeelde koptelefoon. De trein trekt op en bij het Philips Stadion gaat Tsead Bruinja totaal los op zijn zelf gecomponeerde woordenbrij. In de tunnel bij Best sterft zijn fluisterende stem bijna weg. „Iemand roept ’romantisch!’’, citeert hij ineens veel harder en we krijgen allemaal gratis oploskoffie. Of nou ja, allemaal... Zo veel mensen passen er uiteindelijk niet in deze eerste-klas-coupé. Als je-em als verdwaalde tweedeklasser al per ongeluk hebt weten te vinden. Het staat namelijk nergens aangegeven. Jammer. Eigenlijk hadden alle reizigers een koptelefoon moeten krijgen. Tsead heeft ondertussen een muziekje opgezet. Als het aan hem ligt mogen we nu gerust even schudden met onze billen, terwijl hij een gedicht voorleest ’over een man die lopen moet met een droom waar geen hek omheen past’. We stuiven langs half bevroren slootjes en weilanden waar wel een hek omheen past. Inmiddels is dichter nummer twee, Erik Jan Harmens, aangerukt. Hij belooft een ’atheïstisch gedicht’. ’God moet dood’, zegt hij en we passeren de Barbecuespecialist. Zelfs dat lijkt ineens wel poëzie. Eindpunt Den Bosch doet ons landen in de minder romantische realiteit. We moeten weer terug naar Eindhoven, zonder dat er mooie woorden in onze oren worden gefluisterd. Zonder ook maar een woord van de andere drie, Simon Vinkenoog, Ruben van Gogh en Hagar Peeters, te hebben gehoord. Waar is die urenlange vertraging als je hem nodig hebt? Vinkenoog: ’En nu op naar de Lichtstad!’ door Jace van de Ven Vrijdag 26 januari 2007 - Omdat het gedichtendag was, reed er gisteren een Gedichtendagtrein. Het Brabants Dagblad reisde mee van Den Bosch naar Eindhoven en terug. Piet Paaltjens De dichteres na hem, Hagar Peeters, leest het onverslijtbare treingedicht ’Aan Rika’ van Piet Paaltjens, dat aldus begint: Richting mandarijnschap Uit: We moeten elitair durven zijn Hoe het schilderij een gedicht in de weg kan zitten Persmateriaal Indonesië 2006 Als eerste een reactie van Driek van Wissen op de reis: ...Telkenmale kom je bij die berichten namelijk dezelfde bekende namen van collega-dichters tegen en daarnaast ook die van dichters wier bekendheid in eigen land nog erg beperkt is. Zo las ik toevallig onlangs dat de Nederlandse dichters Hans Wap, Peter Swanborn en Tsead Bruinja naar Indonesië vertrokken zijn om van 2 tot en met 8 juli op poëziefestivals in Palembang en Jakarta internationale roem te verwerven. Niet dat ik ze het misgun, maar ik dacht stiekem toch wel even: wie zijn dat ook al weer en waarom zij? Hoe werkt dat? (deel van verslag bezoek van Wissen aan Iran) http://www.kb.nl/dichters/wissen/wissen-vaderland-10.html terug naar boven Hieronder als eerste een aantal vertalingen van persknipsels, daarna de originelen en meer! Verslag Kompas door Ilham Khoiri Een aantal dichters uit verschillende landen, alsmede uit Indonesië lezen op zaterdag en zondag hun gedichten op de boot Sigentar Alam op de rivier de Musi en in het Graha Budaya gebouw in Palembang stad. De Indonesian International Poetry festival moet tot een uitwisseling leiden tussen dichters afkomstig uit allerlei verschillende culturen. De dichters lezen om de beurt uit hun werk, waarbij diverse thema's in de stijl en de taal van hun land aan bod komen. De gedichten zijn ook in het Indonesisch vertaald. Van de buitenlandse dichters traden ondermeer op: Hans wap, Tsead Bruinja en Peter Swanborn uit Nederland, Flavio Santi (Italië), Hal Judge (Australië), Khairulizam (Maleisië) en Madeleine Lee (Singapore). De Indonesische dichters worden ondermeer vertegenwoordigd door D Zawawi Imron, Jamal D rahman, Emha Ainun Najib, Dorothea Rosa Herliani en Ahmadun Y Herfanda. Volgens de voorzitter van het festivalcomité, Agus R Sarjono, biedt het internationale poëziefestival de Indonesische dichters de mogelijkheid het werk van dichters uit andere landen beter te leren kennen. Deze kennismaking zal hun perspectief, denkbeelden en het creatieve proces van poëzie schrijven verruimen. 'Het festival zal de uitwisseling tussen de dichters stimuleren en ze zullen de denkbeelden, manier van lezen en het taalgebruik van vele dichters uit andere landen vergelijken. Hoewel op allerlei verschillende manieren streven de dichters er allemaal naar hun menselijke ervaringen uit te drukken," zegt Sarjono. De Duitse dichter Jankowski erkent dat het festival hem kennis laat maken met de rijkdom van zowel moderne als traditionele Indonesische literatuur. Tijdens zijn reis door dit land doet hij ervaringen op die hem vervolgens inspireren tot het schrijven van poëzie. " Een aantal van mijn gedichten zijn ontstaan nadat ik Indonesië heb gezien. Maar de taal is wel een probleem", zegt hij. Het Internationale Poëziefestival wordt voortgezet en afgesloten in Jakarta op 5 en 6 juli. Het internationale poëzie festival vond zijn oorsprong ooit in Rotterdam in de jaren 70 en wordt jaarlijks georganiseerd. De deelnemers komen uit diverse landen, waaronder Indonesië. terug naar boven Mediaindo 28 juni 2006 W S Rendra zal samen met 22 Wereld Dichters poëzie lezen op de rivier de Musi. door: Yasland Aspani De dichter W.S. Rendra 'de pauw' voert 22 bekende dichters uit 13 landen ten tonele en 16 Indonesische dichters. Ze zullen optreden op het Indonesia International Poetry Festival in Palembang. Ze zullen hun poëzie op een boot voordragen, terwijl ze genieten van het panorama van de Musi rivier. Voorzitter van de Dewan Kesenian (kunstraad) van Zuid Sumatra, Djohan Hanafiah, brengt naar voren dat het voor het eerst is dat een dergelijk international poëzie festival buiten Java plaatsvindt."Voor Palembang is dit een buitengewone eer. Dit alles dankzij WS Rendra die lezers van wereldpoëzie meegenomen heeft naar dit festival", zegt Djohan die ook voorzitter is van het comité The Indonensian Poetry International Festival. Het festival vindt gedurende 3 dagen plaats en start op 1 juli. Gebaseerd op de informatie van Rendra, zegt Djohan, zullen ondermeer de volgende dichters optreden: Ahmed Abdul Mooty Hezagy uit Egypte, Ani Sumari uit Finland, Duo Duo uit China, Durs Gurnheim uit Duitsland, Eduardo Sanguineti uit Italië, Ismail Turan uit Italië, Hans Wap uit Nederland, Ko Un …, John Traner uit Australië, Mircea Dinescu uit Roemenië, Tsead Bruinja uit Friesland, Zhang Zao uit China, en twee dichters uit Hongarije. De dichters worden door Rendra meegenomen naar Palembang om deel te nemen aan het internationale festival. Ze zullen ook lezen op de rivier de Musi, zegt Djohan, De deelnemende Indonesische dichters zijn ondermeer: Anwar Putra Bayu, T. Wijaya, Ahmadun Y Herfanda, Aslan Abidin, Sutardji Chaulsum Bachri, Godi Suwarna en Nenden Lilis. Om zoveel mogelijk toehoorders erbij te betrekken gaan de dichters in discussie met de toehoorders tijdens de 'Artist Talk' in het Novotel in Palembang. terug naar boven Tempo 4 juli 2006 Door Arif Ardiansyah Palembang - Plaatsvervangend gouverneur van Zuid Sumatra, Mahudin, opent het Indonesia International Poetry Festival. Niet minder dan 30 dichters zijn op dit festival aanwezig. Het bezoek van de dichters doet de gouverneur veel plezier en hij spreekt de hoop uit dat de dichters, eenmaal teruggekeerd naar huis, de stad Palembang zullen aanbevelen. Dichters uit Lahat, Zuid Sumatra, hebben de eer om als eerste op te treden. Vervolgens lezen D. zawawi Imron, Peter Swanborn uit Nederland, Hal Judge uit Australië, Taufiq Wijaya uit palembang en Jamal D. Rahman. Een wit doek met twee palen die als fakkels fungeren vormen de stage setting. Als de dichters lezen wordt op het doek groot hun portret geprojecteerd. Peter Swanborn, die voor het Nederlandse dagblad de Volkskrant schrijft, erkent dat hij pas voor de eerste keer buiten Europa voordraagt en voor het eerst in Palembang is. Hij is onder de indruk van deze stad. Hij hoopt dan ook dat zijn komst hierheen hem zal inspireren. "We gaan straks ook op de rivier varen", zegt de tekstschrijver voor het Knuistingh Neven Ensemble. Peter is ook onder de indruk van het feit dat nadat hij zijn gedichten in het Nederlands heeft gelezen Lind Voûte, zijn vertaalster, de Indonesische teksten leest. "Het klinkt vreemd in mijn oren, maar wel erg mooi", zegt deze dichter uit 1963. terug naar boven http://www.thejakartapost.com/yesterdaydetail.asp?fileid=20060709.M01 Poetry fest: Ding-dong, the poet is (not) dead Features - July 09, 2006 Hera Diani , The Jakarta Post, Jakarta Egyptian poet Ahmed Abdul Mooty Hezagy was restless; he felt that poetry no longer existed in people's lives. There was a population of around 250 million in Indonesia, he said, but a single poetry collection is only read by, what, 1,000 readers? He pointed to Egypt where, with a 70 million population, one book is read by the same number of readers, or 2,000-3,000 readers tops. "We need poetry in life, but why is poetry not popular anymore?" he asked. Hezagy was addressing fellow poets from 12 countries participating in the Indonesia International Poetry Festival, held from July 5-8. His concern drew mixed reactions and concerns. Is poetry really not popular anymore? If we take a look at here in Indonesia, however, the poetry scene actually remains promising. Sure, when it comes to books, many people cannot afford them, which is why poetry books do not sell all that well. But poetry communities are everywhere, and poetry readings at public venues are regular events. Search Yahoo Groups for puisi (poetry), and it will come up with 247 related mailing lists. There are also online poetry communities such as Bunga Matahari ( www.bungamatahari.org ) and Fordisastra ( fordisastra.com ). The Bunga Matahari community has even published their first poetry anthology early this year. Indonesian poet Acep Zamzam Noor said that in his hometown of Tasikmalaya, in the eastern part of West Java, poetry competitions are held regularly and drew dozens of participants. In addition, several musicians have given sound to popular poetry from noted wordsmiths like Sapardi Djoko Damono and turned them into songs -- and popular ones at that. Ahmad said this kind of "poetry musicalization" also worked in Egypt. "There's this singer who put music to classical Arab poetry, and it's very popular," he said, while still insisting that, on the other hand, conventional poetry was losing its audience. Some poets in the discussion agreed with Ahmad, suggesting that perhaps not many people understood poetry, that poetry was competing against a lot of media nowadays, and that people simply did not read anymore. Other poets argued that two different things were being mixed up, as if poetry was unpopular because of a drop in book sales. "There is a lot of poetry going on, but maybe not in academic terms or forms. The problem is not whether it is popular or not, but the definition (of poetry). Does it have to be read on stage? I think pop songs are poetry as well, and sometimes TV commercials too," said Martin Jankowski from Germany. "So, poetry is still very much alive in many forms." Hungarian Peter Zilahy said that book sales was just one standard to indicate an upbeat poetry scene. "In Hungary, books don't sell much as well. But there are, like, 200 literary magazines which print poetry. Or in the Netherlands, there are dozens of poetry festival held," he said. If poets want to reach a wider audience, the discussion said, they have to be more proactive, explore other media and present themselves in an appealing way. Martin Mooij from the Netherlands said that one way poetry was brought to the masses in his country was by attaching "poetry line" around a garbage truck in glow-in-the-dark material. Acep, meanwhile, has tried to reach out to the masses by installing banners of short poetry that criticize local government. "Once I wrote about a regent in Tasikmalaya who has many wives. And it works. People talk about it. So, we have to go find ourselves (our) audience," he said. In the case of this poetry festival itself, which toured Palembang, South Sumatra, earlier this month, organizers should have worked harder to present a more appealing event. On the festival's opening night on Wednesday at the Taman Ismail Marzuki Arts Center, Central Jakarta, the performances consisted of a series of poets reading their works, accompanied by a translator. The lighting was simple, the stage only decorated with a couple of ladders and the poetry being read was projected on a backdrop. The lack of dynamism in its presentation turned the evening's reading into a snoozefest that several audience members, mostly art students, left before the event was over. terug naar boven http://www.kompas.co.id/ver1/Dikbud/0607/03/191442.htm Kompas/Ilham Khoiri Tsead Bruinja, penyair asal Belanda, membaca puisi dalam The Indonesian International Poetry Festival 2006 di Graha Budaya, Kota Palembang, Sumatera Selatan, Minggu (2/7). Penyair Dunia Baca Puisi di atas Sungai Musi Laporan Wartawan Kompas Ilham Khoiri PALEMBANG, KOMPAS - Sejumlah penyair dari berbagai negara dan Indonesia membaca puisi di atas Kapal Sigentar Alam yang melaju di Sungai Musi dan di gedung Graha Budaya di Kota Palembang, Sumatera Selatan, Minggu dan Senin (3/7). Acara bertajuk The Indonesian International Poetry Festival 2006 itu diharapkan dapat membuka pergaulan antarpenyair dengan beragam budaya.Para penyair bergantian membaca puisi yang mengangkat bermacam tema dan pendekatan dengan gaya dan bahasa negara masing-masing, kemudian diterjemahkan dalam bahasa Indonesia. Sejumlah penyair asing yang tampil membacakan puisi, antara lain Hans Wap, Tsead Bruinja, dan Peter Swanborn dari Belanda, Flavio Santi (Italia), Hal Jugde (Australia), Khairulizam (Malaysia), serta Madeleine Lee (Singapura). Penyair Indonesia, antara lain diwakili D Zawawi Imran, Jamal D Rahman, Emha Ainun Nadjib, Dorothea Rosa Herliani, dan Ahmadun Y Herfanda. Menurut Ketua Panitia Festival Agus R Sarjono, festival puisi internasional memberikan kesempatan bagi penyair Indonesia untuk mengenal lebih jauh karya sastra dan sosok penyair dari negara-negara lain. Pengenalan itu akan memperkaya perspektif, gagasan, dan proses kreatif penciptaan puisi. "Festival akan mendorong pergaulan penyair menjadi lebih luas serta memperbandingkan gagasan, cara pembacaan, dan estetika bahasa dari banyak penyair dari negara lain. Meski menggunakan bahasa ungkap yang beragam, tetapi para penyair sama-sama berusaha mengungkapkan pengalaman kemanusiaan," katanya. Penyair asal Jerman Martin Jankowski, mengakui, festival membuat dia mengenal khazanah sastra modern dan tradisional di Indonesia. Perjalanan di negeri ini juga memberikannya pengalaman dan inspirasi untuk melahirkan puisi. "Ada beberapa puisi saya yang lahir setelah melihat Indonesia. Tapi, kami punya masalah perbedaan bahasa," katanya. Festival puisi internasional akan dilanjutkan dan ditutup di Jakarta, 5-6 Juli mendatang. Festival puisi internasional dirintis di Rotterdam, Belanda, sejak tahun 1970-an. Festival diselenggarakan secara berkala hingga sekarang dengan melibatkan banyak penyair dari berbagai negara, termasuk dari Indonesia. terug naar boven http://www.mediaindo.co.id/berita.asp?id=104388HIBURAN Rabu, 28 Juni 2006 14:41 WIB WS Rendra akan Baca Puisi Bersama 22 Penyair Dunia di Atas Sungai Musi Penulis: Yasland Aspani PALEMBANG--MIOL: Penyair si burung merak WS Rendra bakal menampilkan 22 penyair ternama dari 13 negara, 16 penyair Indonesia. Mereka akan tampil dalam ajang The Indonesiari Poetry International Festival di Kota Palembang. Mereka akan baca puisi di atas kapal pesiar sembari menikmati panorama Sungai Musi.Ketua Umum Dewan Kesenian Sumatra Selatan (DKSS) Djohan Hanafiah mengemukakan kegiatan pembacaan puisi dunia tersebut merupakan yang pertama kali dilakukan di luar Pulau Jawa."Jadi Palembang mendapat kehormatan luar biasa. Semua itu berkat WS Rendra yang telah memboyong para pembaca puisi dunia untuk berpartisiapsi pada festival ini," kata Djohan yang juga Ketua Panitia Pelaksana The Indonesian Poetry International Festival kepada wartawan di Palembang, Rabu (28/6).Festival baca puisi dunia tersebut akan berlangsung tiga hari sejak 1 Juli 2006. Berdasarkan informasi WS Rendra, kata Djohan, para penyair dunia yang bakal tampil itu antara lain Ahmed Abdul Mooty Hezagy dari Mesir, Ani Sumari (Finlandia).Lainya, Duo Duo (China), Durs Gurnheim (Jerman), Eduardo Sanguineti (Italia), Ismail Turan (Italia), Hans Wap (Belanda), Ko Un (Korsel), John Traner (Australia) Mircea Dinescu (Romania), Tsead Bruinja (Friesland) dan Zhang Zao dari China serta dua penyair dari Hongaria."Para penyair itu dibawa Rendra ke Palembang untuk ikut ajang baca puisi dunia tersebut. Mereka nantinya juga akan baca puisi di atas Sungai Musi, malam hari," ujar Djohan, didampingi tokoh pers Ismail Djalili.Para penyair Indonesia antara lain Anwar Putra Bayu, T Wijaya, Ahmadun Y Herfanda, Aslan Abidin, Sutardji Chaulsum Bachri, Godi Suwarna dan Nenden Lilis.Djohan Hanafiah mengatakan festival baca puisi dunia tersebut juga akan dimerihakan dengan pegelaran seni budaya Sumsel yakni Senjang dan Guritan yang selama ini memang hidup di tengah-tengah masyarakat daerah ini.Untuk memberikan apresiasi kepada masyarakat luas, para penyair dunia tersebut akan melakukan bincang dengan masyarakat dalam acara Artis Talk di Hotel Novotel, Palembang. (AY/OL-02). http://www.korantempo.com/korantempo/2006/07/04/Budaya/krn,20060704,61.id.html Selasa, 04 Juli 2006Budaya - Festival Puisi Internasional Dibuka PALEMBANG - Wakil Gubernur Sumatera Selatan Mahudin membuka The Indonesia International Poetry Festival di Graha Budaya, Jakabaring, Palembang, Minggu lalu. Sedikitnya 30 penyair dari berbagai negara dan tuan rumah hadir dalam festival ini. Wakil Gubernur senang atas kunjungan seniman-seniman tersebut dan berharap para penyair dapat mempromosikan Kota Palembang setelah pulang dari festival ini. Seni tutur dari Kabupaten Lahat, Sumatera Selatan, mendapat kehormatan pertama untuk tampil memulai acara festival ini. Acara kemudian dilanjutkan dengan pembacaan pembuka oleh penyair D. Zawawi Imron, Peter Swandown dari Belanda, Hal Juggde dari Australia, penyair dari Pelembang Taufik Wijaya, dan Jamal D. Rahman. Layar putih dengan dua buah tiang yang berfungsi sebagai obor menjadi setting panggung acara ini. Saat penyair membacakan karya, di belakangnya layar besar memantulkan gambar penyair. Peter Swandown, yang jurnalis dan redaktur sastra pada harian De Volkskrant dari Belanda, mengaku baru pertama kali membaca puisi di luar Eropa dan baru pertama kali datang ke Palembang. Dia terkesan dengan kota ini. Dia juga berharap bisa mendapatkan inspirasi setelah kedatangannya ke kota ini. "Kami juga akan berkeliling sungai nanti," kata penulis teks untuk Knuistingh Neven Ensemble ini. Peter juga terkesan saat puisinya yang berbahasa Belanda dibacakan kembali oleh Linda Vonte, penerjemahnya, dalam bahasa Indonesia. "Ada sesuatu yang aneh di telinga, tapi indah," ujar penyair kelahiran 1963 ini. ARIF ARDIANSYAH terug naar boven Gedicht van Tsead op http://www.kimbervie.nl/ door Peter WJ Brouwer ...Dan kom je op de vraag: 'Wat is poëzie?', en dat is een hellend vlak waar ik me maar al te goed van bewust ben, maar mijn definitie van poëzie is toch vooral dat het gaat om wat er, hoe op papier staat. Het gevecht of de vrijpartij met de taal, de woorden en wat zij oproepen dan wel verzwijgen, daar gaat het om. Niet hoe de dichter het gedicht voordraagt, hoe hij er uitziet, hoe het gedicht klinkt en of het op muziek te zetten is. Zo krijg je een
verpopculturisering van de poëzie. Hippe jongens die met gevatte teksten geweldige optredens neer zetten. Dat is voor mij geen poëzie, maar dat is
mijn persoonlijke mening. Niet iedereen hoeft een zolderkamerbestaan te leiden, maar poëzie is iets eigens, net zoals jazzmuziek en klassieke muziek Bron:
http://www.peter-brouwer.com/michielvanrooij.htm, 30-05-2006 Prettig werken in een dwangbuis - Poëzie op bestelling Friese literatuur uit isolement Klankassociatieve stapstenen door Hugo Brems ...Afwijkender is Dat het zo hoorde (2003) van Tsead Bruinja. Toch debuteerde ook hij, net als Hagar Peeters, in het festivalcircuit met multimediale optredens. Na enkele bundels in het Fries was Dat het zo hoorde zijn debuut in het Nederlands. Al is ook hierin veel anekdotisch materiaal herkenbaar, toch neemt de taal hier geregeld de overhand en wordt doorverwijzing naar de werkelijkheid op diverse manieren tegengegaan hoe er vanuit alle hoeken van de lege kamer naar hem wordt geschreeuwd de wezel ziet de stutten niet de ezel kent zijn stukken niet hij rent ik val iemand liep door het huis om het licht uit te doen en het gebeurde [...] Niet alleen loopt deze strofe verder via klankassociatieve stapstenen als 'wezel' - 'ezel' en 'stutten'- 'stukken', maar ook wordt de herkenbaarheid van een tafereel uit de werkelijkheid grondig verstoord door de onmogelijkheid om de personages eenduidig te identificeren: de hij/hem kan tegelijk of beurtelings een niet nader genoemd personage zijn, de wezel, de ezel, de ik en iemand. Bovendien is het in de werkelijkheid moeilijk voor de stellen dat er in een lege kamer wordt geschreeuwd, en al evenmin dat er in die lege kamer toch diverse personages zoals de wezel, de ezel, hij en iemand aanwezig zijn. En wat die stutten en stukken zijn, is al evenmin onduidelijk. Valt Dat het zo hoorde ondanks die 'storende' elementen toch nog te lezen als een verhevigde vorm van lyrische expressie, in de bundel Circulaire systemen van Paul Bogaert uit 2002 is daar geen spraken meer van... (uit: Altijd weer vogels die nesten beginnen - Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1945-2005 , Uitgeverij Bert Bakker, 2006) terug naar boven 'Prijzen zijn mooi, vooral als je geen geld hebt' Scholieren oefenen op herdenkingsgedicht Door Elske Minnema Zo'n dertig vwo-4-leerlingen van Piter Jelles Montessori in Leeuwarden kregen gisteren een gastles dichten van de Friese dichter Tsead Bruinja. Allemaal schreven ze een gedicht met het thema 'herdenken'. Om scholieren enthousiast te maken voor de poëziewedstrijd 'Dichter bij 4 mei', organiseert het Nationaal Comité 4 en 5 mei workshops op middelbare scholen in de provincie Friesland. De winnaar van de wedstrijd mag zijn of haar gedicht voordragen tijdens de nationale herdenking op 4 mei op de Dam in Amsterdam. Op Piter Jelles Montessori werd de ckv-les gisteren ingeruild voor een korte cursus dichten. Alle leerlingen mochten in de les een gedicht schrijven rond het thema herdenken. Het resultaat kunnen ze tot 15 maart insturen. Friese gedichten mogen, maar komen niet in aanmerking voor de landelijke herdenking. Dichter Tsead Bruinja (31), zelf oud- leerling van Piter Jelles Montessori, vindt dat jammer. ,,Dat slaat helemaal nergens op. Ik lees Friese gedichten voor in het hele land en ze vinden het prachtig." De leerlingen lijken er niet erg mee te zitten. Voordat ze zelf aan de slag gaan, leest Bruinja twee van zijn eigen gedichten voor. Hij legt de metaforen uit die hij gebruikt. ,,Poëzie is niet altijd even makkelijk te begrijpen." Aan de hand van het citaat 'oren stoppen met huilen' maakt hij duidelijk dat je soms iets moet omdraaien of surrealistisch moet stellen om het scherp te maken. Sommige leerlingen komen niet verder dan twee regels. ,,Ik weet niks", klinkt hier en daar door het leslokaal. ,,Ik kan helemaal niet dichten", zegt Lisa Wijkel (15). ,,Ik rijm alleen met Sinterklaas." Ckv-leraar Theo van Egeraat schiet zijn leerlingen te hulp:,,Je moet gewoon schrijven. Laat die letters maar komen, je mag pas kritiek hebben als het er staat." Bruinja benadrukt dat ze vooral vrij moeten zijn in hun taalgebruik. ,,Alles mag. Het gedicht hoeft niet te rijmen, maar het mag wel. Je kan ook je eigen woorden verzinnen. Kijk maar naar de jongens van Watzkeburt, die spelen met taal." En nog een tip: ,,Kruip in de huid van een verzetsheld, een nazi of een onderduiker." Anita Visser (15) uit Gytsjerk heeft geen hulp nodig. Ze heeft binnen een paar minuten een gedicht op papier staan: 'Een bloem voor elk slachtoffer'. Ze mag haar gedicht aan het einde van de les voordragen, net als Denise Ekhard (15) en Finn Passchier (17) uit Leeuwarden. Bruinja staat versteld van het talent in deze klas. Denise schrijft wel vaker gedichten. Finn had het nog nooit gedaan. ,,Er komt wel eens iets in me op, maar dan schrijf ik het nooit op." Nu schreef hij over het oorlogstrauma van een oude man: 'Mensen herdenken de oorlog, maar wie denkt er aan de oude man?' Krijgt een van de leerlingen straks de Dam stil? Finn en Denise gaan zeker meedoen met de wedstrijd, Anita weet het nog niet. Het lijkt haar best eng om haar gedicht voor te dragen voor zoveel mensen. Bron: Leeuwarder Courant, 25-11-2005 terug naar boven Uit: Vier tips van Andrea Voigt naar aanleiding van het festival Crossing Border: Abe: veni, vidi, vici door F. Starik Bron: Weblog F. Starik, http://www.starik.nl/ Reactie Chrétien Breukers Eenzame uitvaart #44 GPS door Karel F. Gildemacher Takom jier wurdt de Gysbert Japikspriis wer útrikt. De bêste poëzij oer de jierren 2003 en 2004 wurdt dan bekroand. Ik haw grútsjen heard dat de sjuery gearstald is, dat de achte leden fan de karkommisje sille har sa om de Krystdagen hinne wolris ta in dichtbondeltsje sette en se sille op Nijjiersdei har tinzen al wol gean litte. Twa jier lyn wie ik te let om ried te jaan. Dat hat my spiten. Sadwaande naam ik my foar de fûgels net wer oer it net fleane te litten. Dêr komt by dat men sa oan de ein fan in jier syn tinzen ris gean lit. Wat hat jins poëtyske siel rekke en wêrom wie dat sa. It kontakt hawwe mei fersen is wjersidich. In dichter kin wol wakker dichtsje, mar as de ûnfangers tichtslike earen en eagen hawwe, komt it boadskip net oan. Doe't ik 'Troch kadastrale fjilden' lies - ferskynd yn 2003 - wie it my yndertiid fuort helder en klear. Dit is poëzij. No, oan de ein fan de twajiersrispinge, bin ik út de ried. Der is neat betters ferskynd. Ik woe 1 jannewaris fuort Mulder belje, him it nijjier ôfwinne en sizze dat er him de ellinde fan in sjuery, waans oardiel men as dippetearre folgje moat, besparje kin. Der is mar ien, Durk van der Ploeg, dy't de nei Gysbert ferneamde priis fertsjinnet. Ik wist ek dat it gjin sin hie, al wie Bertus it mei my iens en dat is er grif. De polityk, no, de regelingen, de amtners. Jou arguminten, sei myn frou. Wêrom fynsto dat Fersen, sei ik, in fers moat troch it taalgebrûk wat by my losmeitsje. Dat kinne klanken wêze en wurden dy't mei in spesifike lûding en betsjutting dy't krekt op dat plak sa goed passe. Wurden mei de krekte temperatuer. Moaie rinnende sinnen moatte der wêze of hookstrooks ôfkapjende as dat by de taalmuzyk of it boadskip past. It fers moat jin oan it tinken, it dreamen, it fielen sette. It moat jin weromsmite op jinsels, in each foar de neiste iepenje. En in Frysk gedicht moat ek Frysk wêze, mei in tematyk dy't eigen is oan ús gea, ús taal, ús fermidden. En it fers moat goed Frysk wêze, net nei de lezer bûge om begrepen te wurden, mar dy optille nei de taal en de ynhâld fan it fers. Ik suchte, sy ek... Durk van der Ploeg, sei ik, hat yn dy bondel wraksele mei taal om foarm te jaan oan syn bân mei it gea fan dy keale klaai dêr boppe Dokkum út, fan de ivige metamorfose lân en wetter fan it Waad. It bepalen fan jins eigen posysje as yndividu, as keat yn in rige fan minsken op wei nei de ein. It vektorisearjen fan jins relaasje mei minsken. Sokssawat. Minsken fan no, mar fral minsken fan doe, dy't ljocht skine litte oer de tiden dat alles 'better' wie, dichtet er oer. 'Ferhalen en gjin ein'. Troch en yn de sarken op it tsjerkhôf moetet er de minsken út syn ûnthâld. 'Alles keart ta stof werom'. It hôf as moetingsplak mei fantomen. It besef fan de net werom te draaien rin fan de minsken troch de tiid. It hat dus wat fan it wurk fan Obe Postma, mar it is stiifklaaiïger (en dat past). In fers as 'It sil wêze' fan Van der Ploeg kin skoan meunsterje mei it romrofte 'It sil bestean'. Moaie begjinsinnen: 'Wat wie is der. Oan it ferline is gjin ûntkommen. Neat út neat mar út neatigens bin ik wêzene.' En ek yn de slotsinnen fan dat fers steurt my it Postma-oantinken net, krekt oarsom: 'Alles wat ik bin, wachtet yn't ûnthâld. Op wat ik my tebinnenbring. Elke stap foarút heakket yn de foargeande.' Dreech Frysk hat in oardiel west, leau'k. Neat foar it jongfolk. Alles wat jong is, wurdt âld, glimkje ik. Der bekrûpt my no lykwols ynienen ien twifel mei dit stikje. Hie ik net folle better heech opjaan kinnen fan de taalrykdom fan in Tsead Bruinja? It gefoelige fan in Albertina Soepboer, it noch ûnthjittende wurk fan in Eeltsje Hettinga of de freonlike, golle en nea benearjende fersen fan Baukje Miedema? Sjuerys wolle altiten har eigen sin dwaan en dus krekt in oarenien útsykje as de oanrikkemandearre. Hawar, takom simmer sille wy witte wat dit net-frege advys úthelle hat, mar de fersen fan fan 'Troch kadastrale fjilden' bliuwe foar my in poëtysk 'Global Positioning System'. Bron: Leeuwarder Courant, 30-12-2004 terug naar boven Lek op DdV-verkiezingssite AnCoprijs voor dichter Bruinja Dichter en performer Tsead Bruinja uit Amsterdam krijgt de AnCoprijs 2005. Deze jaarlijkse culturele prijs is een initiatief van kunstenaar Anne Feddema uit Leeuwarden en dichter Cornelis van der Wal uit Groningen. De prijs bestaat uit een glas bier of fris, een gehaktbal of tosti, een kunstwerk van Feddema en een gelegenheidsgedicht van Van der Wal. De uitreiking vindt plaats in het Oranje Bierhuis in Leeuwarden, op een door de jury nog te kiezen moment. Schilderij Anne Feddema
Gedicht Cornelis van der Wal geschreven ter gelegenheid van de prijs + stukje weblog (uitreiking van de prijs vond plaats in 2005) Justermiddei earst nei Tresoar om boeken yn te leverjen, dêrnei nei Kota
Raja, de bêste Sinees fan it Noarden. Fierders, om de tiid troch te kommen
de Scamele Ruter mei in besite fereare. Ik betelle dêr noch in kaartsje fan
sa'n tsien jier lyn, omrekkene 20 Euro. Fierders is dêr neffens my neat
feroare yn al dy jierren, komme ek noch hieltyd deselde minsken, as se net
dea binne fansels, mar dan noch. Net al tefolle bier, mar wol genôch. Begraafplaats Vredenhof, dinsdag 21 september 2004, 13 uur: dichter van dienst: Tsead Bruinja. door F. Starik
uit: Waar blijft het verleidelijke secreet?De brave nominaties van de C. Buddingh'-prijs door Ilja Leonard Pfeijffer Wat is de beste strategie voor een beginnende dichter die zijn loopbaan van meet af aan luister wil bijzetten door zijn debuutbundel bekroond te zien met de meest prestigieuze prijs voor nieuwe poëzie, de C. Buddingh'prijs? Het belangrijkste advies dat een dergelijke debutant gegeven kan worden, is niet te zijn gedebuteerd in het afgelopen jaar. Zelden zijn er in de Nederlandse poëzie zo veel en zo veel goede poëziedebuten verschenen als in het afgelopen jaar. Het heeft debuten geregend. Met bakken tegelijk werden ze over ons uitgestort. Hierbij vallen twee tendenzen op. Ten eerste vonden podiumtijgers als Erik Jan Harmens, Tsead Bruinja en Tjitske Jansen opeens allemaal hun weg naar het ooit door hen zo geminachte papier. En ze deden dat met verve. 'Het moest maar eens gaan sneeuwen' van Tjitske Jansen is een verfrissende, interessante bundel en 'Dat het zo hoorde' van Bruinja en 'In menigten' van Harmens ebhoren zonder twijfel tot de allerbeste debuten sinds lange tijd. De twee laatsten combineren, elk op hun eigen manier, een geheel eigen geluid met een hoge mate van technische rijpheid, waarbij beiden op hun eigen manier, de kunst beheersen van de wrange lichtheid en de wrede glimlach. Zowel Bruinja als Harmens zou de Buddingh'-prijs ten volle verdienen....Anne Vegter, Peter Theunynck en Maarten Doorman, die de jury vormen van de C. Buddinghprijs 2004, die op 16 juni zal worden uitgereikt tijdens Poetry International, hadden dus een aangenaam onmogelijke taak. Zij hadden de eer vier nominaties te mogen kiezen uit minsten een tiental zeer nomineerbare bundels en één winnaar te bepalen in een veld van minstens drie gedoodverfde winnaars. Groot was dan ook de verbijstering in het land toen de vier nominaties bekend werden gemaakt en toen bleek dat niet alleen Marije Langelaar nie top het lijstje voorkomt, maar dat ook Erik Jan Harmens en Tsead Bruinja zijn gepasseerd. De enige troost die hun geboden kan worden is de eeuwige hoon die de jury ten deel zal vallen en die waarlijk groteske proporties zal aannemen wanneer deze dichters in de loop van de komende jaren tot de top van de Nederlandse poëzie gaan behoren....Hekaas geldt dat niet (de bekroning van Joep Kuipers bundel 'Monarchieën') voor de andere drie genomineerde bundels. Goed, we moeten de jury nageven dat ze alle drie best aardig zijn, niet slecht, zeker acceptabel en wellicht zelfs nomineerbaar in een minder rijk jaar, maar geen van de drie bundels heeft het niveau dat het zou rechtvaardigen dat minstens een drietal andere bundels buiten de nominatie is gevallen. Wat een verschil tussen de eigenzinnige beeldende kracht van Langelaar, de brille van Bruinja, de grimmigheid van Harmens, de avontuurlijkheid van Kuipers en de braven onschadelijke gedichtjes van Bas Belleman....Wie moet woensdag aanstaande de C. Buddingh'-prijs winnen? Erik Jan Harmens of Tsead Bruinja. En mocht de jury ondanks alles besluiten om vast te houden aan het gebruik om bij voorkeur geen bundels te bekronen die niet zijn genomineerd, dan zal Joep Kuiper de winnaar zijn. (NRC, 11-06-2004) terug naar boven Die ook voor nominatie in aanmerking hadden kunnen komen door Piet Gerbrandy ....De vier bundels die nu zijn genomineerd, verschillen behoorlijk van elkaar. Twee vrouwen, Maria Barnas en Saskia de Jong, nemen het op tegen twee mannen, Bas Belleman en Joep Kuiper. Geen Vlamingen dit jaar. Vier uitgeverijen. Barnas publiceerde eerder twee romans en recenseert poëzie in 'De Groene Amsterdammer', de andere drie dichters zijn nieuwkomers. De bundels van Belleman en Barnas zijn zeer toegankelijk, de andere twee laten zich minder gemakkelijk veroveren. Boeken die ook voor nominatie in aanmerking hadden kunnen komen, waren 'Dat het zo hoorde' van Tsead Bruinja en 'Hulp' van Bart Meuleman, maar met het uitgekozen viertal zullen de meeste poëzielezers wel uit de voeten kunnen...(bron: De Volkskrant, 11-06-2004) terug naar boven Een wandelaar stopt niet om te lezen Door Asing Walthaus GREATE WIERRUM - Kunstwerken en performances moeten de versierde wandeltocht, die de Slachtemarathon in feite is, tot meer maken, tot een ,,culturele kuier''. Of dat goed gelukt is, is de vraag. De velen die de finish bij de waddendijk haalden hadden alles even ,,mooi'' gevonden. Maar de acht rondelen onderweg had niemand gelezen en de vraag naar het allermooiste was lastig. Mensen die iets deden op de dijk zelf, die waren opgevallen. Kunstwerken ernaast niet. De dans van Duende, de grappige loopjes van mannen in de veertig en vooral de dwarse performance van de Zoete Hanen, die waren blijven hangen. De Zoete Hanen liepen als zwervers met winkelwagentjes tegen de stoet in, en riepen: ,,Dit is een heilloze onderneming!'', ,,Ga terug naar de start, daar zijn de lekkere wijven'' en ,,denk zelf, volg niet de kudde!'' Dat wisten de wandelaars in de feesttent of de massagetent aan het eind zich nog te herinneren. En die korpsen onderweg. Al was er tijdens de laatste kilometers bar weinig te beleven, en daar was een extra aansporing zeer welkom geweest. ,,It lêste ein wie o sa'n dreech stik.'' terug naar boven Eenzame uitvaart nummer 28 door F.Starik dinsdag 8 juni 2004, Nieuwe Oosterbegraafplaats, Amsterdam, 10.30 uur.De heer Willem Jan Westra, geboren 20 april 1936, overleden in verpleeghuis Amstelhof op 26 mei 2004 om 22.00 uur.Dichter van dienst: Tsead Bruinja.Willem Jan Westra trouwde in 1984, en scheidde 6 jaar later van zijn vrouw. Er waren uit een of meer eerdere verbintenissen enkele kinderen, waarmee hij -totaal geen contact meer had- in de woorden van Ger Fritz. Het eerste kind werd geboren in 1959 en is al overleden, een tweede werd geboren in 1963, en de laatste in 1973. Beide laatsten leven nog, maar vraag niet hoe en waar. Later in de week zal er nog iemand van Amstelhof geborgen worden, maar dat weten we nog niet.Voor de dichter van dienst is het de eerste keer. Starik schrijft aan een korte gebruiksaanwijzing: Tsead, dit weten wij. Als je nog vragen hebt aarzel niet om die te stellen. Ik kan ev. vanmiddag Fritz nog om aanvullende informatie bellen. Je wordt een kwartier voor aanvang van de uitvaart bij de ingang van de begraafplaats (aan de Kruislaan, in Oost) verwacht, je kunt ook doorlopen naar de aula. Je bent netjes en toepasselijk aangekleed.Je spreekt je gedicht na het eerste muziekstuk. Je neemt enkele extra kopiën van je gedicht voor ev. belangstellenden mee. Bij het derde muziekstuk brengen we de heer Westra naar zijn laatste rustplaats. Dan is er koffie. Nauwelijks een uur later sta je weer buiten. !Bruinja wil weten wat voor werk deze man deed. Hobby info is ook altijd mooi. Waaraan is hij gestorven? Langdurige ziekte, plotseling? Zijn er redenen bekend over waarom hij niet meer contact onderhield met zijn kinderen of zij met hem? Dat soort dingen. Wil Bruinja weten. 'Werk, geen werk: de man verbleef immers in verpleeghuis, waar men ziek en zwak is. Hobby? televisiekijken, navelstaren of zoals Fritz dan zegt: of er een drama was of gewoon onverschilligheid, een bewuste keuze zullen we nooit te weten komen, en zo wij al weten wij oordelen niet'.Maar de volgende dag is de extra informatie niet meer nodig. Bruinja laat weten, dat het gedicht tot stand gekomen is.Dan is het dinsdag. Dit belooft de warmste dag te worden die het voorjaar ons tot dusver bracht. Op de Nieuwe Ooster is het een gezellige drukte. Een grote uitvaart staat al klaar. Mannen in vrijetijdskleding, vrouwen in vrolijke jurkjes verdringen elkaar om de aula dadelijk als eerste te kunnen binnentreden. Men heeft er zin in, zo te zien.Iets terzijde van de massa zit de jonge dichter Tsead Bruinja op een bankje zijn schoenen te bestuderen, kijkt op als Starik zijn fiets de begraafplaats oprijdt, aan de andere zijde zijn rijwiel nonchalant in het rek parkeert. Een brede armzwaai als blijk van herkenning. Geroutineerd wandelt Starik 'hoe heette onze man ook weer?' via Bruinja: 'Westra, Willem Jan Westra' naar de portier, die naar de kleine koffiekamer terzijde verwijst. Volgens Bruinja verwacht de portier toch wel een man of tien op de uitvaart van Westra. Terwijl de zomerse massa de grote aula betreedt wachten we bij onze kleine koffiekamer op de uitvaartleider. Ik herken de uitvaartleider van Westgaarde, maar hij herkent mij niet. Hij vraagt of we familie zijn. We zijn geen familie. Ik leg uit dat Tsead na het eerste muziekstuk spreken zal. De uitvaartleider, een grijze man met een grove grijze huid, van een onbestemde leeftijd, hij zou zowel veertig als zestig kunnen zijn, verontschuldigt zich dat hij geen tijd heeft gevonden om het dossier van de BUG te lezen. 'Ik val maar in', zegt hij. Om half elf precies treden we binnen. De heer Fritz heeft kennelijk telefonisch laten weten dat hij niet aanwezig zal zijn. We nemen plaats op twee stoelen centraal vooraan de lege rijen stoelen. De uitvaartleider blijft schuin achter ons staan. We horen hem het knoppenpaneel bedienen. Het orgeltje van Yesterday dreint de klassieke top drie. Bruinja spreekt, kort en krachtig. ADEM voor wie na dit lichaam verschijnt en in zijn bed klimt vannacht kruip dicht tegen haar aan kruip dicht tegen hem aanhoud jezelf vast en luister naar je adem loop desnoods naar het koude raam en bevochtig voor wat na dit lichaam verdwijnt en geen meer havent ik dank je alvast voor de weg die je was en blaas voor wie hier na voor wat hier na komt adem © Tsead Bruinja Het schakelbord klikt. En klikt. Kennelijk staan de dragers nog niet klaar achter de deur die nu moet openzwaaien. Het derde stuk klinkt helemaal uit. Daar gaan we. De dragers rollen de kist met forse tred ter bestemder plekke. De uitvaartleider vraagt of we bij het dalen van de kist aanwezig willen zijn. Sommige mensen vinden dat een akelig gezicht, weet hij. Wij willen daarbij aanwezig zijn. De uitvaartleider spreekt: ik weet niet of meneer gelovig was. In dat geval heeft hij nu zijn bestemming bereikt. Het schepje staat klaar om een schepje zand te scheppen, maar we worden niet uitgenodigd om het schepje zand te scheppen. Zo blijft de schep onaangeroerd achter. We slenteren terug naar onze kleine koffiekamer met de drie houtsneden Horen Zien en Zwijgen. De uitvaartleider verklaart zojuist te zijn opgepiept met de buzzer. De twee dichters nemen koffie uit de thermoskan met de opvallend brede gietmond. Starik bedient Bruinja meest op het schoteltje. En nog eens. Dan is de uitvaartleider terug. We nemen afscheid. (Stariks weblog, 14-06-2004) terug naar boven 'Je hand was als een vogeltje dat last had van de kou' door Fedde Dijkstra LEEUWARDEN - 'Vogels horen in de lucht / En ik hoor op de grond'. Zo eindigt het gedicht waarmee Brechtje Huiskes deelnam aan de wedstrijd om de Slauerhoff Poëzieprijs 2004. Brechtje heeft zo haar eigen aanpak, vertelde ze gisteravond bij de prijsuitreiking in Theater Romein in Leeuwarden. ,,Het begint meestal met de laatste regels, en dan komt de rest wel.'' De rest kwam er zeker. Brechtjes gedicht begint met de regel 'Je hand was als een vogeltje / Dat last had van de kou'. Het leverde haar de eerste prijs op in de categorie 12-15 jaar... ...De prijzen werden uitgereikt door burgemeester Geert Dales van Leeuwarden. Naast de muzikale afsluiter van Three-ality waren er optredens van de dichters Joke van Leeuwen, Ted van Lieshout en Tsead Bruinja, begeleid door Michiel Rasker. Bruinja, die vaststelde dat hij nu al vijf jaar als aanstormend talent wordt aangekondigd, had nog wel een tip voor de jongere talenten: ,,Veel rode wijn drinken en zo nu en dan eenzaam zijn.'' Bron: Leeuwarder Courant, 10-06-2004 terug naar boven Uit: HET BALKON. Manifest
ten faveure van de glorieuze Vlaamse poëzie Fryske literatuer tige súksesfol, 25-4-2004 De Fryske literatuer hat noch nea sa súksesfol west as hjoeddedei. Dat sei foarsitter Piter Boersma fan it skriuwers-bûn sneon op 'e ledegearkomste. Neffens Boersma binne der nea safolle nije titels ferskynd as yn 2003. Ek it tal oersettings fan it Frysk nei it Nederlânsk hat noch nea sa heech west. Boersma tinkt dat it súkses foar in wich-tich part te tankjen is oan jonge Fryske skriuwers as Tsead Bruinja en Albertina Soepboer. Likegoed moatte der neffens Boersma ek yn 'e takomst stimulânsen bliuwe om jonge skriuwers oan te trunen om yn it Frysk te publisearjen. http://www.omropfryslan.nl/ terug naar boven Poëzie treedt buiten het boekje Reactie: Ingmar Heytze Kaagman Lang geleden moest je een goede zanger zijn om op de televisie te mogen zingen. Als gevolg daarvan wilde iedere zanger op televisie, om te bewijzen dat hij goed kon zingen. Op een gegeven moment draaide het om: je hoefde niet meer goed te kunnen zingen om op de televisie te komen, je moest op de televisie komen om te bewijzen dat je goed kon zingen. Een recente stap in de evolutie van de roem is dat je juist niet meer goed hoeft te kunnen zingen om op de televisie te komen, zodat alle kijkers die ook niet kunnen zingen maar wel op de televisie willen, zich met je kunnen identificeren. Als Idol los je een collectieve droom in. Jij kunt alles niet wat een willekeurige boerenlul ook niet kan, dus als jij op de televisie kan komen, kan hij het ook. Als jij beroemd bent, kan iedereen beroemd zijn. Met andere worden: haal de finale van Idols en iedereen is jou – en jij bent iedereen, of je nu wint of verliest. Dat is de magische aantrekkingskracht van het programma. Tenminste, dat denk ik. Ik ben er net zo ongevoelig voor als een goede vriend die vorig jaar dacht dat ‘Jamai' een soort nieuwe carnavalskreet was, als aanvulling op het vertrouwde ‘alaaf'. De reden dat ik er nu over schrijf is dat ik afgelopen maandag alle zeilen bij moest zetten om mijn scooter zonder ongelukken langs een hysterische meute van duizenden pubers, studenten en randdebielen voor de Stadsschouwburg te krijgen, die op de komst van finalisten Maud en Boris stonden te wachten. Bron: Utrechts Nieuwsblad, 01-05-2004 Zoals je weet lees ik met plezier je stukken, die ik erg waardeer vanwege hun doordachtheid en hun poging om nieuwe bewegingen in de poëzie te proberen te doorgronden. Je stuk uit het Financiëele Dagblad van afgelopen zaterdag , dat naar mijn mening vol stond van onnodige generaliseringen en een aantal feitelijke onjuistheden, kon helaas niet op diezelfde bewondering rekenen. Naar aanleiding van de briefwisseling die daarop volgde, stuur ik je deze open brief met daarin een samenvatting van waar we het over hebben gehad. Het commentaar en de antwoorden die je me gaf laat ik hier buiten beschouwing. Ik wil daar geen verantwoording voor nemen, maar dank je wel voor de tijd die je hebt genomen om op mijn vragen in te gaan. Ik zou het waarderen als je je antwoorden apart naar de redactie van Rottend Staal stuurt. Wat mij opvalt en waar ik dit weekend, zonder op de hoogte zijn van het bestaan van jouw stuk, aan moest denken, was dat het er soms op lijkt alsof jonge dichters zitten te wachten op afwijzingen van de gevestigde literaire orde. Mocht dit het geval zijn dan lijkt me dat ijdeltuiterij. Het is makkelijker een ballon lek te schieten dan er een vol te blazen. Misschien heb ik daar zelf ook last van. Toch lijkt het me goed dat 'we' die stukken bijhouden en daar kanttekeningen bij plaatsen, zo lang er maar geen onnodig gescheld ontstaat en we met z'n allen proberen tot een nieuw begrip te komen van deze tijd en deze poëzie, hoe onhoudbaar dat begrip ook moge zijn. Enkele punten uit onze correspondentie: 1) Bart FM Droog is bij mijn weten een voorvechter van de poëzie an sich, de tweedeling tussen podium en papier is niet één die hij gemaakt heeft. 2) Ik verwacht niet dat er een ontwikkeling plaats zal vinden waarbij er een strikte scheiding ontstaat tussen groepen dichters. Als bepaalde vormen van poëzievoordracht zich ontwikkelen richting theater, cabaret of muziek of zang, zullen die uiteindelijk ook tot dat genre gerekend kunnen worden. Misschien moeten de schrijfopleidingen een les aanbieden op het gebied van voordracht maar niet op het gebied van 'podiumpoëzie'. Ik pleit er voor om mij en mijn mede-snotapen bij de les en het gesprek van de papierenpoëzie te houden, aangezien er daardoor interessantere teksten ontstaan. 4) Je hebt het over de aandacht die oproerkraaiers met zoveel gemak krijgen, maar ik vraag me af of je stuk, hoe goed je inzet ook is, niet tot de uitlatingen van zulke oproerkraaiers gerekend kan worden. Ik zie hier een scheve verhouding tussen inhoud en effectbejag. 5) Vadermoord. Mij interesseert het meer waarom de meeste dichters niet geneigd zijn tot vadermoord. Ik denk trouwens niet dat dit buitengewoon is of alleen van deze tijd. In mijn geval wil ik eerst de poëzie van mijn voorgangers goed gelezen hebben en kennis genomen hebben van de context rondom het werk, voordat ik haar naar het kerkhof verwijs. Dat wil niet zeggen dat ik stukken als van Dirk van Bastelaere, die dat wel doet, niet waardeer. Kees 't Hart heeft overigens aangegeven dat 'vadermoorden' qua redeneringen vaak niet briljant in elkaar steken. Het neo-biedermijer effect kon 't Hart met evenveel gemak op het werk en de werkwijze van van Bastelaere toepassen als van Bastelaere dat deed op het door hem bekritiseerde werk van een dichter als Leonard Nolens. 6) Ik voel me persoonlijk niet aangesproken door de opmerkingen die je maakt over het gebrek aan kennis van de literaire traditie, ook al zou ik graag meer lezen en vooral meer onthouden. Ik kan me niet voorstellen dat dit gebrek aan kennis van toepassing is op alle dichters die je hebt genoemd. Intertekstualiteit is daarnaast een belangrijk onderdeel van mijn werkwijze, maar het klinkt grotesk om dat hier te zeggen. Er is daarnaast niets mis mee als mensen ook zonder het directe begrip van verwijzingen een voordracht kunnen waarderen. Dat geldt net zo goed voor het werk van Tonnus Oosterhoff als voor de poëzie en voordrachten van Tjitske Jansen. 7) Mijn poëzie is poëticaal op momenten, maar ze zal het blijven verdommen om uitsluitend voor één poëtica te prediken. Dat zou ik te romantisch vinden en bovendien ben ik daarvoor een te grote twijfelaar. Ik wil je dat best uitleggen, maar ik neem aan dat je het zelf ook uit de bundel Dat het zo hoorde zou kunnen halen. Wat dat betreft, zouden analyses van de bundels van de dichters die je noemt niet misstaan in een groter stuk, waarin je op dezelfde wijze probeert iets uit te leggen over de 'podiumdichters'. Ik weet dat een krant je daar niet gauw de ruimte voor zou bieden, maar dat is geen excuus om dan maar een stuk te schrijven dat zó kort door de bocht gaat. 8) De fouten die je uit de bundels van enkele van deze dichters haalt zijn te wijten aan hun uitgeverij en redacteuren. Zij dragen de eindverantwoordelijkheid voor de bundel. 9) Ik denk dat de performance toegevoegd kan worden aan de analyse van de literaire gang van zaken, literaire referenties blijven ook in die voordracht aanwezig, zelfs in het werk van de nieuwe dichters. Het zou interessant zijn om na te gaan of er binnen die performance, door diegenen die jij 'podiumdichters' noemt, ook geen 'interpodialiteit' te vinden is. Wat mezelf betreft, en dat zeg ik niet omdat ik ze ken, zijn de gedreven en muzikale voordrachten van Bart FM Droog en Tjitse Hofman van invloed geweest op mijn voordracht, evenals de doordachte, licht ironische en rustige toon van Rutger Kopland, Tonnus Oosterhoff en Martin Reints. 10) Om 'ons' te vergelijken met 'Idols' vind ik te gemakkelijk, al moet ik zeggen dat mijn bril inderdaad op die van Jamai lijkt. Je lezers kennen de situatie rondom Jim en Jamai, maar de situatie rondom de nieuwe dichters is complexer. Ook hier denk ik dat informatie en gedichten uit de bundels meer nut hebben dan de generaliseringen die je maakt. De vergelijking van de Idolsjury met de literaire vakjury loopt mank. De gladiolen Smits en Kaagman kunnen beter vergeleken worden met op geldbeluste uitgevers en hun gebakken luchtverkopende redacteuren dan met een gedegen en onafhankelijke literaire recensent als Piet Gerbrandy. 11) Voor het anti-moeilijke-gedoe onder dichters ben ik allergisch. Ik ga niet eenvoudiger tegen mijn publiek praten dan tegen mezelf. Ik wil tegendraadse muziek en dissonanten, maar niet zonder taal van de straat. Ik ben dol op het publiek dat naar het betekenisloze ritueel poëzie komt kijken en ze mogen me van alles vragen over wat ik maak, maar ik pas het niet aan op hun wensen. Bij voordrachten probeer ik hoogstens in de introductie van een gedicht een vermakelijke toelichting te geven, zodat het publiek weet dat ze niet in de kerk zit en dat er wel degelijk een wereldlijke aanleiding geweest is voor het schrijven van het betreffende gedicht. In dat publiek zitten altijd mensen die gelezen hebben en een deel van de grappen en verwijzingen begrijpen. 12) Ik probeer mensen om me heen aan te zetten om te lezen waar ik enthousiast over ben. Dat kan een bundel van van Bastelaere zijn of een artikel van Hans Groenewegen. Het academische wordt echter regelmatig als een abstracte ver-van-mijn-bed-show gezien, waarbij men de lol en de lichtvoetigheid van die poëzie en artikelen helaas vergeet. 13) Ik kan niet tegenspreken dat mijn vele optredens identiteitsbepalend zijn. Ik kan me daar soms wel kwaad om maken, maar het gebeurt. In recensies is het jammer dat daar een alinea aan verprutst wordt. De ruimte in de krant is al karig en om dan ook nog eens een fenomeen toe te lichten dat niet bijdraagt aan het begrip van de bundel vind ik spijtig. 14) Zou theoretisch zelfonderzoek de podiumpoëzie en haar aanzien doen groeien? Ik weet het niet. Het lijkt me on- des podiums als je het mij vraagt. Misschien zou het in je onderzoek interessant zijn om te kijken hoe er geschreven wordt over muziek- en toneeluitvoeringen. Wellicht dat daar criteria liggen die een betere analyse mogelijk maken van wat er op het podium gebeurt en wat dat kan betekenen voor de literatuur, de kunst en de wereld. Nogmaals: ik vind het een sympathieke poging om iets van één aspect van de moderne poëzie te begrijpen, maar ik had graag een gedegener stuk gezien. Op basis van de boeken en artikelen die ik van je heb gelezen, geloof ik ook dat ik dat van je kan en mag verwachten. Ik hoop dat je daarbij rekening houdt met de problemen rondom de definitie van het begrip 'podiumdichters'. De hokjes die je om ons creëert lijken me 'valse vrienden', die jou en het publiek niet verder helpen. Ik hoor graag van je en hef de mok en het glas op de poëzie. Hartelijks, Tsead Bruinja Uit persbericht voor optreden
in de Etna Fjoerwurk Cornelis van der Wal yn petear mei Miranda Mei op haar Weblog(....)Wat ferwachtsje jo fan de jongerein, of wat soenen jo graach sjen?Ik ferwachtsje fan in pear dichters, lykas T. Bruinja, Arjan Hut en Elmar Kuiper noch wol wat fjoerwurk! http://mirandamei.web-log.nl/terug naar boven Van je geliefde moet je het maar hebben door Anton Korteweg Hij is, om met de deur in huis te vallen, de man van de Kutgedichten. De op de Gedichtendag verschenen bundel bloemlezing van 69 en enige gedichten over de vrouwelijke genitaliën, maar hij is ook genomineerd voor de Jo Peters Poëzieprijs voor dichters met een jong oeuvre. Hij is een Fries maar dicht net als Slauerhoff in het Nederlands, althans meestal. Met de grootste Friese dichter heeft hij nog wel meer gemeen: een voorliefde voor al dan niet puik wiebelende randfiguren en een scherp oog voor het in alles ingebouwde verval. 'Ik zei ik zie de roos als een wrak in aanbouw' is een kenmerkende regel van hem. Van je geliefde moet je het maar hebben! terug naar boven Ok wel un bitsje elitêrDagboek maart 2004 / 11 maart om 21:23 door Henk van der Veer 'Tsead Bruinja docht it net foar in bytsje', skreef Harmen Wind al us over ut werk fan disse jonge dichter. Fanavend sach ik in ut programma 'Spegels' un reportaazje over Bruinja. Un hele aktive dichter ok, disse inwoaner fan Diemen. Ok wel un bitsje elitêr, mar beslist nyt eigenwys. Hij gaat as dichter hieltyd mear de eksperimentele kant op. Sal binnenkòrt syn bundel 'gegrommel fan satyn' foar de Sneeker bespreke. Mut ik wel even foar sitten gaan, want Bruinja syn fersen leze je nyt even tussen de earpels en de brij. Wie mear over disse dichter wete wil, mut mar even naar syn site surfe: www.tseadbruinja.nl (bron: http://www.henkvanderveer.nl/dagboek/default.asp) terug naar boven Spegels
'Fryske literatuer docht net ûnder foar Nederlânske' Interview Peter de Groot met
Maria Barnasdoor Peter de Groot BOKKESPRONGEN FAN IT PRODUKSJEFUNS Gjin Subsydzje foar de Graal troch Abe de VriesIn prachtige ynstelling, dy’t de útjefte fan in protte Fryske dichtbondels mooglik makket, is it Literair Productie- en Vertalingenfonds (LPVF) yn Amsterdam. Net allinnich dichtbondels: ek Frysktalige oersettingen en biografyen kinne troch it fûns subsidiearre wurde. Teminsten, as it wurk genôch kwaliteit hat en nijsgjirrich is. Hulde foar it LPVF! Mar dit jier is der wat nuvers oan ’e hân yn Amsterdam. Earst waard de subsydzje-oanfraach foar Tsead Bruinja syn tredde Fryske dichtbondel, Gegrommel fan satyn (2003), ôfkard. En fan ’e wike die bliken dat ek de langferwachte, tredde bondel fan Cornelis van der Wal, Subsydzje foar de Graal (2003), neffens it fûns net genôch kwaliteit hat om yn ’e beneaming te kommen foar subsydzje. Om yn ’e terminology te bliuwen: beide bondels hawwe ‘te weinig betekenis voor de Friese letterkunde’. ‘Saakkundigen’ Twarisom in ûnbegryplik en ik doar wol te sizzen bespotlik beslút. It LPVF wurket mei in groep fan sa’n tritich saneamde ‘ter zake kundige adviseurs’ út it Fryske literêre miljeu; elke bondel wurdt troch trije fan dizze ‘saakkundigen’ ûnôfhinklik faninoar lêzen en hifke. Wa’t yn sokke kommisjes in sit hawwe, is geheim. Yn dit gefal is dy anonimiteit benammen foar de kommisjeleden yn kwestje in útkomst. Tal fan Fryske dichters hienen it selskip sûnder twifel de earen wosken. Wylst sawol Piet Gerbrandy yn De Volkskrant as Ilja Leonard Pfeijffer yn NRC Handelsblad de nijste Nederlânstalige bondel fan Bruinja nijsgjirrich genôch fûnen foar in (positive) resinsje, dêr skriuwe de saakkundigen fan it LPVF oer syn nijste Frysktalich wurk dat de fersen te lijen hawwe fan ‘vormeloosheid en planloosheid’, dat in ‘dwingende en liefst ook obsessieve inhoud ontbreekt’ en dat men fergees socht nei orizjinele byldspraak en in oertsjûgjende struktuer. Ik helje dizze sitaten út it briefke fan it fûns dat Bruinja op syn eigen site publisearre hat. It liket derop as hat de kommisje yn kwestje domwei net folle begrepen fan Bruinja syn nei it postmodernisme skaaiende bondel, en as besiket sy dat mei wat algemiene kretology te ferbergjen. In goed foarbyld fan dizze ostentative ûnkunde is it stik dat Steven de Jong lêstlyn yn De Moanne publisearre, dêr’t wy út lêze koenen dat der nei De Jong syn gedichten noait wer wat nijsgjirrichs skreaun is. Oer de lekken en brekken yn de krityk op Bruinja syn wurk, sjoch myn skôging oer Gegrommel fan satyn op dizze site. Bûten de allemanspaden Cornelis van der Wal is neffens elkenien mei in greintsje gefoel foar poëzij ien fan Fryslâns meast orizjinele dichters. In skriuwer mei in folslein eigen lûd; syn beide bondels In nêst jonge magneten (1991) en Sinnestriel op it offermês (1997, ek útjûn sûnder subsydzje!) hawwe in absolute kultstatus. Ferline jier naam Jabik Veenbaas noch fersen fan him op yn in spesjaal nûmer fan it tydskrift De Tweede Ronde, oer Frysk proaza en Fryske poëzij nei de Twadde Wrâldoarloch. Yn Subsydzje foar de Graal slacht Van der Wal nije paden yn. De fersen binne faaks net sa skrinend as syn eardere wurk, mar dêrfoar yn ’t plak is in hybride poëzij kommen dy’t sawol synysk, iroanysk as hilarysk is én dy’t yn it moed taast. En dizze beide bondels soenen fan ‘te weinig betekenis voor de Friese letterkunde’ wêze? Dat is in net goed nei te kommen oardiel. Der binne net in protte oare Fryske dichters dy’t lykas Bruinja besykje oansluting te finen by wat der yn de nijste Nederlânstalige (performance)poëzij bart. Allinnich al dêrom is syn wurk in ferriking. En hoe faak wurde der yn Fryslân fersen útjûn lykas dy fan Van der Wal, fan in tragyk dêr’t wy om gnize kinne as in boer mei pine yn ’e bek? Lit ús foar it gemak ris oannimme dat it hjir om kontroversjele poëzij giet dêr’t je ferskillend oer tinke kinne. Is it dan net de taak fan it fûns om kontroversjele dichtkeunst te befoarderjen, der fanút geand dat it ek yn de kontroverse is dat in poëzij him ûntjout? Nee, it kin net oars oft hjir binne ‘saakkundigen’ oan it wurd west dy’t deadsbenaud binne om skientme bûten de allemanspaden te finen. Yn dit ljocht falt op dat it fûns heel wat konvinsjoneler dichtwurk, lykas dat fan Meindert Bylsma, Durk van der Ploeg en Jabik Veenbaas, resintelik wól fan grut belang achte foar de Fryske poëzij. Omdat de kommisjeleden dit stik faaks wol lêze sille, mar in útnoeging: doare jimme publikelik ferantwurding ôf te lizzen foar jim útwrydske oardiel? Dan kriget jim opfetting fan poëzij, foar safier’t dêr praat fan wêze kin, teminsten in gesicht. Ik moat my al raar fersinne oft der wienen ek oare redenen om Gegrommel fan satyn en Subsydzje foar de Graal bûtenspul te setten. Soe der in mispleatste driuw mank mei wêze en befoarderje in beskaat sjenre fan poëzij – lykas dat it gefal wie mei it beslút fan de Gysbert-sjuery en jou Willem Tjerkstra de priis foar in syklus fan âlderwetse histoaryske romans? Sokke kommisjeleden beoardiele feitlik gjin boeken, eins binne se mear dwaande om de rin fan de rivier fan de Fryske literatuer te ferlizzen. Lânskipsarsjitekten! Mar it giet my der hjir net om Bruinja, Van der Wal of harren útjouwer Bornmeer de hân boppe de holle te hâlden. Dy kinne harsels wol rêde. Der kinne fansels mear nammen fan dichters neamd wurde dy’t yn Amsterdam skoudere binne, al of net terjochte. Yn 2000 waard bygelyks de debútbondel Tersk (ferskynd by Frysk en Frij) fan Hjir-redaksjelid Hein Jaap Hilarides de doar wiisd. Kealslach Wat op it spul stiet, is de positive rol dy’t it LPVF foar de Fryske dichtkeunst spilet. Bywannear’t minsken mei ferburgen aginda’s in stim krije yn it belied fan útjouwers, of bywannear’t beoardielers dy’t it kontakt mei de hjoeddeiske poëzij kwytrekke binne fia in omwei meibeslute kinne oer wat al of net de muoite wurdich is om út te jaan, dan driget it fûns te feroarjen fan in stimulearjende ynstelling yn in útholling oerdwers. In bytsje útjouwer kin de finansjele klap fan in ôfkarde bondel wol ferneare. Mar as it risiko te grut wurdt, sil it belied konservativer wurde en sil ôfwikend wurk dat net yn de mainstream past minder gau in kâns krije. En dat betsjut stilstân. De dea yn ’e pot. Kealslach yn ’e Fryske poëzij sil net de takomst wêze dy’t it bestjoer fan it LPVF foar eagen hat. Dêrom no alfêst myn nijjierswinsk foar it fûns. Hâld op mei it nuete systeem fan foar elke bondel trije oare spesjalisten te freegjen nei har oardiel. Stel in fêste, gruttere kommisje gear foar elke literêre dissipline, en soargje dat dêr genôch jonge minsken yn sitte mei ferstân fan saken, minsken ek dy’t in ûnderskied meitsje kinne tusken har eigen smaak en de kwaliteiten fan in dichtbondel. Stjoer in betankbriefke nei de ‘saakkundigen’ dy’t oer Bruinja en Van der Wal gear west hawwe. Nij bloed! (bron: www.farsk.nl) terug naar boven Schrijfstad Groningen Poëziestad door Louis Stiller en Tamara Keasberry (...) Groningen is een echte poëziestad, bevestigen de aanwezigen (voor dit stuk werd gesproken met: schrijfdocente/dichteres Aly Freije, schrijver, journalist en tijdschriftredacteur Coen Peppelenbos, eigenaresse van Boekhandel Athena's Gelly Talsma en Anton Scheepstra van Uitgeverij Passage). Festivals als Dichters in de Prinsentuin - een driedaags festival in juni waar beginnende en gevorderde dichters voorlezen - zijn een begrip. Dichters als Rutger Kopland, Jean Pierre Rawue, Maria van Daalen, Tsead Bruinja en Albertina Soepboer zijn zeer actief in het schrijfleven...Een van de belangrijkste schakels in de Groninger schrijfcultuur, Tsead Bruinja, verhuisde niet lang geleden naar Diemen. Scheepstra: 'Dat is jammer, maar we zien ook dat telkens weer schrijvers bij komen. Dat merken we ook bij de uitgeverij: af en toe stapte er iemand over naar een andere uitgeverij. Maar daar staat tegenover dat er ook schrijvers naar ons overstappen. Daar hoef je niet dramatisch over te doen.' Coen Peppelenbos: 'Bovendien zijn er ook schrijvers die blijven, zoals Kopland, Nanne Tepper, Gerrit Krol. Talsma: 'Kopland en Bruinja zitten in een totaal andere levensfase. Kopland heeft hier een gezin. Ik kan me voorstellen dat een jong iemand als Tsead zijn horizon wil verbreden.' (bron: Tijdschrift Schrijven, november 2003) terug naar boven Rely-sjuery hat ferlet fan wat mear humor (Fries) BEARS - De hurde wurden fan de sjuery fan de Rely Jorritsma-priisfraach ferline jier ha blykber fertuten dien. De kwaliteit wie dit jier ,,beslist ferbettere'', neffens it rapport dat foarsitter en ôfgeand sjuerylid Elly Veltman sneon by de 49-ste priisútrikking yn it tsjerkje fan Bears foarlies. Op ien mêd is der lykwols neat feroare: de oer it algemien treurige ûnderwerpskar. It wie wer allegear moard en deaslach, problematyske relaasjes en ynsest, neffens Veltman. ,,De oare kear wol de sjuery wol wat mear laitsje. Wat mear humor graach!'', frege hja oan takomstige ynstjoerders. De sjuery, dy't Veltman foarme mei Tsead Bruinja en Mirjam Vellinga, hat dit jier fjouwer prizen takend. Albertina Soepboer (1969) út Grins en Jan van der Leij (1952) út Wyns krigen elk in priis fan 800 foar in ferhaal, Elmar Kuiper (1969) út Húns en Sito Wijngaarden (1979) út Sint Jabik krigen in priis fan 200 foar in fers. 'Dy griene neisimmer' fan Albertina Soepboer hat neffens de sjuery ,,in wale oer him fan goud/grienkleurige wurden dy't makket dat de lêzer de neisimmer op 'e tonge priuwt as in woldiedige pinot noir''. 'Apart' fan Jan van der Leij wurdt priizge as in goed komponearre magysk-realistysk ferhaal dat in âld motyf - in man moetet syn alter ego, mei fatale ôfrin - yn in ferfrissend dekor pleatst. De sjuery wie der tige oer te sprekken dat der by de dichters - njonken de wenstige âlde tema's, agraryske nostalgy en lânskiplike prakkesaasjes - in driuw nei fernijing ek eskperimentearjen te fernimmen wie. Elmar Kuiper syn boartlike en ballade-eftige fers fûn de sjuery allinne al fanwegend de titel prizensweardich: 'In mankelike man seit himsels in frije fûgel ta'. Kuiper makke fan it foardragen in soarte performance, holpen troch syn suster Welmoed en syn broer Remco. Sito Wijngaarden syn 'Lânskip hjerst' is mysterieus mar net pretinsjeus, neffens de sjuery. It hat njonken in driigjende ynhâld ek in ,,pittige koarte lingte''. Sa koart, dat er it fan boargemaster Johanneke Liemburg sels noch in twadde kear foarlêze mocht. (Leeuwarder Courant, 6-10-2003) terug naar boven Kwatrijn (uit: De vrije encyclopedie)Een kwatrijn is een gedicht of een strofe van een gedicht van vier regels. nooit wordt iets zo ver vergeten dat het niet meer kan worden gedacht als de herinnering kwijnt verdwijnt komt de verbeelding en schildert haar lach (Tsead Bruinja) bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Kwatrijn terug naar boven (...)EK IN YNTERTEKSTUELE BONDEL? troch Abe de Vries Nijsgjirrich is de fraach oft Albertina Soepboer yn De fjoerbidders mei opset sin referearret oan de bondel Gegrommel fan satyn fan Tsead Bruinja, begjin dit jier útkommen by Bornmeer1. It byld fan it opheljen fan de winterkij út ‘e kelder, dat stiet foar de befrijing fan lust en poëzij, docht sterk tinken oan guon bylden by Bruinja. Ik neam de ‘buollen lok wachtsjend yn kelders / fan langst buollen mei nammen / dy’t se skriuwt (..).’ Of in twadde byld: ‘myn klankkast is in hynstestâl / ik wit net wat derút / draven komt’. En in tredde, faaks noch dúdliker: ‘en no moatst ophâlde want / aansens begjin ik te sjongen / en dan fleane de kij / oer de daam’. Yn ‘e ferantwurding by Gegrommel fan satyn hie Bruinja skreaun dat syn twa fersen mei de begjinrigel ‘sa’t it wêze soe en nea waard’ en it fers ‘sa’t it is en bliuwt’ nei de foarm ynspireard wienen troch de syklus ‘Strafeksersysjes’ út Soepboer har debútbondel Gearslach. Ek syn fers ‘Wat docht er?’ wie in reaksje op in fers fan Soepboer, ‘In negen woorden’. It liket derop dat Soepboer it yntertekstuele spultsje fuortset dat Bruinja begûn is. Yn De fjoerbidders keatst se de bal werom. Yn it fers ‘Jûn derop’ ferliket Bruinja himsels implisyt mei Jezus as er it der oer hat dat ‘maria-magdalena-gûlend-oan-syn-fuotten (..)’ leit. De minnaar by Soepboer wurdt, lykas wy seagen, mei Jezus ferlike. Ien fan har fersen hjit ‘I’ll never be your Maggie May’, wêrby’t ‘Maggie’ de Ingelske ferkoarting fan Magdalena is. ‘Satyn’, út de titel fan Bruinja syn bondel, is net in wurd dat Fryske dichters faak brûke, mar it komt ek yn De fjoerbidders foar: ‘Sa’t fier oantinken it lekken dan fûn / mei de bottele roazen op it satynwyt.’ Soepboer brûkt, as se de yntimiteit yn ‘e relaasje wjerjaan wol, it byld fan in persoan dy’t mei bôle oansetten komt: ‘Hy kaam my yn ‘e mjitte, wyn en bôle / yn ‘e kûm.’ By Bruinja hjit it dat hy ‘moaie ferskes’ spilet ‘en ek foar it fanke fan de bakker / at dy mei in koer fol broadsjes komt’. Yn it gedicht ‘Wat docht er?’ yntrodusearret Bruinja himsels as in spiler: ‘hy spilet’, ‘hy spilet moaie ferskes’, ‘hy hat niget oan it spyljen’. By Soepboer draait it om de ‘earste pianospiler’, waans muzyk ‘har tichter bewenne’, dy’t op ‘e earste dei tegearre Satie foar har spile en oan wa se har ‘più allegro’ oerjoech. By Bruinja komt ‘supernovas’ foar as metafoar foar dichterlike fynsten. Op ‘e bank speurt er nei ‘wûnen yn slow motion discovery supernovas’. By Soepboer is it byld fan de ‘sterkhimelske flamme’ in symboal foar ‘him’. Yn it lêste fers fan de bondel, ‘Novimbernova’, stiet it himelljocht foar it oantinken oan de minnaar en de hiele affêre, it skrinende oantinken dat mei it skriuwen fan de bondel ferwurke is: ‘(..) de nacht liet de stjer / los en it fjoer lôge in skoft.’ In lêste. By Bruinja fine we it byld fan tegearre kofje út in automaat drinke: ‘ik gean oerein en rin nei it kofjesetapparaat / ien skepke foar twa koppen twa koppen ien ferlet / om net ta te jaan my net oer te jaan oan blauwe tongen / dit hite roppen’. By Soepboer komt de kofje ek út in automaat: ‘Swarte kofje printe de automaat neist my / de man mei it muzykpapier ûnder de earm. // Molke. Ja. Sûker. Ja. Twa grouwe skeppen / yn myn en dyn plastik bekerke fol mei tiid.’ ‘SA’T IT DOE GIE’ Sa liket der dus, neist in muzikale ynterreferinsje, ek in tekstuele yn De fjoerbidders mei te triljen. In oar wurk dêr’t dizze gedichten sa út en troch oan tinken dogge is Soepboer har eigen earsteling, Gearslach, benammen oan de fersesyklus dêrút dy’t Bruinja nei de foarm neifolge, ‘Strafeksersysjes’. De retoaryske ‘sa’t ik – sa’t wy - sa’t it’ foarm fan dy rigels – ik neam it mar in ferlykjende stelling sûnder ferliking – komt yn De fjoerbidders hieltyd werom: ‘Sa’t wy dêr doe letter foar it rút stienen.’ ‘Sa’t er op it lêst foar my stie (..).’ ‘Sa’t fier oantinken it lekken fan fûn (..).’ ‘En sa’t ik no langer waard fan dat grien (..).’ ‘Sa’t ik dêr iepen lei op ‘e kâlde grûn, (..).’ De lêste sin fan it lêste gedicht hat deselde foarm: ‘Sa’t it doe gie.’ Fariaasjes hjirop komme ek foar, lykas ‘Dat dit de hjerst wie (..)’ en ‘Hoe’t wy foar de earste kear frijden (..).’ As der krityk op de bondel mooglik is, dan soe dit in punt(sje) wêze. De ferlykjende stelling sûnder ferliking is ien wêrby’t gjin ynformaasje jûn wurdt oer datjinge dêr’t eat mei ferlike wurdt. De dichter skriuwt bygelyks: ‘Sa’t wy dêr doe letter foar it rút stienen’, mar hóe’t wy dêr doe letter stienen wurdt neat oer sein. Dat wurdt oerlitten oan de ferbylding fan de lêzer. Dat kin, mar as it sa faak bart wurdt it ienlûdich. It krijt dan wat makliks. Lêzer, ik wit net hoe’t ik it beskriuwe moat, sykje it sels mar út. Mar dat is harseskrabjen. Bûten kiif stiet dat Albertina Soepboer har geefste bondel oant no ta skreaun hat, en dat wol wat sizze mei sa’n oeuvre. Ek Gert Jan Slagter hat der in pronkje fan makke. De fjoerbidders is in útjefte op ôfwikend formaat, mei hurd kaft (sulver mei brune opdruk) en foar de fersen is in gruttere letter brûkt. 1 Albertina Soepboer hat yn it fraachpetear yn Farskskrift 03 sein dat se de fersen foar De fjoerbidders al ein oktober ferline jier klear hie, dus foardat Tsead Bruinja syn Gegrommel fan satyn ferskynde. Dat soe betsjutte kinne dat de oerienkomsten dy't hjir oan 'e oarder komme, op tafal berêste, mar ek dat Soepboer de fersen fan Bruinja earder lêzen hat (...) (www.farsk.nl) terug naar boven Veel verwarring over - ook in de pers Volkskrant 05-09-2003 Tsead Bruinja: Dat het zo hoorde.Het is niet verstandig in gesprekken of artikelen over moderne literatuur het begrip 'romantisch' te laten vallen, want voor je het weet zit je verstrikt in een eindeloze discussie over de vraag wat die term betekent. Een kenner van de 19de eeuw zal het woord anders gebruiken dan een fabrikant in kaarsen of een adolescent die zijn geliefde op de Eiffeltoren ten huweljk vraagt. Maar soms is een dichtbundel zo doortrokken van Sehnsucht, Weltschmerz en spleen dat het raar is het woord te vermijden. Welnu, Tsead Bruinja (1974) is een romanticus in de traditie van Heine, Haverschmidt en Slauerhoff, want de sprekers in zijn gedichten zijn permanent ontheemd, onfortuinlijk verliefd, bezeten van doodsdrift en onstilbare verlangens. Na enige tijd als object van studie in ongenade te zijn gevallen, is er binnen de neerlandistiek - en ook daarbuiten - een toenemende belangstelling voor de literatuurgeschiedschrijving waar te nemen. Door middel van een hernieuwde theoretische en methodologische bezinning tracht men oude fouten te vermijden en nieuwe invalshoeken aan te dragen. Zoals ook al uit het bovenstaande blijkt, hebben veel van de eerder genoemde onderzoeksterreinen raakvlakken met de literatuurgeschiedschrijving. Dit hoeft niet te verwonderen, aangezien het verwerven van inzicht in de historische bepaaldheid van literatuur een van de meest essentiële onderdelen van het vak genoemd mag worden. De specialist MNL zal na afloop van zijn studie op een flexibele, methodologisch niet rigide manier naar de historische fenomenen moeten kunnen kijken, gevarieerde vragen aan zijn object moeten kunnen stellen en creatieve antwoorden daarop moeten kunnen geven. Inzicht in de literatuurgeschiedenis van de negentiende eeuw tot en met de meest recente periode, en haar contextuele dimensies, is daarvoor onontbeerlijk. De onderzoekscolleges voor dit onderdeel zijn zo divers, dat een nadere precisering nauwelijks mogelijk is. Alles wat zich binnen de periode vanaf het midden van de 19e eeuw op literair gebied heeft voorgedaan - een stroming, een debat, een polemiek, een thema - komt in principe voor bestudering in aanmerking. Bijna altijd zal een dergelijk college raakvlakken hebben met één of meer van de andere vier onderzoeksterreinen. terug naar boven karel peterkarst en joop boom Joop Boomsma hat útlitten dat er syn foarnamme net
moai fynt, hy is nei pake neamd en hie eigentlik dy namme oanhâlde moatten.
Mar dat is no te let. Ik bin it mei Joop iens dat syn namme net moai is,
mar om in oare reden. Ik meitsje in ombocht.
Ik lies de namme Peter Karstkarel en ik realisearre my: wat is dat in stjitterige namme. As ik beklamme wurdlidden oanjou mei in ‘–’ en ûnbeklamme mei in ‘o’, dan is it ritme fan Peter Karstkarels syn namme: – o – – o. Der stjitte twa beklamme wurdlidden opinoar, dy’t allebeide ek noch mei ‘ka’ begjinne. In folle moaiere ritmyk krijt men mei – o – o – : Teije Brattinga, Hindrik van der Meer, Trinus Riemersma, Bartle Laverman ensfh. Men soe Karstkarel syn namme sa feroarje moatte dat der in goeie ôfwikseling fan beklamme en ûnbeklamme wurdlidden komt en dat kin ek maklik, om’t syn efternamme feitlik út twa foarnammen bestiet, dat dêr kin men mei skowe sa’t men wol. Ritmysk moai binne: Peter Karelkarst en Karel Peterkarst. Ik kies foar de lêste opsje, om de beide ‘ka’s’ safier mooglik fan inoar te krijen. In heel soad nammen hawwe: – o – o : Piter Boersma, Meindert Bylsma, Gerben Abma, Douwe Koatstra. Net ferkeard, mar in bytsje dea. It wurdt folle moaier as der alliteraasje yn it spul is, lykas by Willem Winters. Friezen soenen der dêrom oer prakkesearje kinne om fan foarnamme te wikseljen mei in oare persoan, bygelyks: Bertus Bylsma en Meindert Mulder. Tige moai fyn ik ek: – o o –, en dan benammen as men nei dat earste beklamme wurdlid even wachtet, de rest hat dan it metrum fan de anapest: Josse de Haan, Pieter de Groot, Durk van der Ploeg, Steven de Jong, Dineke Bos, ensfh. Net moai is tinkt my: – – o: Pier Boorsma, Joop Boomsma, Tsead Brúnja. Sokken moatte wat dwaan oan har foarnamme of oan har efternamme. Bygelyks: Pier Boor. Dan krijt men ek twa beklamme wurdlidden efterinoar, mar sûnder dat lullige sturtsje fan in ûnbeklamme wurdlid der efter. Tsead Brúnja soe syn foarnamme wizigje kinne yn bygelyks: Thiadward, dat is ek noch moai Aldfrysk. Ja, en dan Joop... Jabik Boomsma, Jakle Boomsma, Jannes Boomsma..., net moai. Ik tink dat Joop itselde dwaan moat as Pier, de efternamme ynkoartsje: Joop Boom. Mei dy dûbelde ‘oo’ in krêftige namme, hast likemoai as dy fan Hans Brans. terug naar boven Edith
de Gilde bezocht 'Gegrommel van satijn', een literair feest
Voor me in het Prinsentheater zit een meisje dat als
ze erg hard moet lachen - en er valt veel te lachen - niet alleen haar
schouders, maar haar hele lichaam laat schokken. Ze is gelukkig een stuk
kleiner dan ik, zodat haar deinend hoofd me het zicht op het podium niet
ontneemt.
Tsead Bruinja vierde op zondagavond 23 februari het
verschijnen van zijn derde Friestalige bundel Gegrommel van satyn met
een groot literair feest in zijn woonplaats Groningen. Omdat ik wel eens
jaloers ben op het bruisende literaire leven in die stad en de aangekondigde
combinatie van poëzie, muziek en beeld wel wilde beleven, heb ik logies
geregeld en ben naar Groningen afgereisd. Over die mix later.
De avond begon met een aantal dichters (Thomas Möhlmann bijvoorbeeld en Joost Baars) die alleen hun teksten lieten spreken en dat ook nog op een rustige toon. Het enige wat er aan beeld bij kwam, waren hun namen die in een doorlopende draaibeweging op een achterwandgroot scherm werden geprojecteerd. Is zoiets nodig? Niet echt. Voegde het iets toe? Hoogstens een extra prikkeling van de ogen van de toeschouwers, die het, getuige de zucht van verlichting die door de zaal ging toen het systeem even haperde, niet zo erg hadden gevonden als die er niet was geweest. Wouter Godijn gebruikt ook geen muziek, maar zoekt het in een voordracht met veel hoge en harde uithalen, waarbij de klank het woord nogal eens gaat overheersen. Matty de Vries maakt bij haar Friese gedichten haar eigen akoestische muziek. In haar eentje vormt zij een eenvoudige, maar effectieve eenheid van woord en klank. De gedichten van de Irakese auteur Mowaffk Al-Sawad werden eerst in vertaling gelezen door Albertina Soepboer; daarna las hij ze zelf in hun oorspronkelijke taal. Hij deed dat zo aanstekelijk en met zulke levendige gebaren, dat ik het jammer vond dat hier niet, zoals bij Poetry International, de vertaling gelijktijdig op het scherm te lezen was. Ik sla een heleboel over en ga naar de dichters die met een muziekgroep (Daniël Dee en de M*d*kl*nk*rs), met elkaar en met achtergrondbeelden (Gewassen) of met elkaar en een muzikant optreden (De Dichters uit Epibreren). In alle gevallen leuk om ze eens gezien en gehoord te hebben. Van Dee weet ik dat hij o.a. optreedt op dance-feesten en ik neem aan dat je daar, al zijn je teksten nog zo goed, niet met een 'kale' voordracht kunt aankomen. Als dus je doel is poëzie naar een zo groot mogelijk publiek te brengen, is dit een goede keuze. Maar het lijkt me meer een zaak van dichterlijk-politiek beleid dan van een verhoging van het genot. Tekst, beeld en muziek combineren kan goed zijn als het een het ander versterkt. Hier vond ik vaak dat het een het ander in de weg zat. Kwestie van een generatiekloof? Zou kunnen. Een aparte vermelding verdient nog Karel ten Haaf. Hij vergastte de aanwezigen op enige pakkende two-liners, waaronder een welgemeend 'Tsead / gefelicitead' niet de minste was. (Bruinja, wiens ouders hem Tjeerd doopten, heeft zijn naam verfriesd tot Tsead. Een rechtgeaarde Fries spreekt dat uit als 'Tsj – langgerekte ee – ingeslikte r – t; Ten Haaf deed dat niet) Al met al ben ik nog steeds een beetje jaloers op dat Groningse dichtersklimaat. Ze durven daar in elk geval wat. (bron: Meander 208 * Ik een kleine heerser) terug naar boven WINTERTUIN: BURO REIS Opening Buro Reis, Wintertuin, donderdag 21 november, Biotexfabriek Nijmegen, 17.00 uur door Hanne Suuter Nijmegen - Op vier minuten fietsafstand van Lux kwam ik aan bij de Biotexfabriek, net op tijd om de opening van Buro Reis mee te maken. Na een warm onthaal door de beeldend kunstenaars Aimée Terburg en Manja van der Storm maakte ik mee hoe de Friese dichter Tsead Bruinja gedichten voordroeg in het Nederlands zowel als Fries. Het aandachtige publiek dat in grote getale aanwezig was vroeg om een toegift in het Fries daar de dichter in zijn moedertaal met welluidende stem nog meer in vuur en vlam leek te staan dan in het Nederlands(...).(Epibode, 27-11-2002) terug naar boven met een fles graanjenever voor de burgemeester
In het kader van een culturele uitwisseling tussen de 'twin-cities' Groningen en Newcastle verzorgden de dichters Sieger M. Geertsma en Tsead Bruinja vorige week voordrachten en workshops in Newcastle upon Tyne. Sieger M. Geertsma en Tsead Bruinja in Darlington© foto: Simon James door Tsead Bruinja Als op maandag ons vliegtuig neerstrijkt is het helder weer. We pakken de metro naar het centrum en lopen de Osborne road af, 'Ozzy' heeft een fan op het bord met de straatnaam geschreven. De luxe uitziende hotels en restaurants vervullen ons met hoop, totdat we aankomen bij het troosteloze en grijze 'Minerva' hotel. Gelukkig is de bediening vriendelijk, alhoewel mij het gevoel bekruipt dat het Poolse personeel wel Engels spreekt maar er niet veel van verstaat. Op dinsdag treden we op in het Darlington Arts Centre. Aan het eind van een gang met onder andere een klas aquarellerende cursisten, komen we aan in een gezellige caféruimte. Op het podium oefent een hardrock band. Ik vrees dat we daar niet overheen zullen komen, maar tijdens de voordrachten is het publiek muisstil en na de tijd wordt er enthousiast geapplaudisseerd. Woensdagochtend rijden we naar Middlesborough waar de Haagse dichter Harry Zevenbergen een workshop zal verzorgen voor moeilijk opvoedbare kinderen. In een nicotine geel buurtcentrum zitten een tiental jongens en meisjes er verveeld bij. De jongens zijn tonnetje rond en dragen net als de meisjes een trainingspak in combinatie met een t-shirt van hun favoriete voetbalteam. Ze deinzen er niet voor terug vragen te stellen en ons een beetje te plagen, maar tijdens de voordracht luisteren ze wel degelijk. Als Sieger en ik onze gezamenlijke voordracht afsluiten met een gedicht op muziek van de DJ Squarepusher, grapt een van de jonge cursisten dat we de cd wel aan mogen laten staan. De muziek beviel hem waarschijnlijk beter dan de poëzie. De treinreis terug is deprimerend. Het landschap is prachtig maar wordt regelmatig verstoord door verlaten fabriekspanden met beroete muren. Het lijkt alsof de Engelsen zoveel ruimte hebben om te bouwen dat ze de moeite niet nemen om gebouwen die in onbruik zijn geraakt te slopen. Opeens lijkt Newcastle een stuk minder triest als toen we vertrokken. Het volgende optreden is donderdag om half vier `s middags. We maken kennis met Carol Fehringer, medewerker van de Universiteit van Newcastle. Voor medewerkers en studenten is er een seminar georganiseerd. We lezen voor en vertellen over onze inspiratiebronnen. Onder het publiek is de vertaler van de Nederlandse dichter Hans Faverey met wie we na afloop kort praten adressen uitwisselen, kort, omdat we `s avond moeten optreden in het Bridge Hotel en eerst nog wat willen eten. In het Bridge Hotel is een programma dat bestaat uit voordrachten van lokale dichters en optredens van ons en de Duitse dichter Marcus Hammerschmitt, poëzie die me doet denken aan het werk van Rutger Kopland. Meest opmerkelijk is een stuk van de dichter Barry McSweeney dat wordt voorgelezen door Armstrong en een vrouwelijke collega, afgewisseld met muziek van de Northhumbrian pipes. Vrijdagochtend, we pakken onze tas, ons vliegtuig zal die avond vertrekken. Eerst bezoeken we de Lord Major en daarna een middelbare school. We worden vriendelijk ontvangen door de Major en zijn vrouw, lezen wat voor, overhandigen hem een fles Graan jenever, ontvangen twee flessen Newcastle Brown Ale en een pennenset, gevolgd door een fotosessie. We worden door de assistent van de Major weggebracht naar de school waar Keith Armstrong als jongen nog les heeft gehad. De leerlingen zijn blij om ons te zien en hebben zich goed voorbereid. Bij elk gedicht dat we voorlezen willen ze klappen en na een korte workshop zitten ze te springen om voor te lezen. Moe en voldaan begeven we ons naar de dichtstbijzijnde pub voor de lunch en een pint Newcastle Brown Ale, de favoriete drank van Jack Nicholson, beweert Armstrong. Het is mooi geweest. We reizen terug naar Nederland en bewonderen vanuit het vliegtuig het feest van lichtjes aan de kust en boven Amsterdam. (De Groninger Gezinsbode, 20-11-2002) terug naar boven met een heuse dichtersoutfitdoor Yolande Koek (...)Na wederom een korte pauze was de beurt aan Tsead Bruinja, die ons overrompelde door uitstraling, integriteit en er bovendien zeer professioneel uitzag met een heuse dichtersoutfit (zwarte gladgesneden broek, nonchalant vest, zwart omrande bril). Zijn gedichten waren heel erg mooi, muzikaal zelfs. En met prachtige zinnen zoals de: "ik spuug op alle lijken van mijn vader". Hij werd de winnaar van de middag. Eerste prijs! (...) (over de literaire middag in Café Helmers Amsterdam http://www.hotel-boekenlust.nl/) terug naar boven Rely-gedonder
hard
oordeel van Rely-jury 'borrelpraat' ,,It hat ús ek dit jier wer fernuvere hoe't
minsken it doarre wurk foar sa'n priisfraach yn te sjoeren'',
zei Sijens. Volgens hem bestaat het idee dat op schrijfcursussen
,,fan elke knoffelhakke noch wol wat te meitsjen is''. Er wordt
echter te weinig zelfkritiek en besef van literaire kwaliteit
aangekweekt, aldus de jury.
Schrijfster Akky van der Veer verzorgt samen met Hylke Tromp een cursus proza schrijven in het FLMD. Van de zes cursisten die werk instuurden voor de prijsvraag, vielen twee in de prijzen (Ytsje Hettinga en Jehannes Spyksma). De anderen verdienen het zeker niet ,,om sa ôfkreake te wurden'', vindt Van der Veer. Er waren volgens haar goede verhalen bij, die zeker publicabel zijn. Ze heeft haar twijfels over de jury. Oene Spoelstra
kreeg een prijs voor 'It Doarp'. De auteur noemde het een anti-oorlogsgedicht.
,,Dat hie de sjuery der hielendal net yn sjoen. Fan it ferhaal
'Oessy' is dúdlik dat it oer in poppe giet, mar de sjuery hie
it oer in bist. Dan freegje ik my ôf: ha se it wol goed lêzen?''
Ook deelneemster Willy van der Meer uit Jorwert schrok van de harde taal in het kerkje van Bears. ,,Der is my yn tsjerke faak it mannewaar opsein. Mar dan is der wol altyd genede op 'e ein. Ik bin der noch nea útskolden.'' Jury en anonieme deelnemers horen elkaar te
respecteren en uit te gaan van elkaars beste bedoelingen, vindt
ze.
,,Mei sok borrelpraat yn it sjueryrapport ferbrekke
se de koade fan it spultsje. Se skelle en lûke de yntegriteit
fan dielnimmers yn twivel, dat heart net sa. Fierders fyn ik dat
de ynhâldlike analyze hiel meager wie. Ik hie in hege pet op fan
de Rely Jorritsma-priis, mar foar my is de glâns der no wat ôf.''
De jury richtte haar pijlen vooral op de dichters: ,,Benammen de kwaliteit dan de fersen wie bedroevend.'' ,,Wat miene se wol?'', reageert Gurbe de Boer uit Leeuwarden. Hij heeft wel zijn conclusie getrokken. ,,Ik stjoer net wer yn. Safolle minachting bin ik net wurdich.'' Door de summiere aankondiging van de Rely-prijsvraag
is het geen wonder dat er mensen meedoen ,,dy't wolris in gedichtsje
foar Candlelight opstjoerd hawwe'', vindt Ydwine van der Veen
uit Leeuwarden. ,,Ferfelend, mar dat heart derby. De sjuery moat
gewoan sjurearje.'' (De Leeuwarder Courant, Frysk - donderdag, 10 oktober 2002)
terug naar bovenknetteren der letteren in friesland Epibreren - Van de redactie van het Friestalige literaire tijdschrift Kistwurk ontvingen wij het volgende bericht:Leeuwarden - Tsead Bruinja, bestuurslid van het Fryske Skriuwersboun (Schrijversbond), een belangenorganisatie voor Friese schrijvers en media, stapt uit de redactie van het literair tijdschrift Kistwurk. De aanleiding voor zijn besluit is de op www.kistwurk.nl gebrachte poll over de stelling dat 'het Skriuwersboun een volkomen overbodige club is die het beste meteen kan worden opgeheven.' Aan Kistwurk schrijft Tsead: "Ik voel me er persoonlijk door geraakt", Andere redenen voor de Fries-Groninger dichter om er mee op te houden, zijn "de toon van het blad die niet de mijne is" en het feit "dat ik het afgelopen jaar te hard gewerkt heb."Tsead Bruinja stapte begin juni naar Kistwurk over, op dit moment Frieslands meest spraakmakende literaire tijdschrift. Daarvoor zat hij bij het tijdschrift HJIR. De stelling van Kistwurkredakteur Abe de Vries, in het dagelijks leven redacteur buitenland bij het weekblad Elsevier, hekelde de passieve, lakse en vooral conformistische houding van het Fryske Skriuwersboun inzake het provinciale mediabeleid dat nauwelijks of geen ruimte laat voor kwalitatief, kritische Friese (literaire) tijdschriften.Kistwurk moest dit voorjaar het digitale, literaire wiel stopzetten door geldgebrek. De redding kwam van het Nederlands Literair Productie-en Vertalingen Fonds (NLPVF). Dat kwam met een dubbele stimuleringssubsidie voor Kistwurk over de brug, ondermeer vanwege 'de hoge kwaliteit' van het tijdschrift dat zowel in digitale als gedrukte versie verschijnt en vrijwel dagelijks publiceert. Over de toon van Kistwurk, schreef de commissie Tijdschriften van het NLPVF: "Het blad is baldadig en grappig, het prikkelt de nieuwsgierigheid door de mystificaties en is niet bang voor een polemische toon, waar de andere bladen nog wel eens voor terugschrikken."De redactie van Kistwurk, dat onlangs begon met een audioreeks van voordrachten van Friese dichters en binnenkort een intensief samenwerkingsverband met Ierland aangaat – literatuur behoort grensverleggend te zijn, ook letterlijk -, vindt het jammer het dat Bruinja zo snel al weer vertrekt, te meer omdat hij op het terrein van public relations en het organiseren van festivals wel zijn mannetje staat. De laatste maanden is nog geprobeerd om Tsead met extra (schrijvers)begeleiding zijn plek in Kistwurk te laten vinden, nadat hij de redactie liet weten dat zijn artikelen "onder niveau" waren. Een geste die helaas geen vervolg kent.Kistwurk gaat verder met Elske Schotanus, Abe de Vries, Eeltsje Hettinga en backbencher dr. Eric Hoekstra. w.g., De Kistwurkredactie Tsead Bruinja, door de Epibode om commentaar gevraagd: "Die poll werd zonder mijn medeweten geplaatst. Ik had daarvan graag van te voren op de hoogte willen worden gesteld, aangezien ik op dat moment deel uitmaakte van de redactie. Los daarvan bleek de de polemische toon niet echt bij me te passen. Door een gebrek aan tijd lukte het me verder niet een bijdrage te leveren waar ik tevreden over kon zijn. Het oordeel van het NLPVF kan ik me geheel in vinden, daarom wens ik de redactie ook alle succes bij het voortzetten van het tijdschrift." (Epibode, 12-9-2002) terug naar boven bruinja ferlit nei konflikt kistwurk Grins - Dichter Tsead Bruinja stapt út 'e redaksje fan it Fryske ynternettydskrift Kistwurk. Oanlieding is in stelling op de ynternetside dat it Skriuwersboun in oerstalling klup is. De stelling, bedoeld om reaksjes fan lêzers út te lokjen, wie bûten meiwitten fan Bruinja ta stân kommen. Bruinja, dy't yn it bestjoer fan it Skriuwersboun is, seit persoanlik rekke te wêzen troch de stelling. Bruinja siet in fearnsjier yn 'e redaksje, dêrfoar wie er redakteur fan Hjir. Neffens Bruinja twifele er al langer oft er by Kistwurk wol op syn plak wie. ,,It polemyske fan Kistwurk leit my net sa, ik fetsje it te persoanlik op en dêrtroch hâldt it my fan it skriuwen ôf. Mar dat is net de iennichste reden. Ik haw it op't heden ek drokker mei oare dingen as doe't ik yn 'e redaksje stapte.'' (Leeuwarder Courant, 11-09-2002) terug naar boven foar
Rely-priis 70 ynstjoerings
Wommels - Foar de Rely Jorritsma-priisfragen 2002 binne 40 gedichten en 30 ferhalen ynstjoerd, mei-inoar 70 ynstjoerings. Foar de Rely Jorritsma-priisfragen 2002 binne 40 gedichten en 30 ferhalen ynstjoerd, mei-inoar 70 ynstjoerings. Dat binne der justjes minder as ferline jier. Doe krige de sjuery 50 gedichten en 35 ferhalen te lêzen, dêr't úteinlik allinne ien gedicht fan bekroand waard. De sjuery bestiet dit jier út Doeke Sijens (foarsitter),
Elly Veltman en Tsead Bruinja. Der is likernôch 4500 euro beskikber
oan prizejild. De priisútrikking is sneon 5 oktober, lykas wenst
yn it tsjerkje fan Bears. (Leeuwarder Courant, 13-05-2002)
terug naar boven ontvoering (...)In de tuin van Schouwburgcafé Floor vond direct
na de middagslam het 'oude dichters spreken' plaats, met de zeventigers
Remco Campert (1929), Taiwanees Shang Ch'in (1930) en Fransoos Jacques
Roubaud (1932). Omdat Shang Ch'ins voordracht me als Chinees in de
oren klonk, informeerde ik bij een aantal jonge dichters naar hun
ervaringen tijdens deze editie van Poetry. De nodige roddels vlogen
over de tafel: "Gisternacht hebben we Rob Schouten ontvoerd!",
zeiden Peter de Groot, Tjitske Mussche en Tsead Bruinja. "En,
hebben jullie hem in de Maas gedumpt?", wilde ik weten, wetende
dat Schouten hun bijdragen in de bloemlezing 'Vanuit de lucht' in
Vrij Nederland had afgekraakt.
terug naar boven "Nee", zeiden de jonge dichters, maar het is wel een rare kanarie. Hij zette ons spottend neer als 'de mobieltjesgeneratie', maar hij heeft zelf een mobiel." (Epibode, 20-6-2002) door Thomas van den Bergh en Abe
de Vries
Ik ben niet in het Fries of Nederlands, maar in het Engels begonnen te schrijven. Toen ik 14 jaar was, songteksten. Het Nederlands stond ver van me af, en zoals zoveel Friezen van mijn leeftijd beheerste ik het Fries niet genoeg om erin te kunnen schrijven. Het Engels had iets romantisch, Nederlands vond ik afstandelijk, koel. Ik ben in het Fries gedichten gaan schrijven omdat
ik merkte dat wat ik in die taal schreef, mij raakte. Friese dichters
als Piter Boersma, Albertina Soepboer en Eeltsje Hettinga vind
ik erg goed . Mijn Nederlandstalige gedichten zijn wat abstracter.
Ik ben fulltime met de literatuur bezig. Het is mijn plicht tegenover
de muze.' (Elsevier,
15-06-2002)
terug naar boven laank en breid... ons gelijk door Wim Kuipers Een passage uit een verslag in de NRC (191101) van de manifestatie Vers uit Friesland (over de Friese literatuur), afgelopen zondag in Amsterdam. "Maar Friestalig zijn betekent nog niet dat je het ook kunt schrijven, benadrukte de jonge dichter Tsead Bruinja (1974). Om het beperkte idioom van gesproken Fries te illustreren citeerde hij een denkbeeldige dialoog in een supermarkt. - Hé jo, hoes ist? - Ja, bêst. - Hoi. - Hoi." En dan komt er een soort toelichting. "Dichter Margryt Poortstra sprak van een onbekend gebied, wat je niet als spreektaal hebt meegekregen en zelf moet leren." Dat is nou precies waar de Werkgroep AGL al jaren beweert. Je beheerst (je) Limburgs absoluut niet als je dat af en toe praat. Het gaat erom de grammatica te kennen, meer en meer en meer woorden tot je beschikking te hebben, ook (Limburgse) woorden van andere plaatsen die je taal verrijken. Lang, langer, langst Maar intussen is er in Maastricht een gevreigel ontstaan over de juiste spelling van "het Maastrichts", en dan gaat het over de lengte van klinkers. Te onnozel om verder aandacht aan te besteden. Maar het leverde toch een artikel op in de Maastrichtste editie van Dagblad de Limburger, waar het over 'breieieid' en 'laaank' gaat. Zie ook ons archief: 17 11 2001 Dagblad de Limburger Editie Maastricht: Twee soorten Mestreechs: laank en laaank Er zijn immers belangrijker zaken te melden. Lees eerst deze column uit de Kamerkrant van november 2001, het orgaan van de Kamer van Koophandel voor Zuid-Limburg. Zie ook ons Archief: 001101 Kamerkrant / Kamer van Koophandel Zuid-Limburg/ Column Dialect Kijk: dat bedoelen we ook. En als een hoogleraar economie (en bovendien geen geboren Limburger) zoiets voorstelt, kan dat moeilijk weggelachen worden. Maar er is meer. Over een dikke maand wordt Thijs Wöltgens voorzitter van deze KvK. En die heeft vaker gezegd en geschreven dat hij met zijn Kerkraads door meer mensen begrepen wordt dan wanneer hij Nederlands spreekt. Als je als zakenman in pakweg Keulen zegt: "det kan ich neet berappe", dan wordt dat begrepen - in Rotterdam niet. De Werkgroep AGL werkt nu al mee aan die euregionale ondernemerstaal.En wij denken dat die uit minder dan 556 dialecten bestaat. (bron: http://www.limburghuis.nl/Archief/221101WKlaank.htm, 22-11-2001) terug naar boven acteurs helpen auteurs en andersom Door Henk Aalbers ARNHEM - Twee schrijvers en drie acteurs vormen de basis. Rond het middaguur beginnen ze met de voorbereiding van een nieuw toneelstuk. Het publiek kijkt toe hoe de voorstelling vorm krijgt. Diezelfde avond is de première in de Arnhemse Schouwburg. Het experiment heet 's Middags verwekt, 's avonds geboren. In recordtijd wordt een toneelstuk geschreven, ingestudeerd en op de planken gebracht. Het programmaboekje van literair festival de Wintertuin
wekt de indruk dat de acteurs maar moeten afwachten met welke toneeltekst
ze worden geconfronteerd, maar het loopt anders. Want de acteurs krijgen
juist volop de gelegenheid zich met de tekst te bemoeien. En dat doen
ze natuurlijk ook. Andersom schromen de schrijvers niet zich met de
repetities te bemoeien. Een interessante kruisbestuiving.
Schrijver Bart F.M. Droog zit deze woensdagmiddag in Theater aan de Rijn in Arnhem achter de laptop. Zijn collega Tsead Bruinja zit erbij. Verder aan de tafel de acteurs Anna Rottier, Kamilla Hensema en Stefan Rokebrand. Het begint met aftasten. Schrijver Droog geeft een voorzetje: "Ik dacht aan een scène in een vliegtuig, vlak voordat het zich in een gebouw boort." De respons valt tegen: het idee wordt door niemand
omarmd. Dan komt schrijver Bruinja met een voorstel. Hij heeft gisteren
een verhaal geschreven dat hij graag even wil voorlezen. Zijn collega
en de drie acteurs gaan akkoord. Het blijkt geen toneeltekst, maar een
beeldenrijk verhaal over iemand die leeft met muziek in zijn hoofd. "Waar gáát dat over?", vraagt collega Droog verbaasd.
Ook de acteurs lijken nog niet bepaald geïnspireerd. Hoewel... Een van hen merkt op dat het beeld van de bakker in het verhaal van Bruinja haar aanspreekt. Plots is het idee geboren om een eenakter te maken over een bakker, een slager en een timmerman. Iedereen enthousiast. Gek genoeg blijkt er na enige tijd toch geen plaats te zijn voor een bakker. In zijn plaats komt een visser. "Ja, de visser gaat naar de timmerman, omdat zijn boot kapot is." Schrijver Droog typt af en toe wat flarden tekst. Maar nog niets staat vast. Want plotseling komt er door alle geassocieer een nieuw idee naar boven: de slager en de visser hebben allebei een bloeddorstig beroep; misschien is het een aardig gegeven als die twee samen iemand hebben vermoord. En de timmerman mag dat natuurlijk niet weten. Maar het wordt nog veel gekker. Een luguber Roald
Dahl-achtig verhaal tekent zich af. Visser en Slager slachten mensen
en verkopen het mensenvlees (onder meer in de vorm van pikante gehaktballetjes)
in de slagerij. En er komt ook nog liefde bij. En een zwangere timmerman.
De uiteindelijke, gruwelijke versie ontstaat pas tijdens de repetities. Droog typt er lustig op los, terwijl de acteurs al improviserend het verhaal doen ontstaan. Het is voor Droog haast niet bij te houden. Als de eenakter 's avonds wordt opgevoerd tijdens de Late Show in de knusse oude foyer van de Arnhemse schouwburg blijkt dat er in de loop van de middag nog wel wat is gesleuteld aan het stuk. De slotscène toont dat er een einde is gekomen aan de lugubere samenwerking van Visser en Slager. Visser heeft in Timmerman een nieuwe zaken- en levenspartner gevonden. Met Slager is het waarschijnlijk niet best afgelopen. Dat het niet meevalt om in een paar uur tijd een
perfecte eenakter te produceren, blijkt uit het feit dat de acteurs
hun tekst van een papiertje lezen. Een verstandige keuze waarschijnlijk,
want veel subtiele elementen in de tekst van de beide schrijvers zouden
verloren gaan als je het kersverse stuk uit het hoofd zou proberen te
spelen.
De publieke belangstelling deze avond is redelijk. Een stuk beter in elk geval dan vanmiddag, bij 'de geboorte'; toen waren er welgeteld vier liefhebbers getuige. Die vier begrijpen het stuk ook, dankzij hun voorkennis. Het is de vraag of de eenakter helemaal wordt gesnapt door mensen die de wordingsgeschiedenis niet hebben gevolgd. (De Gelderlander, 23-11-2001) friezen schrijven in taal van het hart In een Amsterdamse cultuurtempel luisterden honderden liefhebbers een middag lang naar Friese literatuur. ,,Fryslân boppe'', aldus de organisatie. Door Ward Wijndelts AMSTERDAM, 19 NOV. ,,Fries is de taal van het hart, Nederlands de taal van de bijbel.'' Zo verklaarde dichter Harmen Wind gistermiddag zijn liefde voor zijn moedertaal, het Fries. Hij deed dat in de goedgevulde Amsterdamse cultuurtempel Felix Meritis, waar op de manifestatie 'Vers uit Friesland' de Friese literatuur centraal stond. De Friestalige dichters, romanciers, muzikanten en theatermakers dwongen respect af bij het voornamelijk randstedelijke publiek. Aanleiding voor de dag, geïnitieerd door het Nederlands Literair Produktie- en Vertalingenfonds, was de kleine hausse aan Friese boeken die dit najaar in Nederlandse vertaling op de markt komt. Een daarvan, de dichtbundel Jij bent zacht als zomerregen, zorgde vorige week voor commotie, toen bekend werd dat dichter Eeltsje Hettinga de broer van Tjêbbe eist dat de complete oplage wordt vernietigd, omdat een gedicht van hem zonder toestemming werd gebruikt. Samensteller Jabik Veenbaas en Eeltsje voorkwamen echter dat er Frysk bloed de Keizersgracht invloeide. Er hing een gemoedelijke sfeer. Dat kwam door het Friese boekenmarktje en de boekenbus voor de ingang, maar ook door de dame met op haar wollen trui de Friese vlag, compleet met pompeblêden. Het ruim tweehonderdkoppige publiek boven verwachting groot was jonger dan bij een gemiddelde literaire bijeenkomst. Ook leken er aardig wat niet-Friezen te zijn. Toen presentator Gryt van Duinen, bekend van Omrop Fryslân, vroeg of de mensen die in Friesland woonden hun hand wilden opsteken, bleken dat er slechts dertig te zijn. Het aantal Friestaligen lag op ruim honderd. Maar Friestalig zijn betekent nog niet dat je het ook kunt schrijven, benadrukte de jonge dichter Tsead Bruinja (1974). Om het beperkte idioom van gesproken Fries te illustreren citeerde hij een denkbeeldige dialoog in de supermarkt: ,,Hé jo, hoe ist? / Ja, bêst. / Hoi. / Hoi.'' Dichter Margryt Poortstra sprak van een ,,onbekend gebied, wat je niet als spreektaal hebt meegekregen en zelf moet leren.'' Grote afwezigen bij het dichtersoptreden waren Albertina Soepboer en Tjêbbe Hettinga. Die laatste was door ziekte geveld te zien op video, net als de oude Theun de Vries. De romanciers lazen, net als de dichters, voor in het Fries, terwijl de Nederlandse vertaling boven hun hoofd werd geprojecteerd. Een mooie oplossing, want daardoor werd duidelijk hoe melodieus de Friese taal kan zijn. Trinus Riemersma kreeg voor zijn optreden het eerste exemplaar van de vertaling van zijn roman Na de klap (Nei de klap) uitgereikt. Riemersma, een man met een woeste baard en tatoeages, wist zich nauwelijks raad met de aandacht. Ook Durk van der Ploegs verhaal De brief, over een oude man en zijn herinneringen, vormde een hoogtepunt. Het gesprek tussen schrijver Kees 't Hart en Foppe de Haan, coach bij SC Heerenveen, ging over sport en strips, en dan met name over de wondermidvoor Kick Wilstra. Het is een bewijs van de veelzijdigheid van de middag, die ruim zes uur duurde. Na het optreden van toneelgezelschap Tryater verdween het publiek langzaam van de zaal naar de bar, waardoor de muzikanten niet de aandacht kregen die ze verdienden. De randstad was onder de indruk van de Friese cultuur. Zoals Friezin en Produktiefonds-directeur Rudi Wester het verwoordde: ,,Fryslân boppe!'' Tsead Brunja, fragment uit Brêgeman (Brugman / Bruidegom) uit de te verschijnen bundel De man dy't rinne moat (De man die lopen moet): wyldfrjemd wie sy net dy't my it nijs brocht fan dyn oankommend ferstjerren ik tocht dan sil ik sjonge sjonge om wat ik noch fan dy wit foar de helsdoarren wei te skuorren krij ik it ferjitboek op skoat en begjin út dit deade skrift dat ik net machtiger bin as hokker taal ek dy op te fiskjen Nederlandse vertaling: wildvreemd was zij niet die mij het nieuws bracht van je aanstaand sterven ik dacht dan zal ik zingen zingen om wat ik nog van je weet voor de poorten van de hel weg te slepen pak ik het vergeetboek op schoot en begin uit dit dode schrift dat ik niet machtiger ben dan welke taal dan ook je op te vissen (bron: http://www.nrc.nl/cultuur/boeken/1006150612749.html) AMSTERDAM - It liket in moai idee: organisearje
yn Amsterdam in dei oer de Fryske literatuer. Soargje dat der bekendheden
as Foppe de Haan, Pieter Verhoeff, Geert Mak en Hylke Speerstra meidogge.
Mei as doel: de Fryke literatuer yn Nederlân in folle gruttere bekendheid
te jaan.
terug naar boven It liket in moai idee: organisearje yn Amsterdam in dei oer de Fryske literatuer. Soargje dat der bekendheden as Foppe de Haan, Pieter Verhoeff, Geert Mak en Hylke Speerstra meidogge. Mei as doel: de Fryke literatuer yn Nederlân in folle gruttere bekendheid te jaan. It besykjen, juster mei de manifestaasje 'Vers uit Friesland' yn it gebou Felix Meritis yn Amsterdam, wie yn elts gefal skoander. Dochs wie it, nettsjinsteande alle goede bedoelings, snein dochs noch wer tefolle in saak fan 'ûnder ús'. Hoewol't lang net elke oanwêzige út Fryslân kaam koe praktysk eltsenien yn de folle seal it Frysk ferstean, sa die bliken út de omheechstutsen hannen nei in fraach fan presintatrise Gryt van Duinen. Oan de opset koe it net lizze. Der wie ek bûten Fryslân fantefoaren aardich wat omtinken oan it barren jûn. En wat wichtiger wie: de organisaasje wie yn hannen fan it Nederlands Literair Produktie- en Vertalingenfonds, wylst it Fonds voor de Letteren, de Stichting Lezen, de provinsje Fryslân en it Frysk Letterkundich Museum meiwurken. Foarsitter Aad Nuis fan it Produktie- en Vertalingenfonds, dy't it iepeningswurd útspruts, wiisde op it grutte belang fan oersettingen fan Fryske literatuer yn bygelyks it Nederlânsk. Dan komt der bûten Fryslân mear wurdearring foar wat Fryske skriuwers dogge en soks hat tagelyk in positive útwurking yn Fryslân sels. Nederlânske skriuwers, waans wurk yn bygelyks it Dútsk oerset is, hawwe dy ûnderfining ek opdien. Skriuwer Geert Mak neamde it opmerklik, hoefolle ferhalen en hoefolle goede literatuer der yn de rin fan de jierren út dat lytse Fryslân kommen binne. ,,Friesland is daardoor toch wel een beetje het Ierland van de Lage Landen'', sa woe Mak hawwe. Eric Hoekstra joech in oersicht fan de Fryske poëzij troch de ieuwen hinne. Dêrnei liezen Fryske skriuwers en dichters al as net yn fertaling foar út eigen wurk. De oersetting ferskynde syngroan oan it foarlêzen op in skerm boppe de foarlêzer. Sa koenen de oanwêzigen (fannijs) yn 'e kunde komme mei it wurk fan Trinus Riemersma, Lida Dijkstra, Piter Boersma, Durk van der Ploeg, Mindert Wynstra, Josse de Haan, Harmen Wind, Margryt Poortstra, Tsead Bruinja en Jabik Veenbaas. Tsjêbbe Hettinga en Albertina Soepboer, dy't ek komme wold hienen, wienen behindere. In boeiende ûnderbrekking wie it petear fan skriuwer Kees 't Hart mei fuotbaltrener Foppe de Haan. De Haan makke dúdlik dat de fuotbalklub dêr't er wurket ek in beskate kulturele opfieding fan de fuotballers neistribbet. Sa hat er mei in oantal fan syn spilers doe't se dêr fuotbalje moasten ek it Olympysk Stadion yn Athene en it Alhambra yn Granada besjoen. Hoewol't it foar de mannen earst wol wennen is, binne se der letter tankber foar, sa sei de trener fan it Hearrenfean. Om in breed oersjoch te jaan oangeande de Fryske kultuer liezen Jan Arendz, Romke Toering en Freerk Smink fragminten foar út it nije stik 'Baarderlân' en presintearre Wim Bloemendaal fan VPRO-radio Frysktalige muzyk fan Piter Wilkens en Reboelje. Bron: Leeuwarder Courant, 19-11-2001 UTRECHT - Het Poëziecircus brengt vrijdagavond 26 oktober in cultureel centrum Parnassos te Utrecht een ode aan de taal. Zeven podiumartiesten zullen in een avondvullend programma met zang, cabaret, proza, poëzie en dans alle zintuigen prikkelen in het kader van het Europese Jaar van de Taal. Mensen ervaren namen van edelstenen - zoals robijn,
saffier, smaragd - als mooie woorden. Hebben ze zulke mooie namen of
klinkt het als muziek in de oren omdat je in gedachten de steen ziet
flonkeren? Tijdens het Poëziecircus zullen de volgende artiesten met
letters, woorden en klanken naar het antwoord op deze vraag zoeken:
cabaretier Frank Gunning; dichter Tsead
Bruinja; dichter en schrijver Mark Boog; de boyband Obstructivis; filosofe en dichteres Jannah Loontjens; het dichtersduo Wilco & Annelies; en een optreden van dans- en vechtsport Capoeira door Pica Pau. De dichter Tsead Bruinja, is talenkenner bij uitstek.
Hij heeft een studie in de meest gesproken taal (Engels) voortijdig
afgebroken om doctorandus in de minst gesproken taal (Fries) te worden.
De titel van zijn debuut laat voor de gemiddelde Nederlander veel te
raden over: De wizers yn read. De thema's daarentegen hebben
een hoog herkenningsgehalte: dood, liefde en familie. Tijdens het Poëziecircus
zal hij voordragen uit 'De man die lopen moet', zijn nieuwe dichtbundel
die in december uitkomt.(Utrechts Nieuwsblad van 16-10-2001)
terug naar boven jonge hÛnen yn it skriuwersboun Yn de nijste Trotwaer komt Jan Pieter Janzen derop dat de dichteresse Albertina Soepboer nettsjinsteande alle sukses dat har dieleftich wurden is, noch net tefreden liket te wêzen: ,,Oars soe dit twaentritichjierrige boechbyld fan de Frysk-Grinzer avant-garde ommers net trochgean mei rûnom te ferkundigjen hoe swier at de jongerein it hjir wol net hat en hoe achterlik, bestjurre en besletten it Frysk-kulturele klimaat wol net is." JPJ sitearre in Elsevier-nûmer út jannewaris. Dat is
it neidiel fan in moanneblêd: mei it each op de lange produksjetiid moat
de kopij sa betiid ynlevere wurde dat de aktualiteit net op 'e foet folge
wurde kin. Soepboer hat har yntusken, sa fernijt it bûnsorgaan De Oesdrip
ús, mei in oar lid fan de neamde avant-garde, Tsead Bruinja, kandidaat
steld foar it bestjoer fan it Skriuwersboun. It Skriuwersboun kin wol
in pear jonge hûnen brûke dy't har fan god noch gebod wat oanlûke en mei
mar ien belang foar eagen, dat fan de skriuwers, de striid oangean mei
de hjir ta burokrasy ferfallen ynstellingen.
'....No't Soepboer ree is in sit te nimmen yn it bestjoer
fan it Skriuwersboun dat hurd op wei is in soasjeteit te wurden fan skriuwers
op jierren, lêst men de troch JPJ oanhelle wurden yn Elsevier hiel oars:
,,De deuren moeten open. Er moet veel meer wisselwerking komen tussen
Fries en Nederlands, dat kan heel wat wonderlijks opleveren. Maar de Friese
bureaucratie is niet in beweging te krijgen. Straks subsidieert ze alleen
nog maar dode schrijvers."
Dat is net mear de frijbliuwende krityk fan de bûtensteander,
dat is engazjearre taal fan in Frysk-beweechster, dy't de barrikaden beklimt.
Men kin har kandidatuer allinne mar fan herten ûnderstreekje, it is de
lang ferwachte frisse wyn dêr't it Skriuwersboun ferlet fan hat...'
In dichter moat net stilsitte en wachtsje Friezen zien van Fries de beperkingen door Fedde Dijkstra Friezen hebben volgens gedeputeerde Siem Jansen te weinig op met hun eigen taal. Neem nu het onderwijs. Er zijn wel allerlei regels voor het vak Fries en voor tweetaligheid op school, maar wie het Fries op school wil stimuleren, kan volgens Jansen rekenen op 'gesodemieter' met ouders, docenten en leerlingen. Is het gewoon een gebrek aan 'grutskens'? ...Tsead Bruinja, tweetalig dichter in Groningen: ,,Sa'n stelling is my fierstente algemien. Ik ken ommers lang net alle Friezen. Ik soe sizze: deputearren binne net grutsk genôch op it folk dat se regearje. Oars soene se net mei sokke algemienheden komme.'' Bron: Leeuwarder Courant, 09-06-2001 terug naar boven .....Op het enthousiasme en het zelfvertrouwen van
de jaren ’60 en begin jaren ’70 volgde een periode van relatieve windstilte,
waarin de oudere garde het schip drijvende hield. Maar gaandeweg begint
zich een nieuwe generatie te roeren. Allereerst (natuurlijk, zou ik bijna
zeggen) in de poëzie. Albertina Soepboer (1969) heeft de afgelopen
jaren zo’n beetje in haar eentje het gezicht van de jongste Friese poëzie
bepaald, o.a. door actief te zijn op poëziefestivals. Ze heeft inmiddels
versterking gekregen van diverse anderen. In de meest concrete vorm, namelijk
op het podium, van mensen als Tsead Bruinja (1974) en Meindert Talma (1968),
met wie ze interessante poëzie-muziek-beeldende kunst-performances maakt.
Zo’n duidelijk naar buiten toetredende groep dichters heeft de neiging
het zicht op andere nieuwe, maar solitair werkende, dichters te belemmeren.
uit Friese Vergezichten Nieuwe Perspectieve in de Friese
literatuur door Alpita de
Jong (Nieuwsbrief Letteren NLPVF)terug naar boven Friese boekenweek nu ook multicultureel (fragment uit ' Uit het lood: Berichten uit de branche') Bron: NRC, 16-02-2001 |
||||||||||||